Fred Dukel, directeur Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten (SZW) bij de gemeente Den Haag, vertelt dat SZW drie belangrijke speerpunten heeft. ‘Eén daarvan is dat we meer mensen vanuit een uitkering naar werk of school willen helpen. Mensen moeten namelijk zoveel mogelijk in staat worden gesteld om op een zelfstandige manier mee te doen. Dat is goed voor henzelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Het tweede speerpunt is dat we huishoudens met problematische schulden of met een risico daarop hulp bieden bij het weer op orde krijgen van hun huishoudboekje. Daarvoor werken we samen met maatschappelijke organisaties zoals woningcoöperaties en energieleveranciers in het Schuldenlab070.’

Armoedebeleid

Met het derde speerpunt wil de gemeente Den Haag een stevig armoedebeleid neerzetten, zodat ook kwetsbare groepen mee kunnen doen in de stad. ‘Daarvoor hebben we een aantal armoedevoorzieningen in het leven geroepen. Denk aan de Ooievaarspas, waarmee mensen met een laag inkomen korting krijgen op culturele of sportactiviteiten. Er is ook het kindpakket, waarbij kinderen een vergoeding krijgen voor de aanschaf van schoolspullen, een computer of fiets.’ De gemeente Den Haag gaf in 2017 meer dan 10 miljoen euro uit aan kinderen in armoede. ‘Kinderen kiezen niet voor de omstandigheden waarin ze opgroeien en mogen niet de dupe worden van de financiële problemen van hun ouders.’

Gezinnen in armoede

Om de drie speerpunten adequaat te kunnen oppakken zijn data volgens Dukel cruciaal. ‘Data spelen een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Het gebruik van data past bij een overheid die steeds meer kennisgericht werkt. Den Haag is een stad van kennis en innovatie. Daarom vindt de gemeente het belangrijk om samen te werken met kennisinstituten zoals het CBS en de Universiteit Leiden.’ De gemeente Den Haag heeft al veel data, maar er zijn ook onderwerpen waar minder zicht op is. ‘We laten tweejaarlijks een armoedemonitor samenstellen, waarin over de omvang en de samenstelling van de doelgroepen in armoede wordt gerapporteerd. Ook geeft de monitor inzicht in het gebruik en het bereik van de voorzieningen op het gebied van armoede. Maar de gemeente heeft niet álle cijfers. Zo willen we graag nog meer weten over de achtergrondkenmerken en leefsituatie van gezinnen in armoede met kinderen. Vooral over de werkende gezinnen met een laag inkomen. Deze groep werkende armen is voor de gemeente lastig in kaart te brengen en te bereiken, omdat zij geen uitkering of andere voorziening van de gemeente gebruiken.’

Op wijkniveau inzoomen

De gemeente Den Haag heeft medio vorig jaar weloverwogen gekozen voor de oprichting van een CBS Urban Data Center/Den Haag. Waarom? Dukel: ‘Het CBS beschikt over gegevens die een waardevolle aanvulling kunnen zijn op wat wij al weten. We weten hoeveel kinderen in armoede leven in Den Haag. Maar door de data van het CBS hebben we nu meer kennis over de gezinnen waar deze kinderen in opgroeien, bijvoorbeeld over hoe het huishouden is samengesteld en of ouders inkomen ontvangen uit werk. Daarnaast kunnen we beter op wijkniveau inzoomen. Daardoor kunnen we deze gezinnen nog beter ondersteunen.’ De data van het CBS kunnen ook op andere terreinen een belangrijke rol spelen volgens Dukel. ‘Zo is er nog weinig bekend over wat mensen doen nadat zij zijn uitgestroomd uit de bijstandsuitkering. Is er sprake van werk en wat voor soort werk? En wat verdienen zij met dit werk? Met de gegevens van het CBS kunnen we meer zicht krijgen op hoe die uitstroom verloopt en of de middelen die we vanuit de gemeente daarvoor inzetten efficiënt worden gebruikt.’ Een ander belangrijk punt bij de samenwerking is dat de kennis van het CBS over onder meer privacy kan worden ingezet bij de dataverwerking.

Goede afstemming

Op 26 september 2017 werd tijdens een feestelijke opening het CBS Urban Data Center/Den Haag gelanceerd. Daaraan vooraf vonden er een aantal verkennende gesprekken en workshops plaats tussen het CBS en de gemeente. Dukel: ‘Een kans voor beide partijen om door samenwerking elkaar te versterken. Maar dat is best nog ingewikkeld, omdat beide organisaties vanuit een andere context opereren. Het CBS is onafhankelijk, terwijl er in de gemeente altijd verantwoording moet worden afgelegd aan de gemeenteraad. Daarnaast spelen bijvoorbeeld definitieverschillen een rol. Zo bleek bij het onderzoek van het CBS naar Haagse kinderen in armoede dat het CBS een andere definitie hanteert dan de gemeente. Belangrijk leerpunt is daarom dat beide partijen vroegtijdig aan het begin van het traject dit soort zaken goed met elkaar afstemmen.’