Met de nieuwe Wet inburgering 2021 krijgt de gemeente weer taken terug die zij vóór 2013 had. In het nieuwe stelsel zitten allerlei termijnen die de gemeente of de inburgeringsplichtige in acht moet nemen. Voor de gemeente gelden bijvoorbeeld termijnen voor de brede intake, voor het vaststellen van het Plan Inburgering en Participatie (PIP), voor het zogenoemde schakelen, voor het zogenoemde afschalen, voor het zogenoemde 'ontzorgen' en voor het opleggen van een bestuurlijke boete. Na het verstrijken van de termijn voor het opleggen van een boete vervalt de bevoegdheid om een boete op te leggen. Voor de inburgeringsplichtige gelden met name de termijn van de inburgeringsplicht en de daarvan te onderscheiden inburgeringstermijnen. In deze bijdrage een - niet compleet - overzicht van termijnen in het nieuwe stelsel.

  1. Termijn inburgeringsplicht

De termijn van de inburgeringsplicht volgt uit de hoofdstukken 2 en 3 van het concept wetsvoorstel. De duur van de inburgeringplicht kan concreet bezien van geval tot geval verschillen.

Aanvang inburgeringsplicht

De inburgeringsplicht van een vreemdeling vangt aan op het moment dat hij een vergunning bepaalde tijd asiel of een vergunning bepaalde tijd regulier[1] ontvangt. Als er op dat moment nog een vrijstelling op hem van toepassing is (bijvoorbeeld omdat hij nog leerplichtig of kwalificatieplichtig is), dan vangt de inburgeringsplicht aan zodra die vrijstelling niet meer geldt.

Einde inburgeringsplicht

De termijn van de inburgeringsplicht eindigt wanneer de vreemdeling aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, dat wil zeggen wanneer hij het inburgeringsexamen[2] heeft behaald of het taalschakeltraject of de Z-route heeft afgerond, en het participatieverklaringstraject (PVT) en de module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP)[3] heeft afgerond.

De termijn van de inburgeringsplicht eindigt ook wanneer er een ontheffing (bijvoorbeeld een medische ontheffing) van toepassing wordt. Een ontheffing wordt gegeven door DUO.

De termijn van de inburgeringsplicht eindigt in beginsel ook wanneer de vergunning bepaalde tijd asiel of regulier niet meer geldt.[4]

De termijn van de inburgeringsplicht eindigt in beginsel ook wanneer een voor de inburgeringsplicht bepalende factor – het geestelijke bedienaar zijn of het niet tijdelijke doel van de verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier – niet meer bestaat.[5] 

Er kan soms een lange tijd verstrijken tussen de aanvang van de inburgeringsplicht en de aanvang van de inburgeringstermijnen

  1. Inburgeringstermijnen

De inburgeringstermijnen zijn de termijn waarbinnen de inburgeringsplichtige klaar moet zijn met zijn leerroute en de termijn waarbinnen hij klaar moet zijn met het participatieverklaringstraject (PVT) en de module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP). De inburgeringstermijnen zijn geregeld in hoofdstuk 4 van het concept wetsvoorstel. Ook de inburgeringstermijnen kunnen concreet bezien van geval tot geval verschillen.

Aanvang inburgeringstermijnen

De inburgeringstermijnen vangen aan op de dag waarop de inburgeringsplichtige in de basisregistratie personen (BRP) is ingeschreven. Bij asielstatushouders gaat het om inschrijving in de BRP van de gemeente die verantwoordelijk is voor de huisvesting van de statushouder.

Met name bij asielmigranten kan soms een lange tijd verstrijken tussen de aanvang van hun inburgeringsplicht (zie daarover punt 1) en de aanvang van hun inburgeringstermijnen.

[Opmerking: In het definitieve wetsvoorstel is de aanvang van de inburgeringstermijnen anders geregeld: De inburgeringstermijnen starten op de dag na dagtekening van het Plan Inburgering en Participatie (PIP).]

Einde inburgeringstermijnen

De inburgeringstermijn voor het behalen van het inburgeringsexamen of het afronden van het taalschakeltraject of de Z-route is in beginsel 3 jaar. (Een taalschakeltraject zal trouwens naar verwachting anderhalf jaar duren en de Z-route naar verwachting twee jaar.)

De inburgeringstermijn voor het afronden van het participatieverklaringstraject (PVT) en de module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) is 18 maanden.

De inburgeringstermijn eindigt in beginsel dus na 3 jaar respectievelijk 18 maanden. DUO kan de termijn van 3 jaar en de termijn van 18 maanden verlengen als de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat het overschrijden van die termijn hem niet te verwijten valt.

[Opmerking: In het definitieve wetsvoorstel zijn de inburgeringstermijnen voor het afronden van het PVT en de MAP gelijkgetrokken met de inburgeringstermijn voor het behalen van het inburgeringsexamen of het afronden van het taalschakeltraject of de Z-route: 3 jaar.]

[Opmerking: In artikel 12 van het definitieve wetsvoorstel is – naast de verlenging wegens het ontbreken van verwijtbaarheid – de mogelijkheid opgenomen tot een verlenging van de driejaarstermijn wanneer in de loop van het inburgeringstraject blijkt dat niveau B1 niet binnen deze termijn gehaald kan worden, maar met een langere termijn wel.]

  1. Termijn brede intake voor gemeente

De termijn voor de brede intake is geregeld in hoofdstuk 5, artikel 14, in samenhang met hoofdstuk 2, artikel 3, van het concept wetsvoorstel.

Aanvang termijn brede intake

Met de brede intake kan de gemeente beginnen vanaf de dag waarop de inburgeringsplicht van de vreemdeling aanvangt. De inburgeringsplicht van een vreemdeling vangt in beginsel aan op het moment dat hij een vergunning bepaalde tijd asiel of een vergunning bepaalde tijd regulier ontvangt. Asielmigranten ontvangen hun verblijfsvergunning bepaalde tijd asiel in het AZC. Daarom kan de gemeente al in het AZC beginnen met de brede intake van asielmigranten.

Einde termijn brede intake

Het concept wetsvoorstel regelt niet uitdrukkelijk wanneer de gemeente de brede intake uiterlijk moet hebben afgerond. Het ligt voor de hand dat de gemeente de oproep voor de afname van de brede intake zo spoedig mogelijk doet. De brede intake moet in ieder geval zijn afgerond vooraleer het Plan Inburgering en Participatie (PIP) wordt vastgesteld. De termijn waarbinnen het PIP moet zijn afgerond, zal wél nog in nadere regelgeving worden bepaald. Voor die termijn wordt op dit moment gedacht aan een termijn van zes weken.

[Opmerking: In het definitieve wetsvoorstel wordt gedacht aan een termijn van tien weken.]

  1. Termijn brede intake voor inburgeringsplichtige

Bij de oproep voor de afname van de brede intake stelt de gemeente de inburgeringsplichtige een termijn. Het concept wetsvoorstel bevat geen voorschriften over de duur van die termijn.

  1. Termijn PIP

De termijn voor het Plan Inburgering en Participatie (PIP) is geregeld in hoofdstuk 5, artikel 15, van het concept wetsvoorstel.

Aanvang termijn PIP

Het concept wetsvoorstel regelt niet uitdrukkelijk wanneer de gemeente kan beginnen met de vaststelling van het PIP. Wél bepaalt artikel 15 van het concept wetsvoorstel dat het PIP wordt vastgesteld op basis van de brede intake. Met de brede intake kan de gemeente beginnen vanaf de dag waarop de inburgeringsplicht van de vreemdeling aanvangt.

Einde termijn PIP

De termijn waarbinnen het PIP moet zijn afgerond, zal nog in nadere regelgeving worden bepaald. Voor die termijn wordt op dit moment gedacht aan een termijn van zes weken. Onduidelijk is nog wanneer die termijn aanvangt. Het ligt voor de hand dat de termijn zal aanvangen bij inschrijving in de BRP van de huisvestingsgemeente.

[Opmerking: In het definitieve wetsvoorstel wordt gedacht aan een termijn van tien weken.]

  1. Termijn aanbod aan asielmigranten

De gemeente doet asielmigranten tijdig een cursus- of opleidingsaanbod waarmee zij aan de voor hen vastgestelde leerroute kunnen voldoen. In nadere regels op grond van hoofdstuk 5, artikel 16, kan (facultatief) een termijn voor tijdigheid van het aanbod worden voorgeschreven. Het voorschrijven van zo’n termijn lijkt mij wenselijk.

[Opmerking: In het definitieve wetsvoorstel is de bepaling dat in nadere regels een termijn voor tijdigheid van het aanbod kan worden voorgeschreven, geschrapt.]

  1. Termijn maatschappelijke begeleiding

De gemeente voorziet in de maatschappelijke begeleiding van asielstatushouders en hun gezinsleden. De maatschappelijke begeleiding vangt aan op de dag waarop de inburgeringsplichtige in de basisregistratie personen (BRP) is ingeschreven. Bij asielstatushouders gaat het om inschrijving in de BRP van de gemeente die verantwoordelijk is voor de huisvesting van de statushouder. Dit is geregeld in hoofdstuk 5, artikel 13, van het concept wetsvoorstel.

  1. Termijn boete

De gedragingen van de inburgeringsplichtige die door de gemeente moeten worden beboet zijn geen zogenoemde zware overtredingen, omdat van een zware overtreding pas sprake wanneer een bestuurlijke boete van meer dan € 340,- kan worden opgelegd. Het zijn zogenoemde lichte overtredingen. Daarom vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete 3 jaren nadat de beboetbare gedraging heeft plaatsgevonden. Bij overschrijding van deze driejaarstermijn vervalt de beslisbevoegdheid.

 

[1] Let op: Vreemdelingen met een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier kunnen voor een tijdelijk doel in Nederland zijn en daarom niet inburgeringsplichtig zijn. Geestelijke bedienaren met een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier zijn inburgeringsplichtig, ook al is die verblijfsvergunning voor een tijdelijk doel.
[2] Kennis van de Nederlandse maatschappij (KNM) is een onderdeel van het inburgeringsexamen en is als zodanig geen onderdeel van het taalschakeltraject of de Z-route.
[3] De verplichting om de module Arbeidsmarkt en Participatie af te ronden is niet van toepassing op de inburgeringsplichtige die het taalschakeltraject volgt of heeft afgerond.
[4] In gevallen waarin dit van tijdelijke duur is, kan de inburgeringsplicht toch voortduren.
[5] In gevallen waarin dit van tijdelijke duur is, kan de inburgeringsplicht toch voortduren.