Elk jaar krijgen ongeveer 60.000 minderjarige kinderen te maken met de scheiding van hun ouders. Een scheiding heeft impact op een kind. Zeker als de situatie escaleert in een vechtscheiding. Ook voor gemeenten ontstaan dan complexe situaties. Zij kunnen te maken krijgen met ouders die van mening verschillen over welke hulp hun kind nodig heeft. Of een ouder die niet wil dat de andere ouder überhaupt weet dat een hulpvraag bij de gemeente is ingediend. In deze opinie geef ik een aantal aanbevelingen over hoe gemeenten hiermee om kunnen gaan.   

Stel de andere ouder op de hoogte en betrek hem/haar bij het onderzoek

Ook na een scheiding blijven beide ouders vaak samen het gezag over hun kinderen uitoefenen.Stel, de moeder meldt zich bij de gemeente met een hulpvraag voor het kind. In dat geval moet de gemeente vaststellen of de vader ook gezag heeft. Als dat het geval is moet de gemeente de vader betrekken bij het onderzoek naar de hulpvraag. Ook als de moeder dat niet wil. De vader met gezag is namelijk een belanghebbende en moet in het kader van een zorgvuldig onderzoek naar zijn mening worden gevraagd. Daarnaast heeft de gemeente ook de plicht om hem te informeren over belangrijke zaken die de jeugdige betreffen. De vader kan dus niet door de moeder buiten spel worden gezet.

Als u meer wilt weten over de rechten en plichten van de ouder zonder gezag kunt u het opiniestuk van collega Roel Meertens nog eens nalezen.

Beoordeel of beide ouders instemmen met het verlenen van de jeugdhulp aan het kind

Totdat de jeugdige 16 jaar is moeten beide ouders met gezag toestemming geven voor het verlenen van jeugdhulp aan hun kind. Ook als sprake is van een vechtscheiding. Als de moeder bijvoorbeeld wil dat haar 11 jarige zoon deelneemt aan het programma KIES (om te leren omgaan met de scheiding van zijn ouders), kan deze jeugdhulp alleen ingezet worden als de vader daar ook toestemming voor geeft. Geeft hij deze toestemming niet, dan mag de zoon ook niet deelnemen aan het programma. Ook niet als de gemeente van mening is dat het voor het kind wel noodzakelijk is dat hij het programma KIES volgt. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt doordat hij de noodzakelijke jeugdhulp niet krijgt, moet de gemeente de zaak bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) melden. De RvdK zal dan onderzoeken of een kinderbeschermingsmaatregel aangewezen is.

Het is belangrijk dat de gemeente naar beide ouders een neutrale en onpartijdige positie inneemt

Raadpleeg ons schema ‘Toestemming’ voor alle toestemmingsregels en de uitzonderingen die gelden zodra de jeugdige 12 jaar of ouder is.

Deze toestemmingsregels gelden alleen voor de jeugdhulp die wordt ingezet voor het kind. Als bijvoorbeeld een vader jeugdhulp voor zichzelf vraagt (omdat hij wat tips wil over hoe hij om moet gaan met zijn puberzoon), hoeft de moeder daar geen toestemming voor te geven. Deze toestemming is namelijk alleen vereist als er (ook) jeugdhulp aan het kind wordt verleend.

Adviseer niet over familierechtelijke kwesties – zorg voor een neutrale positie

Het kan voorkomen dat een ouder die verwikkeld is in een (vecht)scheiding de gemeente om advies vraagt over hoe hij/zij er voor kan zorgen dat het kind na de scheiding bij hem/haar komt wonen of bijvoorbeeld aangeeft dat hij/zij niet wil dat de andere ouder na de scheiding nog gezag heeft. Ik adviseer gemeenten deze ouder te verwijzen naar een jurist (advocaat/juridisch loket) en niet zelf (juridisch) advies te geven. Het is belangrijk dat de gemeente naar beide ouders een neutrale en onpartijdige positie inneemt. Door één van de ouders te adviseren over een familierechtelijk geschil, kan de schijn ontstaan dat de gemeente die betreffende ouder in een bevoorrechte positie stelt. Dat moet naar mijn mening voorkomen worden. Als de gemeente zorgen heeft over het kind, dan valt het uiteraard wel onder de zorgplicht van de gemeente om de noodzakelijke stappen te zetten. Adviseren over familierechtelijke geschillen valt echter niet onder de taak van gemeenten.