In de schuldhulp wint een nieuw preventieonderdeel snel terrein: vroegsignalering. Tussen het moment van het ontstaan van de schulden en het moment dat de schuldsituatie echt problematisch is, ligt een enorme kans om te signaleren dat er financieel iets aan de hand is. Steeds meer gemeenten proberen dan ook om deze kans te grijpen zodat deze huishoudens eerder bij hulpverleners in beeld komen en er sneller, effectiever en vaak ook goedkoper hulp kan worden geboden.

De cijfers geven een schrikbarend beeld. 88% van de huishoudens met problematische schulden is niet in beeld bij hulpverlening. Signalen zijn er genoeg. Achterstanden bij onder andere verhuurders, hypotheekverstrekkers, zorgverzekeraars, belastingdienst en energiemaatschappijen zijn bekend en worden in veel gevallen geregistreerd en zelfs al doorgegeven aan de gemeenten.

Niet enkel wachten op een aanvraag maar ook actief aan de slag met signalen

Gemeenten maken nu nog maar mondjesmaat gebruik van deze gegevens. Schuldhulpverlening wordt door gemeenten gezien als een vorm van dienstverlening. Daarbij past dat de gemeente pas aan de slag gaat als de schuldenaar verantwoordelijkheid neemt voor zijn situatie door een aanvraag in te dienen. Helaas meldt de schuldenaar zich vaak in een veel te laat stadium.

De resultaten van lopende succesvolle vroegsignaleringsprojecten laten zien dat het absoluut de moeite waard is om niet enkel te wachten tot iemand zich meldt bij schuldhulpverlening, maar om ook gebruik te maken van beschikbare gegevens over achterstanden om potentieel problematische schuldsituaties op te sporen. Dit vraagt wel een proactieve aanpak van gemeenten.

Waar loopt de gemeente tegenaan

Gemeenten lijken vaak zoekende te zijn naar een manier om de beschikbare informatie over schulden ook daadwerkelijk te gebruiken. Dit gaat zowel over de informatie die via de eigen systemen beschikbaar is als over de informatie die via andere kanalen, bijvoorbeeld woningcorporaties, kan worden ingewonnen. Welke informatie is waardevol en welke niet? Hoe baken ik mijn doelgroep af? Er zijn daarnaast veel vragen over privacy omdat het gaat om gegevensuitwisseling. Aan welke privacyaspecten moeten gemeenten denken? Hoe ver kunnen gemeenten gaan in samenwerking in de keten? Hoeveel informatie mag men delen?

Om vervolgens de beschikbare schuldhulp zo efficiënt mogelijk in te zetten moet de gemeente ervoor zorgen dat ze niet te vroeg, maar ook niet te laat bij iemand aanklopt. Ook moet er op de juiste manier contact worden gezocht omdat niet iedere schuldenaar het prettig vindt om ongevraagd te worden geconfronteerd met een goedbedoeld hulpverleningstraject. Hoe bereik je op het juiste moment en op de juiste manier de juist doelgroep? Daarnaast moet de gemeente natuurlijk ook nog rekening houden met de beschikbare middelen.

NVVK en het Ministerie van SZW bieden gemeenten de helpende hand

Begin april presenteerde de NVVK haar ‘leidraad vroegsignalering‘. Daarin biedt zij onder andere een stappenplan voor gemeenten. Beleidsmedewerkers kunnen volgens de NVVK met dit stappenplan direct aan de slag met het ontwikkelen van projecten voor vroegsignalering. De leidraad bevat ook informatie over privacy, tips over de te gebruiken signalen en enkele voorbeelden van succesvolle lopende projecten.

Ook het Ministerie ziet het belang van vroegsignalering van schulden in en daarom heeft hij vier business cases online gezet. Het doel hiervan is om gemeenten te inspireren, om ze te ondersteunen bij het vormen van hun vroegsignaleringsbeleid en om te laten zien hoe een gemeente zo’n project kan uitvoeren.

Conclusie

Vroegsignalering werkt, dus ga ermee aan de slag! Het staat op dit moment nog in de kinderschoenen omdat het een relatief onbekend terrein is waarin vele gemeenten hun weg nog moeten vinden. Uit de resultaten van de succesvolle trajecten blijkt dat er veel winst te behalen is. Daarom is het van groot belang dat gemeenten elkaar helpen en dat zij zoveel mogelijk informatie delen* zodat er over en weer van succesvolle en minder succesvolle projecten kan worden geleerd.

* Abonnees van Schulinck Schuldhulpverlening kunnen hun projecten delen via de kennisbank Schulinck Schuldhulpverlening.