Tot 1 januari 2017 konden inwoners van Deventer met een laag inkomen, die onder bewind stonden bij de gemeente Deventer zelf of bij een privaat bewindvoerderskantoor, aanspraak maken op een vergoeding vanuit de bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind. De wens om deze kosten te beperken is in Deventer, net als in andere gemeenten, groot. De gemeente Deventer heeft daarom per 1 januari 2017 besloten om haar eigen dienst beschermingsbewind (BAD) aan te merken als voorliggende voorziening. Het gevolg hiervan is dat inwoners helemaal geen aanspraak meer kunnen maken op vergoeding van de kosten van beschermingsbewind vanuit de bijzondere bijstand.

Als reden voert de gemeente aan dat zij de dienst beschermingsbewind goedkoper en efficiënter kan uitvoeren dan andere private bewindvoerderskantoren. Om de kosten die de gemeente maakt voor het aanbieden van beschermingsbewind te dekken, rekent de gemeente met ingang van 1 januari 2017 een deel van de algemene uitkering vanuit het Rijk niet langer toe aan de bijzondere bijstand, maar direct aan het budget voor de uitvoeringskosten van het gemeentelijke beschermingsbewind. Feitelijk betekent dit dat de gemeente via het BAD gratis beschermingsbewind verleent aan cliënten met een laag inkomen.

Beoordeling ACM

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is verzocht om te bekijken of er wellicht sprake is van oneerlijke concurrentie en of de gemeente met deze werkwijze de wet Markt en Overheid overtreedt. Vragen zijn: begeeft de gemeente zich als concurrent op de bewindvoerdersmarkt? En is de gemeente verplicht om bij het aanbieden van de dienst beschermingsbewind de integrale kosten door te berekenen aan cliënt?

Volgens de ACM is het aanbieden van beschermingsbewind geen wettelijke taak van de gemeente. Daarom concludeert de ACM dat de gemeente met het aanbieden van de dienst beschermingsbewind feitelijk in ongeoorloofde concurrentie treedt met commerciële particuliere ondernemingen die ook beschermingsbewind aanbieden.

Waar het gaat om de kosten is de ACM van oordeel dat de werkwijze van de gemeente er op neerkomt dat een deel van de economische activiteiten van het BAD niet in rekening wordt gebracht bij de cliënten, maar worden gefinancierd uit algemene middelen. Met deze handelwijze creëert de gemeente een ongelijk speelveld tussen zichzelf als bestuursorgaan en private partijen die niet de mogelijkheid hebben om dienstverlening aan bepaalde cliënten te financieren uit een algemeen budget. Daarom concludeert het ACM dat de gemeente verplicht is om de integrale kosten van het beschermingsbewind door te berekenen aan de cliënt.

Reactie Deventer op ACM

De gemeente Deventer vindt het jammer dat de ACM de wet zo strikt uitlegt, maar heeft naar aanleiding van deze uitspraak wel het beleid aangepast. In het beleid is nu uitdrukkelijk opgenomen dat inwoners zelf kunnen kiezen wie zij als bewindvoerder willen hebben. Zij krijgen ongeacht de bewindvoerderskeuze de kosten voor het beschermingsbewind vergoed uit de bijzondere bijstand. Echter, de gemeente heeft hierbij wel de vergoeding gemaximeerd op het bedrag dat door het BAD bij de cliënten in rekening wordt gebracht.

ACM: het aanbieden van beschermingsbewind is geen wettelijke taak van de gemeente

Slot

De creatieve oplossing die de gemeente Deventer in eerste instantie graag wilde voor het beperken van de kosten van bijzondere bijstand voor beschermingsbewind, is niet goedgekeurd door de ACM. Of de latere aanpassingen in het beleid deze goedkeuring wel zouden krijgen is helaas onbekend. De enige opmerking in de uitspraak die wellicht een aanwijzing kan zijn is dat bewindvoerderskantoren volgens de ACM vrij zijn om lagere tarieven in rekening te brengen dan de tarieven die zijn vastgesteld in de Regeling voor beloning bewindvoerders, mentoren en curatoren. De vraag die nog open staat is of de gemeente die keuze via de bijzondere bijstand ook voor de bewindvoerders mag maken. En met name of dit iets wijzigt ten aanzien van de rechtspraak inhoudende dat het college de noodzaak van de kosten in principe moet aannemen als de kantonrechter beschermingsbewind heeft ingesteld en de kosten daarvan heeft vastgesteld conform de Regeling voor beloning bewindvoerders, mentoren en curatoren.