Een wet waarin officieel een reactietermijn voor schuldeisers wordt vastgelegd. Al heel wat jaren is dit een wens vanuit schuldhulp. Eind 2023 werd aangekondigd dat snel een wetsvoorstel zou komen ter internetconsultatie. Inmiddels is het bijna 2026 en is er helaas nog geen witte rook. Toch is het belangrijk om het onderwerp te belichten. Daarom bespreek ik in deze opinie wat we al weten over de wetgeving die in de maak is. En hoe schuldhulp nu al in de processen een reactietermijn in kan bouwen.

Het oorspronkelijke idee voor de wettelijke reactietermijn voor schuldeisers bestond uit drie onderdelen:

  1. Een termijn voor saldo opgave
  2. Een termijn voor reactie op aanbodbrief
  3. Een gedwongen akkoord bij geen reactie

Al snel werd duidelijk dat het derde onderdeel niet meegenomen zou worden in nieuwe wetgeving. Dit blijft een beslissing van de rechter. Ook een andere vorm, waarbij een gemeentelijk schuldregelingsaanbod bindend zou zijn als 2/3e van de schuldeisers akkoord was, vond de wetgever uiteindelijk niet wenselijk. De termijn voor de saldo-opgave en de termijn voor het reageren op de aanbodbrief haalden wel de schrijffase van de ‘wet schuldregelen’.

Reactietermijn voor schuldeiser EN schuldhulpverleners

Het uitgangspunt van de reactietermijnen is dat zowel de schuldeisers als de cliënt gebaat zijn bij een snelle afwikkeling van de schuldenlast. Hierbij zien we inmiddels in de berichten ook terugkomen dat de reactietermijn niet alleen zal gelden voor de schuldeisers maar ook voor de schuldhulpverleners in hun rol als schuldbemiddelaars.

Misschien is het wat verrassend dat ook bij schuldbemiddeling wettelijke reactietermijnen gaan gelden. Maar op zich ook wel weer fair, want als de schuldeisers vaart moeten maken dan mag dat natuurlijk ook verwacht worden van de schuldhulpverlener. Dat betekent wel dat de processen van schuldhulp strakker moeten worden ingeregeld.

Verschillende opties: losse termijnen of 1 strak ingericht proces

En dan komen we op het punt waar nog weinig over bekend is. Want de grote vraag is wat de wetgever van plan is. Ik zie in ieder geval twee mogelijke varianten. Een variant waarbij losse termijnen voor het proces ‘saldo-opgave’ en het proces ‘aanbodbrief’ worden gegeven. En een variant waarbij een serie van termijnen het schuldregelproces van de saldo-opgave tot en met de schuldregeling gaan beheersen. Natuurlijk zijn er nog veel meer varianten te bedenken, maar voor deze opinie zal ik alleen deze twee kort belichten.

Variant 1: losse termijnen
Stel dat er termijnen worden gegeven die gelden in de fase ‘saldo-opgave’ en termijnen die gelden voor het proces ‘aanbodbrief’. Deze termijnen lopen pas als de gemeente de fase opstart. Dan verandert er op zich niet zo heel veel. De gemeente houdt in de basis de regie over het gehele schuldregelproces. De wet heeft alleen invloed op het doorlopen van de twee genoemde processen.

Wat gebeurt er bij niet naleven van de termijnen

De vraag is wel wat er gebeurt als de termijnen niet worden nageleefd. Een dwangakkoord of direct-Wsnp zijn, net als nu, in een aantal gevallen wel een optie. Maar een aparte sanctie om de termijnen in alle dossiers af te dwingen is ook wenselijk. Maar hoe? Een boete is natuurlijk onzin, al is extra geld in de boedel natuurlijk wel fijn. ‘Zwijgen = automatisch akkoord’ is door de wetgever al van tafel gehaald. En het proces ‘resetten’ en opnieuw doorlopen is ook niet handig, want dan wordt de cliënt geraakt die zelf geen termijn geschonden heeft. Kortom een punt van aandacht voor onze wetgever.

Variant 2: 1 strak ingericht proces met gekoppelde termijnen

De wetgever kan er ook voor kiezen om alle termijnen op elkaar aan te laten sluiten. De eerste termijn gaat dan lopen bij de start van de fase ‘saldo-opgave’. En meteen na het afronden van de fase ‘saldo-opgave’ zal schuldhulp dan meteen moeten starten met de fase ‘aanbodbrief’. De nieuwe wet neemt dan feitelijk de regie van dit deel van het schuldregelproces volledig over van de gemeente. Het gevolg kan zijn dat het proces ‘saldo-opgave’ pas door schuldhulp gestart wordt als het gelukt is om de schuldsituatie voldoende te stabiliseren voor een schuldbemiddeling.

Het risico van deze variant is dat het vertraging kan geven in de stabilisatiefase. Gemeenten zijn nu immers volledig vrij om in die fase de termijnen zelf in te vullen. Het is dus mogelijk om te wachten tot in een dossier alle seinen op groen staan. Natuurlijk kan de wetgever dit oplossen door ook voor de stabilisatiefase officieel termijnen vast te leggen. Of dat wenselijk is, is de vraag.

En ook hier speelt, net als bij variant 1, de vraag wat de gevolgen zouden moeten zijn bij het niet halen van de termijnen.

Let op: tekst loopt door onder afbeelding.

Schulinck Schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening is een wettelijke taak van gemeenten. De online kennisbank Schulinck Schuldhulpverlening is uw praktische ondersteuning bij het helpen van uw inwoners. Met helpdesk en handige tools.

Conclusie: voor nu nog even zelf de reactietermijn in Msnp vormgeven

Het mag duidelijk zijn dat het vormgeven van een goede reactietermijn best wat voeten in de aarde heeft. Het is dus niet vreemd dat een zorgvuldige wet even op zich laat wachten. Of 2026 haalbaar is, blijft de vraag. Toch is er ook goed nieuws. Want reactietermijnen zijn eenvoudig in het werkproces in te bouwen bij het opvragen van het saldo en de fase aanbodbrief. Bijvoorbeeld als volgt:

  • Geef bij een verzoek saldo-opgave en een aanbodbrief altijd een eerste reactietermijn, bijvoorbeeld 3 weken
  • komt er geen reactie? Verstuur dan meteen een herhaald verzoek met opnieuw een termijn van 3 weken
  • Blijft reactie uit? Zet dan vervolgstappen. In de fase saldo-opgave kan je een direct Wsnp-verzoek overwegen. En in de fase aanbodbrief kan je doorpakken met een dwangakkoord of een Wsnp-verzoek.