De kwestie van het overgangsrecht houdt de gemoederen bezig. Wanneer is de Wi2013 van toepassing en wanneer de Wi2021? DUO wijdde er onlangs een nieuwsbericht aan met voorbeelden. Over de visie van DUO valt te discussiëren. Volgens Schulinck pakt het overgangsrecht anders uit. Hoe en waarom? Dat leg ik in deze opinie uit.

Het overgangsrecht dat bepaalt of iemand onder de Wi2013 of onder de Wi2021 valt, staat in artikel 54 lid 1 Wet inburgering 2021. Volgens deze bepaling blijft de Wi2013 van toepassing op de personen op wie zij van toepassing was op 31 december 2021.

De opvatting van DUO over het overgangsrecht

Onder verwijzing naar, en op basis van een document van het Ministerie van SZW geeft DUO uitleg over deze bepaling. DUO doet dat in termen van hoofdregel en uitzonderingen daarop (ofwel: bijzondere situaties).

Hoofdregel van het overgangsrecht

Volgens de hoofdregel bepaalt de datum van bekendmaking van het verblijfsrecht of iemand onder de Wi2013 of de Wi2021 valt. Ligt die datum voor 1 januari 2022 dan is de Wi2013 van toepassing; ligt die datum op of na 1 januari 2022 dan is de Wi2021 van toepassing. Vervolgens worden er uitzonderingen op deze hoofdregel beschreven.

DUO: Uitzonderingen van het overgangsrecht

Uitzonderingen vanwege vrijstellingen of ontheffingen staan hoog genoteerd in het document van het Ministerie van SZW. Zo wordt er bijvoorbeeld afgeweken van de hoofdregel dat de Wi2013 van toepassing is wanneer de datum van bekendmaking van het verblijfsrecht weliswaar voor 1 januari 2022 ligt, maar de persoon pas op of ná 1 januari 2022 niet langer jonger is dan 16 jaar.

Verschillen in opvatting over het overgangsrecht

De Wi2013 is niet van toepassing op vreemdelingen wiens verblijfsrecht weliswaar voor 1 januari 2022 is bekendgemaakt, maar voor wie op 31 december 2021 een vrijstelling gold. Dit is in lijn met het standpunt van Schulinck dat de Wi2013 van toepassing is op vreemdelingen die op 31 december 2021 daadwerkelijk inburgeringsplichtig waren. Op een belangrijk punt verschillen DUO en Schulinck echter van mening. Volgens DUO vallen personen voor wie op 31 december 2021 een vrijstelling gold namelijk automatisch onder de Wi2021 als de vrijstelling wegvalt. Volgens Schulinck is dat niet zo. Om onder de Wi2021 te vallen geldt er volgens onze opvatting als extra vereiste dat de vreemdeling op of na 1 januari 2022 (eventueel: opnieuw) een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier of asiel verkrijgt (niet heeft). Want de Wi2021 is op 1 januari 2022 ingegaan. En verkrijgen betekent bekendmaking van het verblijfsrecht.

 

Een belangrijk punt waarop DUO en Schulinck echter van mening verschillen, is dat personen voor wie op 31 december 2021 een vrijstelling gold, volgens DUO automatisch onder de Wi2021 vallen als de vrijstelling wegvalt en volgens Schulinck niet.

 

Een ander belangrijk punt waarop DUO en Schulinck van mening verschillen betreft vrijwillige inburgeraars onder de Wi2013. Volgens Schulinck blijft de Wi2013 ook van toepassing op degenen die als vrijwillige inburgeraar op grond van artikel 4.1 Bi2013 een lening konden afsluiten. Zie ook Kamerstukken II 2019/20, 35483, nr. 3, p. 106 en p. 136. De Wi2013 wordt, zoals dat heet, geëerbiedigd waar het om deze personen gaat. Die eerbiedigende werking leidt er volgens Schulinck toe dat de nieuwe Wet inburgering 2021 niet op hen van toepassing kan worden, ongeacht of die vrijwillige inburgeraars onder de Wi2013 het inburgeringsdiploma hebben gehaald of niet. Volgens de opvatting van DUO daarentegen kunnen vrijwillige inburgeraars die onder de Wi2013 hun diploma op A2-niveau hebben behaald inburgeringsplichtig worden onder de Wi2021.

Meer lezen?

Tot zover een niet volledig antwoord op de vraag hoe en waarom het overgangsrecht volgens Schulinck anders uitpakt dan beschreven in het nieuwsbericht van DUO. Wilt u meer weten over het overgangsrecht? Lees dan mijn bijdrage in ‘De scheidslijn tussen oude en nieuwe Wet inburgering 2021’ (de Gemeentestem 2022/109). Daarin onderbouw ik deze opvatting:

De nieuwe Wet inburgering 2021 is (enkel) van toepassing op vreemdelingen die op of na 1 januari 2022 (eventueel: opnieuw) een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier of asiel verkrijgen. De nieuwe Wet inburgering 2021 wordt echter nimmer van toepassing op vreemdelingen die op 31 december 2021 daadwerkelijk inburgeringsplichtig waren en op degenen die als vrijwillige inburgeraar op grond van artikel 4.1 Bi2013 een lening konden afsluiten; op hen is de oude wet nog van toepassing.

 

Wilt u als gemeente op de hoogte blijven van alle actuele ontwikkelingen op het gebied van Inburgering? Neem dan een abonnement op onze Kennisbank Schulinck Inburgering