Steeds meer gemeenten zoeken alternatieven voor beschermingsbewind, zoals recent de gemeente Roermond. Het meest genoemde alternatief is budgetbeheer. Maar is dit wel een volwaardig alternatief?

Het is niet verwonderlijk dat gemeenten budgetbeheer zien als een alternatief voor beschermingsbewind. Ook de bewindvoerder regelt immers de financiële huishouding van de betrokkene en zorgt ervoor dat diens inkomsten in de eerste plaats worden gebruikt voor zijn verzorging.

Maar er is wel degelijk een groot verschil

Bij bewind komt het beheer over de onder bewind gestelde goederen niet langer toe aan de onder bewind gestelde maar aan de bewindvoerder; een beheershandeling die door de onder bewind gestelde wordt verricht is ongeldig. Het tweede belangrijke gevolg van bewind is dat de onder bewind gestelde niet langer alleen kan beschikken over de onder het bewind staande goederen. Bewind is, in andere woorden, een beschermingsmaatregel die de onder bewind gestelde beperkt in zijn juridische mogelijkheden om ‘op eigen houtje te opereren’. Bij budgetbeheer daarentegen wordt degene wiens budget wordt beheerd, niet beperkt in zijn juridische mogelijkheden om met zijn budget om te gaan zoals hij dat wenst. Een budgetbeheerder helpt betrokkene weliswaar zijn budget te beheren, maar een budgetbeheerder heeft geen juridische instrumenten om betrokkene te dwingen zijn budget niet te besteden aan zaken of diensten waar hij zijn budget aan wil besteden. Als betrokkene bijvoorbeeld een auto koopt zonder dat zijn budget dat toelaat, zal hij de prijs van de auto toch gewoon moeten betalen. Dat zijn budget beheerd wordt door een budgetbeheerder, maakt dat niet anders.

Budgetbeheer is dus zeker geen volwaardig alternatief voor bewind, dat wél een gedegen bescherming tegen bovenmatige uitgaven biedt

Als de kantonrechter de bescherming die bewind biedt noodzakelijk acht – en hij is de bevoegde en veelal ook ervaren autoriteit – dan kan de gemeente niet anders dan zich daarbij neerleggen. Het is natuurlijk wel zo dat de kantonrechter bij de beoordeling van de noodzaak van het bewind rekening kan houden met budgetbeheer – met name als het gaat om een zogeheten schuldenbewind. Als betrokkene door het budgetbeheer in staat zou zijn om zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen en niet hoeft te worden beperkt in zijn juridische mogelijkheden om ‘op eigen houtje te opereren’, dan is er geen noodzaak voor bewind. Lukt het betrokkene echter ook met budgetbeheer niet om geen onverantwoorde uitgaven te doen, dan volstaat budgetbeheer niet en is daarnaast bewind noodzakelijk. Zie rechtbank Midden-Nederland 21-10-2015 voor een voorbeeld waarin de kantonrechter het bewind, ondanks nog bestaande schulden, opheft.