Een doorbraak realiseren in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met die ambitie startte ruim 3 jaar startte het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT). Uit de zevende en laatste voortgangsrapportage blijkt dat het vaker lukt om geweld in gezinnen te stoppen.

De doelen uit het programma zijn bijna tot ruimschoots bereikt, maar dat betekent niet dat het einddoel van het verbeteren van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is behaald.

Belangrijke opgave voor de samenleving in volle breedte

Het duurzaam verbeteren van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vraagt een langere adem. Daarnaast kent de complexe problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling veel meer aspecten dan binnen GHNT aan bod konden komen. Er ligt een belangrijke opgave voor de samenleving in de volle breedte om het geweld onder ogen te zien en bespreekbaar te maken voor slachtoffers, plegers, omstanders en professionals. Dit vanuit het besef dat onmacht veelal de achtergrond is van geweld.

Belangrijke rol GHNT

Toch is in veel opzichten de geambieerde doorbraak van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling zichtbaar geworden. GHNT heeft een belangrijke rol kunnen spelen in het versterken van de professionele samenwerking in en tussen het zorg- en veiligheidsdomein, het verhogen van de effectiviteit van hulpverlening en het samenbrengen van signalen van onveiligheid. We verwachten dat doorontwikkeling van deze elementen in heel Nederland ertoe zal leiden dat het geweld in meer gezinnen sneller en duurzamer stopt. Dit vraagt blijvende aandacht op zowel landelijk, regionaal als lokaal niveau.

Integratie in programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Inmiddels is bekend geworden dat het programma GHNT in 2022 in beperkte vorm zal doorgaan. In de loop van 2022 wordt het programma geïntegreerd in een programma voor het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.

Meer informatie

De voortgangs-/eindrapportage van GHNT is op 16 december verzonden naar de Tweede Kamer.