De Wet inburgering 2021 trad op 1 januari 2022 inwerking. Een jaar later komen er veranderingen. Over de belangrijkste leest u in deze opinie. En verder vindt u een antwoord op deze vraag: Moet ik een PIP vaststellen als de inburgeringsplichtige een opleiding volgt?

Voor inburgering zijn september en oktober 2022 belangrijke maanden. Het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2023 is gepubliceerd (4 oktober). De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met aanpassing van het overgangsrecht aan (29 september). En de ministerraad nam de Concept Wijziging Besluit en Regeling inburgering 2021 aan (16 september). En dat alles gaat leiden tot veranderingen per 1 januari 2023. De belangrijkste bespreek ik in deze opinie.

Gemeentelijke ontheffing leerbaarheidstoets

En dan begin ik maar bij de wetswijziging die u als gemeente op dit moment al moet uitvoeren. Het gaat om een nieuw zesde en een nieuw zevende lid van artikel 14 Wet inburgering 2021.

De leerbaarheidstoets bevat veel visuele elementen. De inburgeringsplichtige klikt goede antwoorden aan of versleept onderdelen digitaal. Dat is een probleem voor iemand met een visuele beperking. Hij kan de leerbaarheidstoets nooit maken. De gemeente ontheft inburgeringsplichtigen met een visuele beperking daarom van de leerbaarheidstoets.

De toelichting op de leerbaarheidstoets is in schrift en als audiofragment beschikbaar in de 27 meest voorkomende talen. Ook gebarentaal of een tolk kunnen de informatie uit deze toelichting overbrengen. Voor iemand met een auditieve beperking is de toelichting soms een probleem. Hij kan de leerbaarheidstoets niet maken als hij de schriftelijke toelichting niet kan lezen of begrijpen, zelfs niet via beschikbare gebarentaal. De gemeente ontheft inburgeringsplichtigen met een auditieve beperking daarom van de leerbaarheidstoets als ze die niet kunnen afleggen.

Uitbreiding overgangsrecht

De Wet inburgering 2021 bevat al overgangsrecht. De oude wet blijft van toepassing op vreemdelingen die op 31 december 2021

  • een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier voor een niet tijdelijk verblijfsdoel1 of een verblijfsvergunning bepaalde tijd asiel hadden, en
  • daadwerkelijk inburgeringsplichtig waren.

De nieuwe Wet inburgering 2021 wordt nimmer op hen van toepassing.

De wetgever breidt dit overgangsrecht uit.

Zo komt er een nieuw artikel 54, derde lid, Wet inburgering 2021. Dit merkt de inburgeringsvrijstelling onder de oude wet wegens het volgen van een opleiding aan als een vrijstelling onder de nieuwe wet. Het is een discutabele wetswijziging. Wij menen dat u hier als gemeente vooral niet de betekenis aan moet hechten die de wetgever daaraan gehecht wil zien. Meer informatie vindt u in een opinie van mijn collega Denise Maas-Last. Over dit onderwerp verschijnt binnenkort waarschijnlijk ook een artikel in het tijdschrift Asiel&MigrantenRecht.

Ook worden er versoepelingen ingevoerd voor inburgeringsplichtigen die onder de oude wet vallen. Het gaat om:

  1. Een nieuwe ontheffing vanwege aantoonbaar geleverde inspanningen
  2. Een verlenging van de inburgeringstermijn op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen
  3. Een ambtshalve (gedeeltelijke) kwijtschelding van de lening en een ambtshalve draagkrachttoets
  4. De ondersteuning van de ELIP-groep. Het gaat hier om het formaliseren van bestuurlijke afspraken over ELIP-begeleiding door gemeenten. Daarmee creëert de wetgever ook een grondslag voor DUO om gegevens over mensen uit de ELIP-groep aan gemeenten te verstrekken. Dit zal de gemeentelijke ondersteuning van de ELIP-groep een stuk vergemakkelijken!

Vrijstelling inburgeringsplicht wegens Vmbo-opleiding

De Regeling inburgering 2021 wordt aangepast. Voortaan zullen ook het diploma van de basisberoepsgerichte leerweg (basis) en het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg (kader) binnen het Vmbo een vrijstelling van de inburgeringsplicht opleveren. Vanwege een al bestaande bepaling in die regeling zal er al tijdens het volgen van deze opleidingen een vrijstelling gelden.

Grond voor verlenging inburgeringstermijn

De wetgever creëert in het Besluit inburgering 2021 een grondslag om in de Regeling inburgering 2021 opleidingen die niet vrijstellen van de inburgeringsplicht aan te wijzen die een verlenging van de inburgeringstermijn rechtvaardigen. In de Regeling inburgering 2021 zullen deze niet-vrijstellende opleidingen worden aangewezen:

  1. Praktijkonderwijs (pro)
  2. Voortgezet speciaal onderwijs (vso), in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel en het uitstroomprofiel dagbesteding
  3. Entreeopleiding (Mbo niveau 1)

De internationale schakelklassen (ISK’s) naar de opleidingen genoemd onder 1 en 2 zijn inbegrepen.

Deze wetswijziging maakt het gemakkelijker om én de opleiding te voltooien én tijdig via de leerroute te voldoen aan de inburgeringsplicht. Het is de bedoeling dat jongeren doorgaan met hun niet-vrijstellende opleiding wanneer zij inburgeringsplichtig worden.

Uiterste dag voor vaststellen PIP

De gemeente moet een persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP) vaststellen. De eerste dag waarop dat kan is de dag waarop de vreemdeling inburgeringsplichtig wordt.

Er is ook een deadline voor het vaststellen van het PIP. De hoofdregel wordt als volgt. De deadline ligt 10 weken nadat de inburgeringsplichtige de DUO-kennisgeving over de inburgeringsplicht heeft ontvangen. Is de inburgeringsplichtige op de datum van die DUO-kennisgeving nog niet ingeschreven in de gemeente waar hij op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet 2014 wordt gehuisvest? Dan ligt de deadline 10 weken na de dag van inschrijving in de BRP van de gemeente.

De gemeente kan afwijken van deze hoofdregel. Dat kan alleen als het redelijkerwijs niet mogelijk is om het PIP binnen de 10-wekentermijn vast te stellen zonder informatie van een derde, van welke informatie het college in afwachting is. Uiterlijk twee weken na ontvangst van deze informatie stelt het college het plan dan alsnog vast.

 

Moet ik een PIP vaststellen als de inburgeringsplichtige een opleiding volgt?

 

PIP vaststellen bij het volgen van een opleiding?

Moet ik een PIP vaststellen als de inburgeringsplichtige een opleiding volgt? Deze vraag hangt nauw samen met bovenstaande wetswijzigingen.

Zoals u al heeft begrepen, zijn er opleidingen die vrijstellen van de inburgeringsplicht (vrijstellende opleidingen) en opleidingen die niet vrijstellen van de inburgeringsplicht (niet-vrijstellende opleidingen).

Vrijstellende opleidingen

U hoeft nog geen PIP vast te stellen zolang de leerling of student een vrijstellende opleiding volgt, zoals de Vmbo-opleiding of de universitaire opleiding.

Naar de letter van de wet zou u eigenlijk wel een PIP moeten vaststellen, maar uit de toelichting op het Besluit inburgering 2021 kan worden afgeleid dat het niet hoeft. Uit de toelichting op het Besluit inburgering 2021 kan namelijk worden afgeleid dat u in een ander geval ook geen PIP hoeft vast te stellen, namelijk als de inburgeraar een medische ontheffing heeft gekregen, terwijl ook dat naar de letter van de wet wel zou moeten. Ik zie geen reden waarom u dan wel een PIP zou moeten vaststellen als er een vrijstelling geldt, zoals de vrijstelling bij het volgen van een Vmbo-opleiding.

De wetswijzigingen zijn daarmee volledig in overeenstemming. Uit de wetswijzigingen blijkt namelijk dat het volgen van een vrijstellende opleiding geen grond is voor verlenging van de inburgeringstermijn. Dit stemt overeen met het gegeven dat u geen PIP hoeft vast te stellen zolang de inburgeringsplichtige een vrijstellende opleiding volgt. Zolang er geen PIP is, is er ook geen start van de inburgeringstermijn. En zolang er geen start van de inburgeringstermijn is, is er geen behoefte aan een grond voor verlenging van de inburgeringstermijn.

Niet-vrijstellende opleidingen

Als een leerling zo’n niet-vrijstellende opleiding volgt, moet u wél een PIP vaststellen. De wetswijzigingen zijn ook daarmee volledig in overeenstemming. Met de wetswijzigingen introduceert de wetgever de mogelijkheid van verlenging van de inburgeringstermijn bij het volgen van een drietal niet-vrijstellende opleidingen, zoals de entreeopleiding. Dat stemt overeen met het gegeven dat u wel een PIP moet vaststellen als de inburgeringsplichtige een niet-vrijstellende opleiding volgt. Als er een PIP is, is er ook een start van de inburgeringstermijn.

Volgt een inburgeringsplichtige de entreeopleiding, dan moet u dus een PIP vaststellen. In het PIP wordt volgens de wet altijd een leerroute vastgesteld: de B1-route, de Z-route of de Onderwijsroute. Volgt een inburgeringsplichtige de entreeopleiding, dan zijn er meer scenario’s mogelijk. Een daarvan is om in het PIP te bepalen dat de inburgeringsplichtige eerst zijn entreeopleiding af mag maken, maar dat hij in ieder geval met de leerroute aan de slag moet:

  • als hij de entreeopleiding afbreekt;
  • als hij de entreeopleiding succesvol heeft afgerond en aansluitend geen vrijstellende vervolgopleiding gaat volgen; of
  • als hij de entreeopleiding succesvol heeft afgerond, aansluitend een vrijstellende vervolgopleiding gaat volgen (MBO-2 bijvoorbeeld), maar deze vervolgopleiding afbreekt.

Twee aandachtspunten

Volgt iemand een niet-vrijstellende opleiding, zoals een entreeopleiding, dan zijn er twee aandachtspunten:

  1. U kunt nu al aan de slag met deze werkwijze! De inburgeringsplichtige leerling kan de aanvraag tot verlenging van de inburgeringstermijn namelijk op zijn vroegst indienen zes maanden voor het verstrijken van zijn inburgeringstermijn. Tegen de tijd dat hij de verlenging van de inburgeringstermijn kan aanvragen, is de wetswijziging die recht geeft op termijnverlenging al lang van kracht.
  1. De leerling moet zich het volgende goed realiseren. Na het vaststellen van het PIP gaat de inburgeringstermijn in. Heeft hij op het moment waarop de inburgeringstermijn is verstreken geen vrijstellende opleiding afgerond? En volgt hij op dat moment ook geen vrijstellende opleiding? Dan kan DUO een boete opleggen.

 

1 Eventueel, als het gaat om een geestelijke bedienaar: een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier voor een tijdelijk verblijfsdoel.