Onderbewindstelling van goederen is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om hun financiële belangen te behartigen. Het hebben van schulden is op dit moment niet als grond voor onderbewindstelling van goederen opgenomen in de wet.

Het voorstel Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap wil deze aparte grond in de toekomst toevoegen omdat daarmee de situatie van betrokkene kan worden gestabiliseerd. Mijn collega Kyra von Weersch bepleit in haar bijdrage om onderbewindstelling niet te zeer te promoten. Op een van haar argumenten ga ik in deze bijdrage wat dieper in: beschermingsbewind kost de gemeente geld in de vorm van bijzondere bijstand

De kantonrechter behandelt een verzoekschrift tot onderbewindstelling. Het griffierecht bedraagt op dit moment 75 euro. Voor dat bedrag kan bijzondere bijstand verstrekt worden (CRvB 15-11-2005, nrs. 04/151 NABW e.a.). Voor een verzoek tot onderbewindstelling is geen advocaat nodig en wordt geen toevoeging (gesubsidieerde rechtsbijstand) verleend. Afwenteling van kosten van (gesubsidieerde) rechtsbijstand op de bijzondere bijstand is er dus niet. Heeft de belanghebbende echter een geschil met de bewindvoerder – en dat komt voor, kan ik u verzekeren – dan brengt een gerechtelijke procedure kosten met zich die de belanghebbende zal proberen af te wentelen op de bijzondere bijstand. Daarbij kan hij een beroep doen op bovengenoemde CRvB-uitspraak. Bij een geschil met de bewindvoerder kan een toevoeging  worden verleend. Als op grond van een toevoeging rechtsbijstand wordt verleend, moet in principe de noodzaak voor het verlenen van rechtshulp worden aangenomen; voor de kosten van het griffierecht en de eigen bijdrage voor de rechtsbijstand kan dan bijzondere bijstand verstrekt worden.

Bijzondere bijstand voor beloning bewindvoerder

Daarnaast wordt in principe bijzondere bijstand verstrekt voor de kosten van de beloning voor de bewindvoering. De beloning van de beschermingsbewindvoerder wordt vastgesteld conform de Aanbevelingen meerderjarigenbewind. Werkzaamheden van de beschermingsbewindvoerder die buiten zijn normale werkzaamheden vallen en die bedoeld zijn voor stabilisering van de schuldenlast van de belanghebbende, voorafgaand aan de wettelijke schuldsanering, komen voor extra vergoeding in aanmerking. Dat deze kostenpost een probleem voor gemeenten is, blijkt uit een artikel op de site van de NOS: ‘Bijzondere bijstand op aan onkosten’.

Kosten bijzondere bijstand niet altijd te vermijden

Vanwege die kosten van bijzondere bijstand kan het voor de gemeente aantrekkelijker zijn om straks niet zelf een verzoek tot onderbewindstelling in te dienen of de schuldenaar de plicht op te leggen de kantonrechter te verzoeken om een onderbewindstelling, maar in plaats daarvan over te gaan tot de inzet van (Wgs-)instrumenten voor het stabiliseren van een schuldensituatie. Maar de gemeente heeft niet alles zelf in de hand. Soms zal een ander dan de gemeente om ‘schuldenbewindvoering’ verzoeken. De gemeente kan in dat geval kosten van bijzondere bijstand niet vermijden met het argument dat de Wgs een voorliggende voorziening is voor de kosten van het stabiliseren van schulden. De gemeente staat dan dus buitenspel, en dat laat zich moeilijk rijmen met het gegeven dat het stabiliseren van schulden nu juist haar taak is op grond van de Wgs. Ook kosten van bijzondere bijstand wegens andersoortige bewindvoering dan ‘schuldenbewindvoering’ kan de gemeente niet vermijden.

Oplossing nodig voor aanslag op budget bijzondere bijstand

Voor de aanslag van al die kosten van beschermingsbewind op het bijzondere bijstandsbudget moet een oplossing komen. De oplossing die wethouder Ineke Smidt van Almere (PvdA) aanreikt is niet slecht: “Het zou goed zijn om een persoon die naar de kantonrechter gaat om beschermingsbewind toegewezen te krijgen, eerst langs de gemeente te laten gaan.” Maar het voorstel Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap ligt al bij de Eerste Kamer en kan niet meer worden geamendeerd. Hooguit kan het wetsvoorstel door een zogeheten ‘novelle’ worden veranderd. Ik kan de wetgever echter een andere oplossing aanreiken, een vrij eenvoudige. Wijzig artikel 14 van de Wet werk en bijstand (WWB) en merk daarin de kosten van bewindvoering aan als niet noodzakelijke kosten van het bestaan. Of doe dat in ieder geval voor kosten van bewind wegens problematische schulden; voor hulpverlening bij problematische schulden is immers juist de Wgs in het leven geroepen.