In het nieuwe inburgeringstelsel hoeven niet alle inburgeringsplichtigen op hetzelfde niveau in te burgeren. Er zijn namelijk drie leerroutes waarbinnen inburgeringsplichtigen op het voor hen hoogst haalbare niveau aan de inburgeringsplicht kunnen voldoen: de B1-route, de onderwijsroute en de Z-route. Een inburgeringsplichtige moet binnen drie jaar aan de inburgeringsplicht voldoen. Deze termijn geldt voor alle drie de onderdelen van de inburgeringsplicht (de leerroute, het participatieverklaringstraject (PVT) en de Module Arbeidsmarkt & Participatie (MAP).

Doordat de inburgeringstrajecten zoveel mogelijk worden toegesneden op de persoon van de inburgeringsplichtige en de gemeente de nodige begeleiding biedt gedurende het inburgeringstraject, wordt iedere inburgeringsplichtige in beginsel geacht om binnen de termijn aan de inburgeringsplicht te voldoen. Desondanks kunnen zich een aantal situaties voordoen waardoor de inburgeringsplichtige toch niet in staat is om binnen de inburgeringstermijn van drie jaar aan de inburgeringstermijn te voldoen. In mijn opinie zal ik een aantal mogelijkheden beschrijven die de nieuwe Wet inburgering 2021 biedt om ervoor te zorgen dat de inburgeringsplichtige toch aan de inburgeringsplicht kan voldoen.

Afschalen binnen de B1-route
Het kan voorkomen dat in eerste instantie is ingeschat dat de B1-route passend is voor de inburgeringsplichtige, maar dat na verloop van tijd blijkt dat hij toch niet in staat is om binnen de inburgeringstermijn alle taalonderdelen van het inburgeringsexamen op B1-niveau te behalen. De gemeente kan dan in samenspraak met de inburgeringsplichtige (mede op basis van informatie van de cursusinstelling) besluiten om ‘af te schalen’ naar A2-niveau (artikel 17 lid 3 Wet inburgering 2021). Daarvoor is wel vereist dat de inburgeringsplichtige aanzienlijke inspanningen heeft verricht om de Nederlandse taal te leren (wat hieronder wordt verstaan zal bij nadere regelgeving worden uitgewerkt, maar gedacht wordt aan een urennorm of een vastgesteld aantal maanden na aanvang van de inburgeringstermijn). Afschalen kan geheel of gedeeltelijk; dit betekent dat per taalonderdeel kan worden afgeschaald van B1 naar A2. Bijvoorbeeld alleen voor spreekvaardigheid en luistervaardigheid afschalen naar A2-nivea en voor de onderdelen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid B1-niveau handhaven.

Het afschalen brengt met zich mee dat het persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP) moet worden aangepast, gevolgd door een nieuwe beschikking die vatbaar is voor bezwaar en beroep.

Schakelen naar een andere leerroute
Verder kan de situatie zich voordoen dat een inburgeringsplichtige op de verkeerde leerroute zit. Als gedurende het inburgeringstraject blijkt dat de vastgestelde leerroute niet voldoende (meer) aansluit bij de capaciteiten en persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige, dan kan worden ‘geschakeld’ naar een andere leerroute (artikel 17 lid 2 Wet inburgering 2021). In samenspraak met de inburgeringsplichtige wordt dan besloten dat hij middels een andere leerroute aan de inburgeringsplicht moet voldoen. De termijn waarbinnen kan worden gewisseld van leerroute zal bij nadere regelgeving (naar verwachting) worden vastgesteld op anderhalf jaar. Het wisselen van de leerroute heeft overigens geen directe gevolgen voor de inburgeringstermijn. Wel blijft verlenging van de inburgeringstermijn op grond van artikel 12 Wet inburgering 2021 mogelijk.

Het wisselen van leerroute brengt met zich mee dat het PIP moet worden aangepast, gevolgd door een nieuwe beschikking die vatbaar is voor bezwaar en beroep.

Inburgeringstermijn verlengen
In sommige gevallen is de inburgeringsplichtige wel in staat om aan het taalniveau te voldoen en zit hij op de juiste leerroute, maar redt hij het niet om binnen de inburgeringstermijn van drie jaar aan de inburgeringstermijn te voldoen. In een tweetal situaties kan dan de inburgeringstermijn verlengd worden door DUO (artikel 12 lid 1 Wet inburgering 2021). Verlenging van de inburgeringstermijn kan ten eerste als het overschrijden van de inburgeringstermijn de inburgeringsplichtige niet te verwijten valt (bijvoorbeeld vanwege een langdurige ziekte). Ten tweede kan de inburgeringstermijn verlengd worden als na aanzienlijke inspanningen van de inburgeringsplichtige, verlenging leidt tot het voldoen aan de inburgeringsplicht.

Tot slot
In het nieuwe inburgeringstelsel wordt voor elke inburgerinsplichtige uit de drie leerroutes de meest passende route geselecteerd. Tezamen met de genoemde wettelijke mogelijkheden om gedurende het inburgeringstraject in te grijpen, lijkt deze aanpak een verbetering ten opzichte van het huidige inburgeringstelsel. In reacties op de internetconsultatie zijn de mogelijkheid tot afschalen binnen de B1-route en het schakelen van leerroute door verschillende partijen echter als fraudegevoelig bestempeld. Gemeenten worden (deels) beloond op basis van het aantal afgeronde inburgeringstrajecten en krijgen daarvoor een bedrag dat voor alle drie de leerroutes gelijk is. Men is bang dat gemeenten te snel overgaan tot afschalen naar A2-niveau of te snel schakelen naar de Z-route, omdat dit verder geen invloed heeft op het budget dat ze krijgen. Mijns inziens brengt de regering hier echter terecht tegen in dat het nieuwe inburgeringstelsel in zijn totaliteit voldoende waarborgen bevat om de fraudegevoeligheid van deze specifieke elementen tot een minimum te beperken (zie TK 2019-2020, 35.483, nr. 3, p. 65-66).