Twee weken geleden is een opvallende uitspraak van de rechtbank Amsterdam gepubliceerd. De kern van de uitspraak is dat de gemeente de jeugdhulp niet in uren hoeft toe te kennen. Aangeven welk resultaat met de jeugdhulp moet worden bereikt, is voldoende. Dit in tegenstelling tot de uitspraak van de CRvB over huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo 2015. Is dit slechts het oordeel van één rechtbank of zal dit uiteindelijk betekenen dat resultaatgericht beschikken in het kader van de Jeugdwet mogelijk is?

Uitspraak CRvB: je moet van tevoren weten hoeveel uren aan hulp je krijgt toegekend

Even terug naar de uitspraak uit 2018. De CRvB heeft bepaald dat het bij huishoudelijke hulp in het kader van de rechtszekerheid niet is toegestaan om alleen het resultaat toe te kennen. Cliënten moeten weten op hoeveel uren hulp zij kunnen rekenen. Dit heeft alles te maken met de ‘rechtszekerheid’ van burgers.

Vanaf toen speelt de vraag in hoeverre dit ook geldt voor jeugdhulp op grond van de jeugdwet. Ook jeugdigen en ouders hebben immers het recht om te weten hoeveel uren zorg zij concreet gaan ontvangen. Lees hiervoor ook de eerdere opinie die is geschreven naar aanleiding van deze CRvB-uitspraak.

Uitspraak Rechtbank Amsterdam: jeugdhulp hoeft niet in uren te worden toegekend

Voor zover mij bekend heeft de rechtbank Amsterdam nu voor het eerst een oordeel gegeven over deze vraag. Het gaat in die zaak om een jeugdige die zindelijkheidstraining krijgt. Op een gegeven moment besluit de gemeente de financieringsvorm te wijzigen van een PGB naar zorg in natura. Hierbij heeft de gemeente geen uren vermeld, maar een resultaat. De rechtbank oordeelt dat het is toegestaan dat de gemeente een resultaat vermeld en niet het aantal uren zorg dat wordt geleverd. Volgens de rechtbank gaat de vergelijking met huishoudelijke hulp niet op, omdat het hier om opgroeiende kinderen gaat, waarbij de hulpbehoeftes zowel in positieve als negatieve zin snel kunnen wijzigen.

Tussentijdse wijziging vs rechtszekerheid

De rechtbank geeft aan dat het in het kader van de Jeugdwet daarom mogelijk moet zijn om in te spelen op een gewijzigde behoefte. Het aantal uren geleverde zorg moet dan juist niet vast staan.

Maar, is het daarom echt nodig om in resultaat te beschikken zonder dat jeugdigen/ouders enig idee hebben wat de omvang is van de jeugdhulp die de jeugdige zal krijgen? Ik vind van niet. Gemeenten hebben altijd en ongeacht de manier van beschikken de mogelijkheid om een jeugdhulpvoorziening te wijzigen als de omvang of de inhoud van de jeugdhulp verandert. Natuurlijk zorgt dit voor een extra handeling voor de gemeente, maar dat weegt niet op tegen het belang van rechtszekerheid voor de burgers. Het is jammer dat de rechtbank hier niets over zegt, terwijl de uitspraak van de CRvB gebaseerd is op het rechtszekerheidsbeginsel.

Wel geeft de rechtbank zelf aan dat het redelijk is dat er tussentijdse evaluaties plaatsvinden en dat een wijziging van de behoefte aanleiding kan zijn om het besluit aan te passen. Dit zou dan net zo goed gelden in de situatie waarin het aantal uren wel is vastgelegd en in verband met een gewijzigde zorgbehoefte aangepast moet worden.

De gemeenten moeten jeugdigen en ouders duidelijkheid bieden

Vaststellen uren

Ik snap dat de zorgbehoeftes van kinderen sneller kunnen wijzigen en dat het daarom ook lastiger is om het aantal uren aan jeugdhulp vast te stellen. Ook weet ik dat de aard van jeugdhulp vaak met zich meebrengt dat de ene week minder uren nodig zijn dan de andere week. Ik begrijp dat het ook daarom lastig is om een vastgesteld aantal uren toe te kennen. Maar dit mag de gemeenten er naar mijn idee niet van weerhouden de jeugdigen en ouders duidelijkheid te bieden, zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Dit kunnen gemeenten doen door te werken met bandbreedtes, waarbij een jeugdige bijvoorbeeld tussen de 3 en 5 uur jeugdhulp per week ontvangt. Jeugdigen en ouders hebben dan tenminste een globaal idee van de hulp die zal worden ingezet, zodat zij daar ook concreet tegenin kunnen gaan als ze daar andere ideeën over hebben.

Bovendien moet uiteindelijk ook door de zorgaanbieder worden bepaald hoeveel uren zorg er wordt verleend. In overleg met de zorgaanbieder kan dit al eerder worden besproken en in de beschikking globaal worden vastgelegd.

Het is afwachten hoe de CRvB over dit onderwerp in het kader van de Jeugdwet zal oordelen. Tot die tijd lijkt het mij te voorbarig om op basis van deze ene uitspraak de conclusie te trekken dat resultaatgericht beschikken waarbij jeugdigen en ouders geen enkele indicatie krijgen van de omvang van de jeugdhulp die zij krijgen toegekend, toegestaan is. Het rechtszekerheidsbeginsel is een groot goed en de burger mag er op vertrouwen dat de gemeente deze gedragsregel naleeft!