Het kan ons allemaal overkomen. Hartstikke gezond, maar met de fiets gevallen. 6 weken in het gips. Of een geplande operatie waardoor iemand 8 weken moet herstellen. Heeft deze patiënt huisgenoten, dan kunnen zij tijdelijk het huishouden doen. Maar woont hij alleen en heeft hij geen netwerk, dan kan hij zich bij de gemeente melden voor hulp bij huishouden. Moet de gemeente deze hulp vanuit de Wmo toekennen? Of is deze algemeen gebruikelijk vanwege de geringe duur en kosten? In deze opinie geef ik antwoord op deze vraag.

Langdurig noodzakelijk

Een gemeente hoeft in principe alleen ondersteuning te bieden, als deze langdurig noodzakelijk is. Voor kortdurende ondersteuning moet een inwoner, met zijn sociale netwerk, zelf zorgdragen. Kan iemand met zijn gipsen been de trap niet op, dan kan het bed voor korte tijd in de woonkamer staan. Even niet douchen is jammer, maar kan men oplossen met wassen op bed. Hulpmiddelen die kort nodig zijn, vallen onder de Zorgverzekeringswet.

Hulp bij huishouden is uitzondering

Er is één uitzondering op de eis van langdurigheid: hulp bij huishouden. In de Memorie van Toelichting bij de Wmo 2007 staat het volgende:

Wat als een ongehuwde alleenstaande vrouw tijdelijk hulp nodig heeft na een ingrijpende operatie en zij zich niet heeft verzekerd, blijft zij dan noodgedwongen langer opgenomen, of gaat zij naar huis met het risico van overbelasting? Ten aanzien van de huishoudelijke verzorging geldt dat deze overgaat naar de Wmo. Gemeenten voeren de Wmo uit. De Wmo kent geen verzekeringskarakter. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huishoudelijke verzorging, óók na ziekenhuisopname.

In de wetsgeschiedenis van de Wmo 2015 is geen enkele indicatie te vinden dat dit onder de nieuwe Wmo anders zou zijn.

Algemeen gebruikelijk

Bij inwerkingtreding van de Wmo 2015 was korte tijd onduidelijk of hulp bij huishouden nog wel onder de Wmo viel. Gelukkig brachten de uitspraken van mei 2016 daar al snel duidelijkheid in. Hulp bij huishouden valt dus – ook bij kortdurende noodzaak – onder de Wmo 2015. Maar kan dat dan toch algemeen gebruikelijk zijn? Een belangrijke vraag, omdat de gemeente dan alsnog de ondersteuning kan afwijzen.

Uit de welbekende uitspraak van de CRvB van eind 2019 blijkt dat daarvoor enerzijds vooral van belang is of een voorziening speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking. Dat is zeker niet het geval bij hulp bij huishouden. Menig huishouden drijft op de noeste arbeid van een hulp.

Anderzijds zijn de kosten van belang. Bij kortdurende hulp kunnen deze gering zijn. Stel het in de inleiding genoemde voorbeeld; van de fiets gevallen, 6 weken gips, huishoudelijke hulp is nodig voor 3 uur per week. Met het huidige tarief voor het sociale netwerk zijn de kosten dan 3 uur x € 19,81 x 6 weken = € 356,58.

Dat bedrag valt ruim onder het bedrag van € 1220,- dat de Rechtbank Rotterdam te veel vond voor plotseling opkomende beperkingen. En het is ook ruim onder het vaker gehanteerde drempelbedrag van 5% van de bijstandsnorm over 36 maanden.

kortdurende huishoudelijke hulp kan niet algemeen gebruikelijk zijn

Uitdrukkelijke opdracht, dus toch toekennen ondanks geringe kosten

Appeltje eitje zou je zeggen. Ruim onder de maximumbedragen, dus algemeen gebruikelijk. En toch denken wij dat een gemeente deze hulp bij huishouden niet daarom kan afwijzen. Waarom niet? Juist omdat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het de bedoeling is dat deze huishoudelijke hulp wel onder de Wmo valt. Deze uitdrukkelijke opdracht aan gemeenten mag niet via de achterdeur alsnog afgewezen worden, ongeacht de kosten.

Wel gedeeltelijk algemeen gebruikelijk

Uit jurisprudentie blijkt dat sommige onderdelen van hulp bij huishouden algemeen gebruikelijk kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de glazenwasser of de boodschappendienst. Dat kan dus ook als de noodzaak voor ondersteuning maar kort aanwezig is.

Algemene voorziening

Dat kortdurende hulp bij huishouden onder de Wmo valt, betekent niet dat dit altijd een maatwerkvoorziening moet zijn. De gemeente kan dit ook organiseren in de vorm van een algemene voorziening. Dat kan voor alle hulp bij huishouden, of alleen voor de kortdurende noodzaak.

 

Deze opinie is er een in een reeks over de term algemeen gebruikelijk. Eerder al schreef ik over algemeen gebruikelijke voorzieningen bij schulden en over wat de betekenis is van de voorwaarde dat voorzieningen niet specifiek zijn gemaakt voor mensen met een beperking. Wilt u nog meer weten over de term ‘algemeen gebruikelijk’, of over de voorwaarden en weigeringsgronden voor een Wmo-maatwerkvoorziening? Kijk dan op de pagina Algemeen gebruikelijk in de Kennisbank Schulinck Wmo. Geen abonnement/? U kunt hier een proefabonnement aanvragen.