Het is voor schuldhulpverlenende gemeenten soms moeilijk om nieuwe ontwikkelingen te omarmen. Ook lastig is het om niet te blijven hangen in veronderstellingen. Dat vergt een verandering van mentaliteit. Voor een goede schuldhulpverlening is die mentaliteitsverandering wel nodig. Op 1 juli 2012 deed de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) zijn intrede. Sommige gemeenten moeten nu nog werken aan een verandering van mentaliteit die sindsdien van hen wordt gevergd.

Zo valt het soms zwaar de bestuursrechtelijke kant van schuldhulpverlening te erkennen. Illustratief is het hardnekkig blijven volhouden dat een schriftelijke mededeling tot beëindiging van de schuldhulpverlening geen beschikking is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Zie de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 6 juni 2013 die mijn collega Kyra von Weersch reeds uitvoerig heeft becommentarieerd.

Schuldhulpverlening is meer dan bereiken akkoord

Ook het besef dat schuldhulpverlening volgens de Wgs meer is dan het bereiken van een akkoord met de schuldeisers, is bij sommige gemeenten in mijn ogen nog lang niet voldoende aanwezig. Wanneer zij menen dat een akkoord met de schuldeisers niet in het verschiet ligt, is het verlenen van schuldhulpverlening in hun ogen niet aan de orde. Daarmee miskennen zij dat een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden bijvoorbeeld ook kan worden geboden met budgetbeheer en/of andersoortige begeleiding van de schuldenaar.

Akkoord toch mogelijk bij bijstandsschuld door fraude

Maar ook op het niet door de Awb of de Wgs beslagen terrein bestaan nog wel eens misvattingen. Zo zijn er gemeenten die aannemen dat geen akkoord kan worden bereikt bij het bestaan van een bijstandsschuld als gevolg van een schending van de inlichtingenplicht. Artikel 60c van de Wet werk en bijstand (WWB) – gelezen in samenhang met de artikelen 17, 18a en 58 WWB – zou daaraan in de weg staan. Echter, ook in die situatie kan in mijn ogen een akkoord worden bereikt, zij het onder dwang met toepassing van artikel 287a van de Faillissementswet. De rechter is, zo neem ik aan, bij de belangenafweging in het kader van een dwangakkoord namelijk niet gebonden aan de in artikel 60c WWB neergelegde inperking van de vrijheid van (het college van B&W van) de gemeente om in te stemmen met een buitengerechtelijk akkoord. Over de in artikel 36c van de Werkloosheidswet neergelegde (gedeeltelijke) inperking van de vrijheid van het UWV om in te stemmen met een buitengerechtelijk akkoord heeft het Hof ’s Hertogenbosch zich al in deze zin uitgesproken. In cassatie is dat arrest van het Hof bevestigd.

Verwelkom de nieuwe ontwikkelingen

Kortom: verwelkom de nieuwe ontwikkelingen en ga niet zomaar uit van aannames. Voor een goede schuldhulpverlening is dat toch echt nodig. Wij hopen dat Schulinck Schulhulpverlening u daarbij van dienst is!