Onder de Wabo moet een groot gedeelte van de aanvragen omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan behandeld worden met toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Het gaat hier veelal om de complexe(re) vergunningaanvragen met een grote(re) impact op de omgeving. Onder de Omgevingswet gaat voor dit soort aanvragen (die heten dan: aanvraag omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit) de reguliere voorbereidingsprocedure gelden. Dat betekent voor het bevoegd gezag dat het complexe(re) aanvragen binnen een veel kortere termijn moet behandelen. In deze opinie sta ik stil bij de vraag of er mogelijkheden zijn om deze termijn op te rekken of anderszins meer tijd te kopen.

Uitgebreide versus reguliere voorbereidingsprocedure

Onder de huidige wetgeving (Wabo) is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing op aanvragen omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, als deze niet mogelijk gemaakt kunnen worden door een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid of door de kruimelgevallenregeling. De uitgebreide voorbereidingsprocedure duurt maximaal 26 weken en kan eenmalig met 6 weken worden verlengd. Dit is een termijn van orde. Er kan geen vergunning van rechtswege ontstaan. Er moet een ontwerpbesluit ter inzage worden gelegd waartegen eenieder zienswijzen kan indienen. Daarna is rechtstreeks beroep bij de rechtbank mogelijk tegen het definitieve besluit.

Onder de Omgevingswet wordt dit anders. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen diverse vormen van afwijken van het bestemmingsplan (onder de Omgevingswet: omgevingsplan). Voor dit soort aanvragen omgevingsvergunning geldt in alle gevallen de reguliere voorbereidingsprocedure. Dit betekent dat er binnen 8 weken een besluit genomen moet worden, waarbij een eenmalige verlenging van de termijn met 6 weken mogelijk is. Onder de Omgevingswet is dit een termijn van orde. Er kan geen omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. Na het nemen van het besluit kan daartegen door belanghebbenden bezwaar worden ingediend.

Mogelijkheden voor het bevoegd gezag om de termijn op te rekken of anderszins tijd te kopen?

Het spreekt voor zich dat het moeten behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan binnen 8 weken, terwijl daar eerst 26 weken voor stonden, een grote uitdaging voor het bevoegd gezag betekent. Weliswaar betreft dit een termijn van orde, maar dat betekent niet dat er een vrijbrief ontstaat om er heel veel langer over te doen. Een aanvrager kan het bevoegd gezag immers in gebreke stellen als het er te lang over doet om een besluit te nemen. En in het uiterste geval kan de aanvrager via de rechter afdwingen dat er een besluit wordt genomen.

Het betreft hier meestal aanvragen die complex van aard zijn en waar veel verschillende belangen een rol spelen. Dat betekent dat er meerdere disciplines bij de beoordeling betrokken zijn en dat er veel afstemming nodig is. Dit proces zal anders ingestoken moeten worden of flink moeten worden ingekort om de afhandeling binnen 8 weken mogelijk te maken. De vraag is of dit de kwaliteit van de besluitvorming ten goede komt.

Er zijn echter mogelijkheden om iets te doen met deze termijn. Ik wijs op het volgende:

  1. Het bevoegd gezag kan de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing verklaren;
  2. De aanvrager kan om toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure verzoeken of daarmee instemmen;
  3. Het bevoegd gezag zou door een soort gentlemensagreement kunnen werken met conceptaanvragen.

Hierna ga ik dieper in op deze mogelijkheden.

De gemeente kan de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing verklaren

De Omgevingswet biedt het bevoegd gezag in bepaalde gevallen de mogelijkheid om de uitgebreide voorbereidingsprocedure bij besluit zelf van toepassing te verklaren (artikel 16.65 lid 4 en 5 Ow). Hiervoor is nodig dat:

a. de aangevraagde activiteit aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving; en
b. naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben tegen de activiteit.

Daarbij moet de aanvrager voorafgaand aan het nemen van het besluit over de toe te passen procedure een zienswijze kunnen indienen over het toepassen van de uitgebreide voorbereidingsprocedure.

De aanvrager kan om toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure verzoeken of daarmee instemmen

De aanvrager kan op grond van de Omgevingswet ook zelf om toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure verzoeken of daarmee instemmen (artikel 16.65 lid 1 letter b Ow).

Het bevoegd gezag zou door een soort gentlemensagreement kunnen werken met conceptaanvragen.

Het bevoegd gezag zou door een soort gentlemensagreement kunnen werken met conceptaanvragen

In de huidige dagelijkse praktijk werken gemeenten veelal volgens het principe van een concept aanvraag als het gaat om een aanvraag waarvoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure geldt en waar aan de voorkant in principe medewerking aan is toegezegd. Dat houdt in dat de ruimtelijk adviseur van de aanvrager, voordat hij de aanvraag daadwerkelijk indient bij de gemeente, alle bijlagen (ruimtelijke onderbouwing, onderzoeken, tekeningen, etcetera) laat controleren door de gemeente. Eventueel benodigde aanpassingen communiceert de behandeld ambtenaar met de adviseur en deze verwerkt die dan. Desgewenst kan er nog een tweede of derde controleronde plaatsvinden. Eigenlijk net zo lang totdat akkoord kan worden gegeven op de stukken. Daarna dient de adviseur de aanvraag in en kan de procedure worden opgestart.  Omdat alle stukken al zijn beoordeeld betekent dat dat het bevoegd gezag alleen nog een vergunningbesluit hoeft op te stellen en vervolgens het ontwerp ter inzage kan leggen.

Deze manier van werken is juridisch nergens vastgelegd, maar werkt in de praktijk wel goed. In feite wordt hiermee aan de voorkant tijd gekocht. Hierdoor kan er op een grondige manier naar de stukken gekeken worden en alle belangen kunnen goed tegen elkaar worden afgewogen. Ook is er nog ruimte voor discussie, zonder dat dat juridische consequenties heeft.

Goed voorstelbaar is, dat deze werkwijze onder de Omgevingswet wordt gecontinueerd. Daarbij verdient de omgevingsdialoog en hoe die geïntegreerd kan worden in dit proces wel extra aandacht. Daarnaast is het aan te bevelen dat de gemeente communiceert in welke gevallen zij op die manier zou willen werken, zodat dat voor iedereen duidelijk is. Deze manier van werken kan echter niet worden verplicht (vandaar ook het gebruik van de term ‘gentlemensagreement’). Een aanvrager kan besluiten om ‘koud’ zijn aanvraag in te dienen en dan is de gemeente in beginsel gehouden om de reguliere voorbereidingsprocedure te doorlopen. Dit is anders als de gemeente van de eerder genoemde mogelijkheden gebruik kan maken.

Conclusie

Concluderend kan gesteld worden dat het bevoegd gezag onder de Omgevingswet in beginsel gehouden is om de reguliere voorbereidingsprocedure toe te passen bij aanvragen omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Het bevoegd gezag heeft echter een aantal mogelijkheden tot zijn beschikking om de uitgebreide voorbereidingsprocedure toch toe te passen of door een soort gentlemensagreement aan de voorkant meer tijd te kopen. Ook de aanvrager kan om toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure vragen. Dit biedt perspectief voor het eventueel onder druk komen staan van de kwaliteit van de besluitvorming rondom aanvragen die complex(er) van aard zijn en grote(re) impact hebben op de omgeving.

 

Eerder verscheen er al een infographic Voorbereidingsprocedure aanvragen omgevingsvergunning over dit onderwerp.  In de kennisbank Schulinck Omgevingsrecht zal op termijn een thema worden gewijd aan de procedurestappen van een omgevingsvergunning onder de Omgevingswet. Hiermee helpen we klanten bij vragen over deze vergunningprocedure. Voor hulp bij een concrete casus biedt onze helpdesk uitkomst! Hebt u geen abonnement op de kennisbank Schulinck Omgevingsrecht dan kunt u geen gebruik maken van de helpdesk, maar kunnen we u van dienst zijn via een consultancy-opdracht.