Het Wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg is onderdeel van de Hervormingsagenda Jeugd. De naam van het voorstel zegt het al. Het moet zorgen voor een verbetering van de beschikbaarheid van jeugdhulp. Hoe wil het wetsvoorstel dat bereiken? De wet deelt gemeenten op in regio’s. Binnen die regio’s moeten gemeenten een ‘regiovisie’ opstellen met plannen om de beschikbaarheid van specialistische jeugdhulp te bevorderen. Ook worden gemeenten verplicht bepaalde hulp regionaal in te kopen.
Inkoop specialistische jeugdhulp
Waarom is het wetsvoorstel nodig? Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht. Ze zijn verplicht om de noodzakelijke jeugdhulp in te zetten. Het maakt daarbij niet uit of de benodigde jeugdhulp nou vaak nodig is of niet. Voor de meest voorkomende vormen van jeugdhulp geldt dat gemeenten deze makkelijk zelf kunnen inkopen. Voor specialistische jeugdhulp is dat echter niet altijd het geval. Hoe specialistischer de benodigde hulp is, hoe kleiner de kans dat die jeugdhulp bij een (gecontracteerde) aanbieder in een gemeente te vinden is.
En wat nou als die specialistische jeugdhulp niet gecontracteerd is, maar wel echt nodig is? Dan moet de gemeente een geschikte aanbieder zoeken. Met die aanbieder moet de gemeente daarna maatwerkafspraken maken. Dit kost de nodige tijd. En die tijd heeft iemand met een behoefte aan specialistische hulp niet zomaar. Door de inkoop op voorhand beter te regelen, scheelt dat gemeenten veel papierwerk bij de inzet van dat soort jeugdhulp. Dit zorgt voor een meer toereikend aanbod van hulp, waardoor de jeugdige sneller de benodigde hulp krijgt. En dit scheelt ook geld, omdat regionaal beter afspraken met een aanbieder kunnen worden gemaakt.
Mogelijkheden voorstel niet nieuw, verplichting wel
Een goede samenwerking in de inkoop lijkt dus een oplossing voor de onnodige vertraging door het steeds maar moeten maken van maatwerkafspraken. Maar is de mogelijkheid tot samenwerking dan zo nieuw? De mogelijkheden niet, maar de verplichting tot samenwerking wel. De Staatssecretaris vindt een meer verplichtend karakter nodig. Hij ziet namelijk dat in de praktijk de samenwerking te vrijblijvend is. Er zijn door het land dan ook veel verschillen. De ene gemeente of regio heeft zijn zaakjes beter op orde dan de andere. Hierdoor is het zicht op kwetsbaarheden in de inkoop onvoldoende.
Kaders zijn belangrijk, maar zijn niet alles
Nou, inkoopafspraken maken en gaan met die banaan dan maar? Laat voorop staan dat in mijn ogen de gedachte achter het wetsvoorstel goed is. Toch moeten we nog even wachten met het lopen van de polonaise. Een betere beschikbaarheid van jeugdhulp is namelijk niet alleen een kwestie van het aanpassen van een wet. Bij de inkoop van (specialistische) jeugdhulp spelen al jaren knelpunten die een wetswijziging niet zomaar oplost. Zo is gespecialiseerde jeugdhulp nou eenmaal niet overal te vinden. Ook hebben jeugdhulpaanbieders regelmatig te maken met personeelstekorten.
Afspraken zijn mooi, maar een goed lopende werkelijkheid is wat we nodig hebben.
Een wet kan gemeenten dus wel verplichten tot het inkopen van passende hulp, maar het lost bijvoorbeeld een tekort aan behandelplekken niet op. Gemeenten kunnen in een regiovisie plannen maken voor de inkoop van jeugdhulp, maar het maken van plannen leidt niet één op één tot resultaten als er regionaal simpelweg geen aanbieders beschikbaar zijn om in te kopen. We moeten er dus voor zorgen dat we de inkoop niet alleen juridisch goed regelen, maar ook dat de praktijk hierin mee kan.
Van wet naar praktijk
Om te zorgen dat de praktijk aansluit bij de wet, is het van belang dat de gemeenten (de regio’s) de praktijk ook betrekken bij het uitvoeren van de wet. Betrek bijvoorbeeld de aanbieders bij het opstellen van de regiovisies. Aanbieders kunnen meedenken over wat haalbaar is binnen hun capaciteit en expertise. Op die manier zullen de plannen beter aansluiten bij de realiteit van de zorgpraktijk.
Zonder voldoende gekwalificeerd personeel komt ook de best georganiseerde regionale inkoop niet tot zijn recht. Daarom moet naast wetgeving ook volop geïnvesteerd worden in het aantrekken én behouden van jeugdhulpprofessionals. Anders blijft het bij mooie ideeën en afspraken, maar leidt de uitvoering tot niks.
Een stap de goede richting in
Het wetsvoorstel is in ieder geval een stap vooruit. Het schept helderheid, benadrukt de noodzaak van samenwerking en laat zien dat de beschikbaarheid van jeugdhulp geen vrijblijvend thema meer is. Maar wetgeving alleen is geen garantie voor betere zorg. Gemeenten kunnen dit niet alleen. Daarom is het belangrijk dat gemeenten, het Rijk, maar ook zeker aanbieders samen aan de slag gaan. Niet alleen met het schrijven van plannen, maar met het versterken van de infrastructuur van de jeugdzorg. Alleen dan maken we van een goede wet ook een succes in de praktijk.
Het wetsvoorstel is op dit moment aangenomen door de Tweede Kamer. Pas wanneer de Eerste Kamer het voorstel aanneemt, treedt de wet in werking. Staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) hoopt dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel snel bespreekt.