Met betrekking tot het verstrekken van een loonkostensubsidie in de Participatiewet gaat het nodige veranderen. Het doel hiervan is het voor werkgevers makkelijker maken om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. In dit artikel bespreek ik in vogelvlucht wat er gaat veranderen en waarop gemeenten zich moeten voorbereiden. In veel gevallen zullen gemeenten een nieuw proces loonkostensubsidie moeten implementeren.

Aanleiding

Gemeenten zetten vanuit de Participatiewet loonkostensubsidie in voor mensen van wie is vastgesteld dat zij kunnen werken maar met een voltijdse baan niet het minimumloon kunnen verdienen. Loonkostensubsidie bevordert dat werkgevers mensen met een verminderde productiviteit per uur in dienst nemen en houden. Werkgevers ervaren moeilijkheden bij de inzet van loonkostensubsidie. Vooral grote werkgevers omdat zij vaak met meerdere gemeenten te maken hebben. En daarbij te maken hebben met verschillen per gemeenten. Daarom worden de regels over inzet van loonkostensubsidie aangepast.

Wijzigingen per 1 juli 2021

De belangrijkste wijziging die per 1 juli geldt, is dat alle gemeenten de loonwaarde op dezelfde manier moeten bepalen. De loonwaarde is van belang voor de vraag of er recht bestaat op loonkostensubsidie en zo ja, ook voor de hoogte ervan. Een zogenaamde loonwaardedeskundige moet vanaf 1 juli 2021 de loonwaardebepaling gaan uitvoeren. De gemeente stelt de loonwaarde vast op grond van het rapport van de loonwaardedeskundig. Aan deze persoon worden kwaliteitseisen gesteld zoals het hebben van ervaring in het werkveld en een relevante opleiding hebben gevolgd.

De gemeente wijst de loonwaardedeskundige aan. Dit kan iemand zijn die werkzaam is in de eigen organisatie, een externe organisatie, of als zelfstandig ondernemer. Het college moet ervoor zorgen dat de loonwaardedeskundige aan de kwaliteitseisen voldoet. Ook moet het college ervoor zorgen dat deze persoon voldoende onafhankelijk functioneert. Dat betekent dat de loonwaardedeskundige niet door de gemeente of zijn werkgever kan worden afgerekend op de uitkomsten van de loonwaardebepalingen. Ook mag de loonwaardedeskundige niet zelf een belang hebben bij een bepaalde uitkomst. Denk hierbij aan een zakelijk belang met de werkgever waarvoor loonkostensubsidie wordt gevraagd.

De nieuwe regels per 1 juli 2021 zijn opgenomen in het Besluit loonkostensubsidie 2021 en de Regeling loonkostensubsidie Participatiewet 2021.

Wijzigingen per 1 januari 2022

Het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief bevat verschillende wijzigingen met betrekking tot de loonkostensubsidie. Dit wetsvoorstel is weliswaar controversieel verklaard door de Tweede Kamer waardoor inwerkingtreding ervan vooralsnog onzeker is, maar de minister verwacht dat alle wijzigingen toch per 1 januari 2022 doorgang kunnen vinden.

De wetgever beveelt aan om het preferente werkproces te gebruiken

Administratieve proces

Een ingrijpende wijziging is dat gemeenten in een verordening moeten vastleggen hoe het administratieve proces met betrekking tot het verstrekken van loonkostensubsidie, wordt vormgegeven. Dit kan door aan te geven welk proces wordt gevolgd. Een volledige beschrijving is niet nodig. De wetgever beveelt aan om het preferente werkproces te gebruiken. Het preferent administratief proces loonkostensubsidie is een proces met termijnen, brieven en beschikkingen dat landelijk geïmplementeerd kan worden. De wetgever vindt het uit oogpunt van eenduidigheid en eenvoud voor werkgevers en werknemers belangrijk dit werkproces zo veel mogelijk wordt gebruikt.  Het werkproces is ontwikkeld door een werkgroep van gemeenten, werkgevers en cliëntenvertegenwoordigers en diverse gemeenten zijn hier al mee aan de slag gegaan. Klik hier voor meer informatie.

Gemeenten mogen ook een eigen proces hanteren. Maar de wetgever raadt dan wel aan dat in de verordening wordt toegelicht waarom en in hoeverre van het preferente werkproces wordt afgeweken.

Overige wijzigingen

Het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief bevat nog andere wijzigingen:

  • Werknemers en werkgevers krijgen de mogelijkheid om loonkostensubsidie aan te vragen;
  • Het vastleggen van de beslistermijnen;
  • De mogelijkheid om loonkostensubsidie in te zetten als al een dienstverband is aangegaan, verruimd. Thans kan dat alleen bij mensen die afkomstig waren van het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of mbo-entreeonderwijs. Met de wijziging zullen werkenden die in de 6 maanden voor de indiensttreding vielen onder de re-integratieverantwoordelijkheid van de gemeente, ook in aanmerking komen voor loonkostensubsidie;
  • Bij een verhuizing wordt de nieuwe gemeente verantwoordelijk voor de loonkostensubsidie;
  • Doorbetaling van de loonkostensubsidie als er recht bestaat op een ziekengeld.

Gemeenten zullen de komende tijd aan de slag moeten met deze gewijzigde regels, met als doel dat er meer eenheid en duidelijkheid ontstaat bij het verstrekken van loonkostensubsidie. Hierdoor moet worden bevorderd dat werkgevers mensen met een verminderde productiviteit per uur in dienst nemen en houden.