Gemeenten zijn verplicht (een) bestemmingsplan(nen) vast te stellen. Hier komt veel bij kijken en niet altijd wordt het bestemmingsplan binnen de wettelijke termijn vastgesteld.

Formeel begint de bestemmingsplanprocedure bij de terinzagelegging van een ontwerpbesluit. Alvorens tot een ontwerpbesluit te komen verricht de gemeente al een aantal (voorbereidende) stappen om tot een bestemmingsplan te komen. De procedure laat zich als volgt kort samenvatten:

  1. Voorbereiding – kennisgeving
  2. Ontwerp (vooroverleg, opstellen, kennisgeving, terinzagelegging, zienswijzen)
  3. Vaststelling (reactie op zienswijzen, besluit, kennisgeving en terinzagelegging)

De gemeenteraad heeft na terinzagelegging 12 weken de tijd om een bestemmingsplan vast te stellen. De termijn vangt direct aan na afloop van de inzagetermijn (artikel 3.8 lid 1 onder e Wro).

Oneens met gewijzigd bestemmingsplan

Niet iedereen is altijd blij met een bestemmingsplanwijziging. Bijvoorbeeld de gemeente X is voornemens een bedrijventerrein naast een bestaande woonwijk te plaatsen. De gemeenteraad heeft hiertoe op 1 februari 2018 een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Een aantal inwoners heeft voor 15 maart 2018 (de uiterste termijn voor het indienen van zienswijzen) door middel van de zienswijzen duidelijk laten merken dat ze het bedrijventerrein niet naast hun woonwijk willen hebben. Een aantal coalitiepartijen is naar aanleiding van de ingediende zienswijzen gaan twijfelen over het voorgelegde bestemmingsplan. Op 28 juni 2018 (12 weken na de terinzagelegging) heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan nog steeds niet vastgesteld. De inwoners zijn optimistisch omdat de gemeenteraad het bestemmingsplan niet binnen de vastgestelde termijn van 12 weken heeft vastgesteld. Tot verbazing en teleurstelling van de inwoners stelt de gemeenteraad het bestemmingplan alsnog op 19 juli 2018 vast. Zouden de inwoners het bestemmingsplan nog kunnen dwarsbomen door aan te voeren dat de gemeenteraad niet tijdig het bestemmingsplan heeft vastgesteld?

Helaas voor de inwoners, ook na het verstrijken van de 12-wekentermijn blijft de gemeenteraad bevoegd het bestemmingsplan vast te stellen (ECLI:NL:RVS:2018:2877). Voor de jurist een begrijpelijke uitkomst. Voor de burger moeilijk te begrijpen.

Zoals al eerder aangegeven moet de gemeenteraad op grond van de wet binnen 12 weken na de terinzagelegging beslissen. Het is begrijpelijk dat burgers uit deze bepaling mogelijk afleiden dat de gemeenteraad na de 12 weken het desbetreffende bestemmingsplan niet meer mogen vaststellen. Immers de vaststelling moet binnen de 12 weken geschieden. De termijn van 12 weken is echter geen fatale termijn. Dit betekent dat de gemeenteraad ook na de 12 weken nog bevoegd blijft om het bestemmingsplan vast te stellen.

Vaststellingstermijn bestemmingsplan geen fatale termijn

Op het overschrijden van de genoemde termijn van 12 weken staat wel een sanctie. In de Wabo is bepaald dat aanvragen voor omgevingsvergunningen aangehouden moeten worden indien (zie artikel 3.3 Wabo):

  • de 12-wekentermijn nog niet is verstreken; en
  • er geen redenen zijn om de aanvraag te weigeren.

Na het verstrijken van de 12-wekentermijn is bovenstaande aanhoudingsplicht niet meer van toepassing. Een aangevraagde vergunning moet dan worden verleend. De rechtsgrondslag voor het verlenen van de omgevingsvergunning is dan het geldende bestemmingsplan. Dit kan voordelig zijn voor de burgers die met het nieuwe bestemmingsplan een extra omgevingsvergunning nodig hebben. Mocht het huidige bestemmingsplan nadeliger zijn dan is het voor de burger verstandiger om te wachten met zijn aanvraag.