Op 10 oktober was daar na maanden van onderhandelen eindelijk het regeerakkoord 2017-2021. Het draagt de titel ‘Vertrouwen in de toekomst’. “Want als het erop aankomt, dan lossen we in Nederland problemen samen op”. Het staat vol met bullets en actiepunten. Als we specifiek kijken naar de bullets over schuldenproblematiek dan spreekt het kabinet de ambitie uit om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen en mensen met schulden effectiever te helpen. Hierna zal ik voor u de belangrijkste onderdelen van het regeerakkoord bespreken.

De overheid als schuldeiser

Daar waar de overheid de schuldeiser is, wil het kabinet escalatie van schulden voorkomen door meer in te zetten op direct contact met schuldenaren. Daarnaast komen er meer mogelijkheden voor schuldregelingen, en de stapeling van boetes vanwege te laat betalen en de bestuursrechtelijke premie wordt gemaximeerd. Hoewel critici aangeven dat het kabinet wel wat steviger door zou mogen pakken, is het toch fijn om te kunnen concluderen dat de intentie er is om in ieder geval (kleine) stappen te zetten. Ook is het een prettige gedachte dat de overheid (voortaan) de beslagvrije voet moet respecteren.

Nieuw systeem kinderopvangtoeslag

Een veel voorkomende problematische schuld is die van de kinderopvangtoeslag. Het systeem van financiering zoals dat nu is opgezet werkt schulden in de hand. Het regeerakkoord laat zien dat er gewerkt wordt aan een voorstel voor een nieuwe financieringssystematiek voor de kinderopvang waarbij de financieringsstroom niet langer via de ouders loopt, maar direct van de overheid naar de kinderopvanginstellingen. Een goede ontwikkeling!

Schuldeisers moeten mogelijkheden betalingsregeling onderzoeken

Bij de juridische afhandeling van schulden wil het kabinet een opmerkelijke maar wel zeer welkome stap gaan zetten. Schuldeisers dienen zelf eerst de mogelijkheden van een betalingsregeling te onderzoeken alvorens een zaak voor de rechter wordt gebracht. Hierbij lijkt van schuldeisers een proactieve rol te worden gevraagd bij het benaderen van de schuldenaar als het gaat om het treffen van een betalingsregeling. Ook de rechter zou op deze manier de mogelijkheid kunnen krijgen om een aangeboden betalingsregeling van een schuldeiser te toetsen, zelfs als de schuldenaar geen verweer voert. Het is uiteraard wel afwachten hoe ver een schuldeiser in zijn onderzoek zal moeten gaan, en of hij bij het voorstellen van een betalingsregeling rekening moet houden met de mogelijkheden van zijn schuldenaar.

Gemeentelijke schuldhulpverlening

Bij het lezen van het onderdeel over de gemeentelijke schuldhulpverlening moet ik helaas constateren dat het regeerakkoord blijft hangen in algemeenheden en vage omschrijvingen. Het kabinet wenst via programmatische afspraken met gemeenten tot een vernieuwende schuldenaanpak en een verbeterd schuldhulpverleningstraject te komen. Gemeenten moeten ruimte krijgen voor vernieuwende aanpakken en maatwerk, moeten beter samenwerken met andere partijen en moeten ontruimingen proberen te voorkomen. De daadwerkelijke schuldhulpverlening is een taak van de gemeente, daar blijft het rijk vanaf. Aan de ene kant een goede zaak want schuldhulpverlening moet zo dicht mogelijk bij de burger georganiseerd worden. Aan de andere kant een gemiste kans want het kabinet kan wel degelijk stappen zetten die de schuldhulpverlening van de gemeente zullen verbeteren.

Gemiste kans: nog geen helderheid over moment aanvraag.

Gemiste kans

Als het gaat over de verbetering van de toegang tot de schuldhulpverlening en het verkorten van de wachttijden, dan is er één punt dat ik graag verhelderd had willen zien. Voor het realiseren van een daadwerkelijk kortere wachttijd is het noodzakelijk om goed en duidelijk vast te leggen wanneer deze periode start. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) koppelt het startpunt van de wachttijd, net als de start van de beslistermijnen, aan het moment van de aanvraag. Helaas is na 5 jaar nog steeds niet duidelijk wanneer er sprake is van een aanvraag. Is dat het moment waarop een schuldenaar zich meldt/wendt tot de gemeente of is dat het moment waarop hij schriftelijk een aanvraag indient? Met andere woorden, is er gelet op de tekst van de Wgs nu wel of niet afgeweken van het schriftelijkheidsvereiste uit de Algemene wet bestuursrecht. Het enige dat het kabinet hoeft te doen om gemeenten op dit punt te ondersteunen is duidelijkheid verschaffen. De visie van Schulinck over dit onderwerp kunt u onder andere vinden in de 11 aandachtspunten van Schulinck ter verbetering van de gemeentelijke schuldhulpverlening (2016).

Conclusie

Geeft het kabinet iemand met problematische schulden met dit regeerakkoord weer vertrouwen in zijn toekomst? Er worden zeker stappen gezet die schuldenaren een beter perspectief bieden dan nu het geval is. Daarnaast kunnen met deze plannen in een aantal gevallen daadwerkelijk schulden voorkomen worden (bijvoorbeeld in het geval van kinderopvangtoeslag). Het kabinet geeft ook aan dat de overheid een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om onnodige vergroting van schulden te voorkomen. Ook dat is een stap in de goede richting omdat de overheid zelf bij bijna alle problematisch schuldenpakketten een grote schuldeiser is. Voor vertrouwen in de toekomst zijn de  voorgestelde stappen wat mij betreft echter (nog) te klein.