Een cliënt heeft als gevolg van een auto-ongeluk blijvend letsel opgelopen. Cliënt is rolstoelgebonden en heeft diverse woningaanpassingen nodig. Wie is verantwoordelijk voor het verstrekken van de rolstoel en het aanbrengen van de woningaanpassingen? De gemeente op grond van de Wmo of de private verzekeringsmaatschappij?

Onder de Wmo 2007 zijn er, mede door het ontbreken van een regresmogelijkheid door de gemeente, discussies over deze verantwoordelijkheidsvraag geweest. Uiteindelijk heeft de CRvB de lijn uitgezet dat het de keus van de cliënt is om de gemeente of verzekeringsmaatschappij aan te spreken. Indien de cliënt een beroep doet op de Wmo, dan mag het college echter wel rekening houden met de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. Er kunnen zich 2 situaties voordoen:

  1. Cliënt heeft een schadevergoeding gekregen van de verzekeraar, maar hierbij is geen bedrag opgenomen voor de bij de gemeente aangevraagde voorziening.
    Jurisprudentie onder de Wmo 2007 wijst uit dat er in deze situatie geen noodzaak bestaat om op grond van de Wmo een voorziening te verstrekken. De cliënt heeft de mogelijkheid gehad om zelf naar een oplossing te zoeken. Het had op de weg van de cliënt gelegen om de kosten van de bij de gemeente aangevraagde voorziening in het toegekende letselbedrag te verdisconteren. Het nalaten komt niet voor rekening van de gemeente.
  2. Cliënt heeft de schadeverzekeraar nog niet aangesproken.
    In deze situatie moet het college mijns inziens rekening houden met de te verwachten doorlooptijd bij afhandeling van de verzekeringsclaim. Indien er op korte termijn geen zicht is op uitbetaling van de verzekering, heeft de gemeente mijns inziens toch een compensatieplicht. De  cliënt heeft immers beperkingen en indien de verzekering niet op korte termijn kan uitkeren heeft de cliënt geen mogelijkheid om zelf in een oplossing te voorzien en bestaat er een noodzaak tot compensatie.

Wmo 2015

Bij de invoering van de Wmo 2015 per 1 januari 2015 is het ‘regresrecht’ ingevoerd. Dit houdt in dat gemeenten de bevoegdheid krijgen om de kosten van een door hen verstrekte maatwerkvoorziening of daaraan gekoppeld persoonsgebonden budget te verhalen op de aansprakelijke persoon. Artikel 2.4.4 Wmo 2015 regelt dat de VNG een overeenkomst met verzekeraars kan sluiten over een door verzekeraars te betalen afkoopsom voor de schade (afkoop regresrecht). Recent heeft de VNG laten weten dat overeenstemming is bereikt met het Verbond van Verzekeraars over de overeenkomst voor het afkopen van het regresrecht. Het merendeel van de gemeenten heeft de VNG opdracht gegeven tot het sluiten van de overeenkomst.

A. Gevolgen gemeenten die Wmo-convenant hebben ondertekend
Gemeenten die het Wmo-convenant hebben ondertekend, ontvangen een bedrag waarmee het regresrecht is afgekocht. Gemeenten die deelnemen aan het Wmo-convenant zijn nu verantwoordelijk voor het verstrekken van maatwerkvoorzieningen en kunnen de kosten niet meer verhalen op de schadeveroorzakende partij. De schadeverzekeringsmaatschappijen verwijzen door naar gemeenten voor maatwerkvoorzieningen die onder het bereik van de Wmo 2015 vallen.

Gevolgen voor cliënten van deze gemeenten
Indien de cliënt onder de Wmo 2015 een aanvraag doet voor een maatwerkvoorziening, dan kan het college bij een door een derde veroorzaakt ongeval niet meer op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt wijzen. Bij een gebleken noodzaak moet de voorziening op grond van de Wmo 2015 worden verstrekt. In de overeenstemming is afgesproken dat de cliënt geen eigen bijdrage voor deze voorzieningen is verschuldigd.

B. Gevolgen gemeenten die Wmo-convenant niet hebben ondertekend
Gemeenten die het Wmo-convenant niet hebben ondertekend, kunnen wel zelf de kosten verhalen op de schadeveroorzakende partij.

Gevolgen voor cliënten van deze gemeenten
Indien de cliënt onder de Wmo 2015 een aanvraag doet voor een maatwerkvoorziening, dan kan het college bij een door een derde veroorzaakt ongeval ook in deze situatie mijns inziens niet meer op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt wijzen. Bij een gebleken noodzaak moet de voorziening op grond van de Wmo 2015 worden verstrekt. Ik verwacht dat de rechterlijke macht nu niet meer op de eigen verantwoordelijkheid gaat wijzen indien de gemeente zelf de regresmogelijkheden heeft.

Conclusie

Schept het per 1 januari 2015 ingevoerde regresrecht in de Wmo 2015 nu meer duidelijkheid? Voor gemeenten zeer zeker. Maar voor cliënten kan deze vraag niet bevestigend worden beantwoord. Immers, indien een cliënt als gevolg van een door een derde veroorzaakt ongeval schade heeft, dan kan het voorkomen dat de cliënt, zowel in situatie A als B, zowel bij de verzekeraar (voor de niet onder de Wmo 2015 vallende voorzieningen) als bij de gemeente moet zijn (maatwerkvoorzieningen). Voorheen kon de cliënt volstaan met het aanspreken van de verzekeraar. De gemeente mocht dan wijzen op de verantwoordelijkheid om de kosten van de maatwerkvoorziening te verdisconteren in het toe te kennen schadebedrag. Hetgeen hierboven is besproken bij punt 1 en 2 is niet meer van toepassing.