De BKR registratie schuldhulp is een onderwerp waar wij heel vaak vragen over krijgen. Vanaf 2022 moeten gemeenten aan o.a. kredietverstrekkers laten weten dat iemand schuldhulp ontvangt. Deze verplichting, en de aanwijzing om iedereen die hulp krijgt een BKR registratie te geven, voelt bij veel gemeenten ongemakkelijk. Onder meer omdat deze BKR registratie nog 5 jaar na de schuldhulp zichtbaar blijft. Dit verhoogt niet alleen de drempel voor inwoners om hulp te vragen bij de gemeente. Het voelt ook onrechtvaardig om een cliënt die hard heeft gewerkt om zijn schuldsituatie op te lossen, nog 5 jaar een ‘rugzak’ mee te geven. Als wij antwoord geven op de vragen dan zijn gemeenten vaak verrast hoeveel vrijheid er nog is om zelf keuzes te maken. Hoog tijd voor een opinie om deze kennis verder te verspreiden.

De wettelijke informatieverplichting die de gemeente vanaf 1-1-2022 heeft staat in het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening1.

“Het college verstrekt het gegeven dat de cliënt schuldhulpverlening ontvangt op grond van de wet aan de gerechtsdeurwaarders, verstrekkers van de signalen, genoemd in artikel 3, schuldeisers, bewindvoerders en kredietverstrekkers.”

Wat betekent deze verplichting concreet

Concreet is de gemeente verplicht om o.a. kredietverstrekkers te laten weten dat een inwoner schuldhulp ontvangt. Het doel van deze verplichting is om te voorkomen dat deze partijen onbedoeld schuldhulpverlening verstoren en om nieuwe schulden te voorkomen. De gemeente mag niet doorgeven welke schuldhulp wordt aangeboden. De details en het Plan van Aanpak worden dus niet gedeeld.

De verplichting geldt voor alle vormen van schuldhulp die de gemeente aanbiedt. Het maakt daarbij dus niet uit of er sprake is van een problematische schuld. Alle vormen van schuldhulp (van advies tot en met nazorg) worden door de gemeente aangeboden op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. En dat betekent dat de gemeente ook bij alle vormen van schuldhulp moet voldoen aan deze verplichting.

Gemeenten bepalen zelf hoe ze de verplichting vormgeven

Gelukkig mag de gemeente wel zelf bepalen hoe zij deze verplichting uitvoert. De gekozen methode kan en mag dus per product en zelfs per cliënt verschillen. In de Nota van Toelichting bij het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening2 staat nog wel dat het niet de bedoeling is dat in de klantsystemen van deze partijen wordt vastgelegd dat iemand schuldhulp heeft gehad. Hiervoor is geen noodzaak. Het is dus de bedoeling dat de informatie inzichtelijk is tijdens schuldhulp en dat de informatie daarna weer verdwijnt.

Een logische keuze is om via een register de informatie te delen. Zo hou je als gemeente het beste de regie, omdat je dan zelf bepaalt wanneer de informatie te raadplegen is. Op dit moment is er slechts één landelijk register dat voor alle genoemde partijen inzichtelijk is, en dat is het BKR. Gemeenten hebben de aanwijzing gekregen om daarom via dit systeem te werken. Het BKR heeft de registratie als volgt ingericht: de toelatingsbeschikking – uiteraard zonder details over het dossier- wordt toegezonden aan het BKR. Bij het einde van de schuldhulp wordt de schuldhulp afgemeld bij het BKR. En daarna blijft de afgemelde registratie nog 5 jaar zichtbaar.

Twee openstaande vraagstukken over de BKR registratie

Op zich lijkt alles dan nu geregeld. De verplichting is in wetgeving vastgelegd en er zijn systemen beschikbaar om het uit te voeren. Toch merken we dat gemeenten nog vragen hebben. Het gaat dan vooral om deze twee vraagstukken:

  • Moeten we iemand na schuldhulp echt nog 5 jaar in het BKR laten staan?
  • Moeten we iedereen die we schuldhulp geven, zelfs als dat maar kort is, bij het BKR registreren?

Mag je cliënt 5 jaar na schuldhulp nog zichtbaar zijn in het BKR register

Het antwoord op de vraag of je je cliënt op grond van de Wgs nog 5 jaar na het eindigen van schuldhulp in het BKR register mag laten staan is: ‘Nee’. Het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening1 geeft alleen ruimte voor gegevensuitwisseling over lopende schuldhulp trajecten. Zolang het BKR de gegevens na schuldhulp zichtbaar houdt, deel je als gemeente feitelijk dus 5 jaar te lang gegevens met derden.

Het is de gemeente die ervoor moet zorgen dat de gegevens niet langer zichtbaar zijn in het register dan de wet toelaat. Het zou gemakkelijk zijn als het BKR voor gemeenten een lichtere registratievorm inricht waar geen 5 jaarstermijn aan vastzit, zoals ze nu bijvoorbeeld ook al technische hebben ingericht bij een H5 registratie. Tot die tijd zou de gemeente ook een eigen register kunnen bijhouden. O.a. kredietverstrekkers zouden de gemeente dan rechtstreeks kunnen vragen of iemand schuldhulp krijgt. Uiteraard is dat onhandig, maar wel binnen de grenzen van de wet.

Is het registreren van alle inwoners die hulp krijgen wel proportioneel

De tweede vraag is lastiger te beantwoorden. Hier speelt ook de AVG een grote rol. Een wettelijke verplichting om gegevens te delen over schuldhulp ontslaat de gemeente niet van de wettelijke AVG-verplichting om altijd de proportionaliteit in het oog te houden bij het delen van gegevens met derden. Je moet niet alleen kijken naar de belangen van je cliënt, maar je moet ook kijken of je jouw doel niet op een minder belastende wijze kan bereiken. De Hoge Raad heeft dit afgelopen december ook nog bevestigd. In mijn opinie ‘Een zorgvuldige overheid let op belangen van betrokkenen bij delen persoonsgegevens‘ van februari kan je hierover meer lezen.

Kan ik mijn cliënt ook goed helpen zonder een BKR registratie schuldhulp ?

De gemeente mag dus alleen de informatieverplichting voor schuldhulp uitvoeren als dat AVG-technisch gezien proportioneel is. Dit lees je ook terug in de Nota van Toelichting bij het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening2 .

De vraag die een consulent zich moet stellen is: “op welk moment heb ik de BKR registratie nodig om goede schuldhulp te verlenen”. En: “Kan ik mijn cliënt ook goed helpen zonder een BKR registratie schuldhulp”. Het antwoord op die vraag kan ‘nee’ zijn, bijvoorbeeld bij lichtere schuldhulp zoals budgetcoaching of als de hulpvrager niet door verkwistend gedrag in de problemen is gekomen. In die gevallen is het niet aannemelijk dat bijvoorbeeld kredietverstrekkers het schuldhulptraject per ongeluk kunnen verstoren omdat zij niet wisten van de schuldhulp. Datzelfde kan gelden bij nazorg. In die gevallen is een registratie bij de BKR, zelfs zonder de 5 jaarstermijn, niet proportioneel.

Conclusie

Het is handig als verschillende partijen weten dat gemeenten hun klant schuldhulp geven. Daarmee voorkom je dat partijen de gemeente onbedoeld tegenwerken. Maar proportionaliteit, alleen gegevens delen als dat echt nodig is, is ook heel belangrijk. Gelukkig bieden de wetten en de Hoge Raad de gemeente voldoende ruimte om hierin eigen keuzes te maken. Zo kan maatwerk geboden worden aan cliënten die samen met de gemeente hard werken aan het oplossen van hun schuldproblemen.

 

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws in het sociaal domein? Dat kan met een abonnement op onze online kennisbank Schulinck schuldhulpverlening, ParticipatiewetWmoJeugd of Inburgering 

 

1 Artikel 17 Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening

2 Stb-2020-240 pagina 12