Soms werkt een inburgeringsplichtige en is het inburgeringstraject daarmee lastig te combineren. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een inburgeringsplichtige van maandag t/m vrijdag werkt en het inburgeringstraject in de regio geen avond- en weekendlessen aanbiedt.

De inburgeringsplichtige zou samen met zijn werkgever kunnen kijken of er afspraken mogelijk zijn. Bijvoorbeeld (tijdelijk) minder uren werken. Of afspraken maken met de werkgever over andere of flexibelere werktijden. Daarnaast kan de inburgerings-plichtige natuurlijk ook een andere baan zoeken, die beter te combineren is met het inburgeringstraject. Maar wat als dit allemaal geen optie is? Zijn er mogelijkheden om binnen het inburgeringstraject rekening te houden met het hebben van een baan? Zowel de inburgeringsplichtige als de gemeente hebben daar namelijk belang bij. Bij het antwoord op deze vraag ga ik in op de 3 elementen van het inburgeringstraject: leerroute, MAP en PVT.

Leerroute

Gemeenten moeten een PIP (persoonlijk plan inburgering en participatie) met leerroute vaststellen voor iemand die inburgeringsplichtig is. Dat geldt dus ook voor inburgeringsplichtigen die werken. Er kan geen “vrijstelling” worden gegeven van de inburgeringsplicht vanwege het werken. Wel zijn er voor asielstatushouders en gezinsmigranten opties om hiermee rekening houden.

Online taalonderwijs
Online onderwijs bij een taalschool zou een uitkomst zijn voor (fulltime) werkende inburgeringsplichtigen. Het taalonderwijs kan dan gevolgd worden op een zelf gekozen moment. De Wet inburgering 2021 sluit online taalonderwijs niet uit. Wel hebben taalscholen met een Blik op Werk-keurmerk regels en normen voor afstandsonderwijs. Inburgeringsplichtigen die werken zouden dus op zoek kunnen gaan naar een taalaanbieder die (gedeeltelijk) online-taallessen aanbiedt. Ook gemeenten kunnen hierop inspelen door taalaanbieders te contracteren die online-taallessen aanbieden.

Later starten met inburgeringstraject
Daarnaast kan een gemeente voor een asielstatushouder in het PIP bepalen dat hij vanwege het werken pas later start met zijn inburgeringslessen. In de tussentijd kan belanghebbende op zoek gaan naar werk dat beter aansluit bij het inburgeringstraject. Het risico dat dit met zich meebrengt is dat deze persoon in de knel komt met de inburgeringstermijn van 3 jaar. Dit kan tot een boete leiden. Daar zal de inburgeringsplichtige wel op moeten worden gewezen.

De gemeente kan dus rekening houden met hun individuele situatie en het aantal uren taalles op maat bepalen.

Leerroute – asielstatushouders
Asielstatushouders krijgen een door de gemeente gefinancierd inburgeringstraject. Zij zijn verplicht daaraan deel te nemen. Binnen de B1-route moet de gemeente voor asielstatushouders de intensiteit, waaronder het aantal uren taalles, bepalen van de B1-route. In de wet is geen minimum of maximum aantal uren taalles vastgelegd. De gemeente kan dus rekening houden met hun individuele situatie en het aantal uren taalles op maat bepalen. In het PIP kan dus rekening worden gehouden met het (fulltime) werken door te bepalen dat de inburgeringsplichtige minder intensief taalles gaat volgen. Binnen de Z-route is het aantal uur taalles dat asielstatushouders moeten volgen, wel wettelijk vastgelegd. Ze moeten minimaal 800 uur taalles volgen voordat het eindgesprek kan plaatsvinden. Er zijn hier geen uitzonderingen op mogelijk. Ook de Onderwijsroute biedt weinig ruimte.

Leerroute – gezinsmigranten
Gezinsmigranten worden vanuit de wet niet verplicht om een inburgeringstraject in te kopen. Gezinsmigranten die werken kunnen dus ook besluiten geen cursus in te kopen, vervolgens met zelfstudie aan de slag gaan en daarna de examens maken. Maar voor de Z-route en de Onderwijsroute is dit eigenlijk geen optie, omdat dit grote gevolgen heeft. DUO verstrekt bij de Z-route dan namelijk geen inburgeringscertificaat. En bij de Onderwijsroute legt DUO een boete op, als de gezinsmigrant niet binnen 3 jaar klaar is met een ingekochte onderwijsroute. Bij de B1-route zou de inburgeringsplichtige gezinsmigrant wel in zijn eigen tijd met zelfstudie aan de slag kunnen gaan. Dat kan voor “slimme gezinsmigranten” handig zijn als die personen met zelfstudie voor het inburgeringsexamen zouden kunnen slagen binnen de inburgeringstermijn. Maar het niet inkopen van een B1-cursus brengt wel een risico met zich mee. Zo kan de gemeente binnen de B1-route alleen maar afschalen naar A2-niveau na 600 cursusuren bij een taalschool met het Blik op Werk keurmerk. Dus niet bij zelfstudie. En als de gezinsmigrant de taalexamens niet binnen de inburgeringstermijn van 3 jaar haalt, legt DUO een boete op.

MAP

Inburgeringsplichtigen die de B1-route of de Z-route volgen, moeten ook de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) volgen. Bij de onderwijsroute hoeft dit niet. De MAP is bedoeld om bekend te raken met de Nederlandse arbeidsmarkt en vaardigheden te ontwikkelen. Inburgeringsplichtigen die werken, weten soms al hoe de Nederlandse arbeidsmarkt in elkaar steekt. Beschikt de inburgeringsplichtige over voldoende “MAP-competenties”, dan kan dit in het PIP worden vastgelegd. De gemeente kan dan bij DUO direct melden dat de MAP is afgerond.

PVT

Inburgeringsplichtigen moeten het participatieverklaringstraject (PVT) afronden om te voldoen aan de inburgeringsplicht. Daarmee laten ze zien dat ze betrokken zijn bij de Nederlandse samenleving. Er bestaat geen speciale, op het PVT toegespitste vrijstelling (zoals er ook geen specifieke vrijstelling voor de MAP bestaat). Ook werkende inburgeringsplichtigen ontkomen dus niet aan het afronden van het PVT.

Verlenging inburgeringstermijn

Ten slotte wil ik nog de mogelijkheid benoemen van verlenging van de inburgeringstermijn door DUO. Mogelijk komen inburgeringsplichtigen die gedurende de inburgeringstermijn (fulltime) hebben gewerkt tegen het einde van de driejaarstermijn in aanmerking voor een verlenging van de inburgeringstermijn wegens aanzienlijke inspanningen. Dat is wel aan voorwaarden gebonden.

Wil je daarover meer weten dan kun je dat nalezen in onze kennisbank Schulinck Inburgering: Verlenging inburgeringstermijn bij aanzienlijke inspanningen.