Op 27 september informeerde minister van Binnenlandse Zaken, Kajsa Ollongren, de Tweede kamer middels een brief over de beoogde wetswijziging om gegevensuitwisseling in het sociaal domein eenvoudiger te maken, als sprake is van meervoudige problematiek. Deze wetswijziging komt naar verwachting eind 2020, later dan eerder werd aangekondigd. In de brief schetst minister Ollongren wel al de contouren van het wetsvoorstel.

Met de wetswijziging wordt een grondslag gecreëerd voor verscheidene partijen binnen het sociaal domein om, bij multidisciplinaire problematiek, gegevens uit te wisselen. Die grondslag is er nu namelijk niet, wat concreet betekent dat het juridisch niet mogelijk is voor de gemeente om gegevens uit te wisselen tussen de verschillende uitvoeringswetten (bijvoorbeeld tussen Wmo en Jeugdwet). In de praktijk gebeurt dit desondanks vaak door toestemming van de cliënt te vragen. Maar de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft in een rapport van 2016 reeds aangegeven dat die toestemming eigenlijk niet voldoende is. Toestemming hoort namelijk in vrijheid gegeven te kunnen worden. In de relatie burger-overheid is van die vrijheid vaak geen sprake volgens de AP, omdat burgers veelal een afhankelijkheidsrelatie met de overheid hebben.

Gegevensuitwisseling is in de praktijk onderwerp van alledag. Dit is niet vreemd, aangezien er bij een kwart van de aanvragen problematiek op meerdere leefgebieden speelt. Dit gegeven pleit vóór wetgeving en kaders. Bovendien heeft de regering vanaf het begin van de decentralisaties in 2015 gestuurd op een integrale aanpak, onder het motto “Eén gezin, éen plan”. Zonder goede grondslagen die gegevensuitwisseling mogelijk maken, blijkt een dergelijke aanpak echter onuitvoerbaar.

Contouren wetsvoorstel

Het wetsvoorstel zal het mogelijk moeten maken om – indien noodzakelijk – integraal de hulpvraag te verkennen en om een integraal plan van aanpak te maken. Dit geldt voor taken waarvoor de gemeente nu al directe verantwoordelijkheid heeft (o.a. Wmo 2015, Jeugdwet, Participatiewet en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). Maar ook voor de samenhang van deze taken met aanpalende domeinen zoals publieke gezondheid, ggz, wonen, werk en inkomen én met het veiligheidsdomein.

Verder zal het wetsvoorstel moeten voorzien in een duidelijk juridisch kader voor gegevensverwerking in de volgende situaties:

  • een burger die zelf een melding doet waarbij mogelijk sprake is van samenhangende problematiek;
  • een professional of instantie die betrokken is, vermoedt dat sprake is van multidisciplinaire problematiek of;
  • een gemeentelijk/regionaal meldpunt wil n.a.v. een signaal door een medeburger of niet-betrokken professional kunnen bekijken naar wie de melding moet worden doorgeleid.

Bescherming van privacy en complexe casuïstiek

Het wetsvoorstel zal het tevens mogelijk maken dat partijen, in specifieke en complexe gevallen, zonder wetenschap van de burger mogen overgaan tot uitwisseling van gegevens. Ik ben benieuwd naar de kaders die hiervoor geschept worden. Mijns inziens moet hier namelijk zeer terughoudend mee omgesprongen worden. Gegevensuitwisseling zonder medeweten van de burger mag tenslotte al als sprake is van een vitaal belang, bijvoorbeeld wanneer de burger een direct gevaar voor zichzelf of anderen vormt. Deze mogelijkheid is namelijk reeds vastgelegd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Indien de burger geen gevaar is voor zichzelf of anderen, zal naar mijn oordeel in beginsel altijd gekozen moeten worden voor de weg van de minste inbreuk en vooral de weg van openheid en transparantie. Dit niet alleen vanwege privacyoverwegingen, maar dit is naar mijn oordeel ook essentieel in het proces om de burger daadwerkelijk in beweging te krijgen. Uitgangspunt in het sociaal domein is tenslotte om de burger weer de regie in eigen hand te geven en dat is onmogelijk als je niet weet wie waar mee bezig is in jouw situatie en waarom.

In het kader van de weg van de minste inbreuk is het overigens niet onbelangrijk om te vermelden dat geanonimiseerd sparren over een casus altijd mag. Indien in praktijk mogelijk zal hier dan ook voor gekozen moeten worden.

Zoals iedere aanvraag binnen de verschillende wetten in het sociaal domein maatwerk vereist, vereist de beoordeling of gegevensuitwisseling in een specifieke casus noodzakelijk is ook maatwerk. Gegevensuitwisseling mag niet standaard worden, ook niet wanneer toekomstige wetgeving gegevensuitwisseling mogelijk maakt. De minister is voornemens dit gegeven mee te nemen in de wetswijziging.

De beoordeling of gegevensuitwisseling noodzakelijk is, vereist maatwerk

Uitstel van het wetsvoorstel is ongelukkig, maar is, gezien de complexiteit, naar mijns inziens, begrijpelijk. De minister ziet gelukkig het belang er van in om, naast verruiming van wetgeving, aandacht te besteden aan de zorgvuldige inrichting van werkprocessen, informatievoorziening en privacy-protocollen. Duidelijke wettelijke kaders moeten de burger beschermen tegen onnodige verspreiding van zijn gegevens onder partijen die samenwerken aan zijn ondersteuning. Hierbij is, naar mijn mening, een belangrijk punt dat de minister voornemens is het college aan te wijzen als verantwoordelijke partij. Hierdoor zal meer duidelijkheid komen over wie regie heeft, waardoor er sneller stappen gemaakt kunnen worden in de ondersteuning en de rechten van de burger beter gewaarborgd kunnen worden, als hiermee het bekende “van het kastje naar de muur”-fenomeen wordt voorkomen wanneer burgers hun privacyrechten willen effectueren.

In de tussentijd

Nu het wetsvoorstel nog even op zich laat wachten, ben ik benieuwd wat gemeenten in de tussentijd gaan doen. Mijns inziens is het nu vooral van belang dat geïnvesteerd wordt in de kennis en bewustwording van de uitvoering. Ik hoop met het wetsvoorstel op duidelijke praktische handvatten en richtlijnen met betrekking tot hoe om te gaan met gegevensuitwisseling, privacy en niet te vergeten informatiebeveiliging. Zonder deze tools is verruiming van de wet tenslotte niet voldoende om de privacy van burgers te waarborgen.