Gemeenten blijken het persoonlijke Plan Inburgering en Participatie (PIP) in de praktijk niet alleen te baseren op de uitkomsten van de leerbaarheidstoets. Ze gebruiken vaak ook beoordelingen van taaldocenten van een proefklasje waarin ze inburgeringsplichtigen plaatsen. Wat zegt dat over de leerbaarheidstoets? En kan dat allemaal wel voor de deadline voor het vaststellen van het PIP? Dit en meer, lees je in deze opinie.

Leerbaarheidstoets in de brede intake

De inburgering start met een brede intake door de gemeente. De leerbaarheidstoets is een verplicht onderdeel van die brede intake. De uitslag van de leerbaarheidstoets geeft een richting welke leerroute het best past bij de inburgeringsplichtige: de B1-route, de onderwijsroute of de Z-route. Afwijken van de uitkomsten van de leerbaarheidstoets mag, als daar goede redenen voor zijn. De uitkomsten van de Brede intake worden uiteindelijk vastgelegd in het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP).

Andere elementen van de brede intake

De verplichte leerbaarheidstoets is niet de enige indicatie voor het vaststellen van de leerroute. Afgezien van de leerbaarheidstoets mogen gemeenten zelf bepalen hoe de brede intake wordt vormgegeven. Dit kan bijvoorbeeld door middel van intakegesprekken met de inburgeringsplichtige. Of door het opvragen van informatie bij het COA. We zien ook dat veel gemeenten tijdens de brede intake de expertise van taalscholen gebruiken. De inburgeringsplichtige volgt dan als onderdeel van de brede intake een traject bij de taalschool. Het doel hiervan is om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het leerniveau, de ambitie en de ontwikkelmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Het traject bij de taalschool wordt dan vaak afgesloten met een advies van de taalschool over welke leerroute het meest passend is. Het betrekken van de taalschool bij het bepalen van de leerroute brengt gevolgen met zich mee. Deze zal ik hieronder beschrijven.

Deadline PIP

Het betrekken van de taalschool bij de brede intake brengt met zich mee dat de brede intake langer duurt. Hierdoor kan de deadline voor het vaststellen van het PIP in het gedrang kan komen. De gemeente moet het PIP vaststellen binnen 10 weken, nadat de inburgeringsplichtige de DUO-kennisgeving over de inburgeringsplicht heeft ontvangen. Is de inburgeringsplichtige op de datum van die DUO-kennisgeving nog niet ingeschreven in de gemeente waar hij op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet 2014 wordt gehuisvest? Dan ligt de deadline 10 weken na de dag van inschrijving in de BRP van de gemeente. Hierop is een uitzondering mogelijk. Die ziet op situaties waarin de gemeente wacht op informatie van een derde partij die essentieel is voor de vaststelling van het PIP.1 Het advies van een taalaanbieder over de te volgen leerroute is mijns inziens niet essentieel voor de vaststelling van het PIP. Ja, het geeft wellicht een nog completer beeld. Maar de gemeente kan ook zonder die informatie (maar met de uitslag van de leerbaarheidstoets en de informatie uit de intakegesprekken) een PIP met leerroute vaststellen. Mijn conclusie is dus dat in de situatie waarbij gewacht wordt op informatie van de taalschool, er geen ruimte is om de deadline voor het vaststellen van het PIP uit te stellen. De gemeente moet zich in zo’n geval gewoon houden aan de deadline van 10-weken.

Overigens zijn de juridische risico’s die kleven aan overschrijding van de termijn voor het vaststellen van het PIP, waarschijnlijk niet zo heel groot. Als de termijn wordt overschreden kan de inburgeringsplichtige (rechtstreeks) beroep instellen bij de rechtbank. Ik betwijfel of er veel inburgeringsplichtigen zijn die deze weg zullen bewandelen. Ook verwacht ik niet dat het ministerie in zal grijpen en als het ministerie al in zou grijpen bij termijnoverschrijding, dan krijg je als gemeente eerst altijd nog een kans om je gedrag te verbeteren.

Inburgeringsplichtigen die tijdens de brede intake een traject volgen bij de taalschool, krijgen vaak al taallessen.

Bestede uren taalonderwijs tijdens de brede intake

Inburgeringsplichtigen die tijdens de brede intake een traject volgen bij de taalschool, krijgen vaak al taallessen. Dit met als doel om tot een passend advies voor een leerroute te komen. Mogen deze gevolgde uren aan taallessen dan in mindering gebracht op de (in het PIP vast te leggen) te volgen taaluren in de leerroute? Wat betreft de Z-route kunnen de in het kader van de brede intake gevolgde cursusuren Nederlands als tweede taal, in mindering worden gebracht op de urennorm.2 Bij de B1-route kan dat alleen als wordt afgeschaald van B1-niveau naar A2-niveau.3 Bij de onderwijsroute kunnen de gevolgde uren aan taallessen niet in mindering gebracht op de (in het PIP vast te leggen) te volgen taaluren in de leerroute.4

De leerbaarheidstoets

In de praktijk zien wij dus dat gemeenten waarde hechten aan een advies van de taalaanbieder over de te volgen leerroute. Wat zegt dit over de wettelijk verplichte leerbaarheidstoets? Schiet die te kort? Is er te weinig vertrouwen in de leerbaarheidstoets? De leerbaarheidstoets is weliswaar een objectief middel om te bepalen welke leerroute het meest passend is. Maar het is ook één momentopname, waarbij de uitslag anders kan uitvallen. Gevreesd wordt ook dat inburgeringsplichtigen op basis van de uitkomsten van de leerbaarheidstoets ten onrechte bij de Z-route uitkomen. Mijn collega Guido Le Noble schreef hier al meer over in zijn opinie “Weg met die leerbaarheidstoets”.  

Slot

Het betrekken van de taalschool bij het bepalen van de leerroute brengt enige vertraging met zich mee voorafgaand aan het vaststellen van het PIP. Maar het heeft zeker ook zijn voordelen. Een taalschool kan tijdens het taalonderwijs een eigen observatie doen en zo een compleet beeld krijgen van de inburgeringsplichtige. Dit met als doel om uiteindelijk een weloverwogen persoonlijk advies te geven over de te volgen leerroute, dat ook wordt gedragen door de inburgeringsplichtige. Hiermee kan dan ofwel de uitkomst van de leerbaarheidstoets worden bevestigd, ofwel kan het een onderbouwing geven om van de uitkomst van de leerbaarheidstoets af te wijken.

 

1 De wetgever denkt bij essentiële informatie van een derde met name aan informatie van DUO bij een lopende aanvraag om vrijstelling of ontheffing van de inburgeringsplicht en aan informatie inzake een diploma-waardering door Internationale diplomawaardering (IDW).

2 Zie artikel 3.14 lid 6 Besluit inburgering 2021.

3 Afschalen is mogelijk na 600 uren taalles. De gevolgde uren taalles in het kader van de brede intake worden dan in mindering gebracht op deze 600 uren. Zie artikel 5.5 lid 2 Besluit inburgering 2021.

4 Zie artikel 5.3 lid 5 Besluit inburgering 2021.