Met de komst van het wetsvoorstel Participatiewet in balans stond de afschaffing van de taaleis op de planning. Hiermee zouden gemeenten meer vrijheid krijgen wat betreft de verplichting voor bijstands-gerechtigden tot het beheersen van de Nederlandse taal. De regering wilde terug naar een generieke participatieplicht omdat verplichtingen zoals de taaleis erg gedetailleerd en niet altijd realistisch zijn. Daarnaast compliceren ze het leveren van maatwerk. Het schrappen van de taaleis is heroverwogen en in de nota van wijziging bij de Participatiewet in balans wordt de noodzaak nog eens onderstreept.

In deze opinie ga ik in op de (nieuwe) taaleis die terug is van nooit weggeweest.

Draagvlak

Tijdens mijn afstuderen schreef ik mijn scriptie over hoe de implementatie van de taaleis van artikel 18b Participatiewet het best kan worden uitgevoerd door gemeenten. Tijdens dit onderzoek merkte ik al dat er weinig draagvlak was voor het uitvoeren van de taaleis en tot op heden blijft dit beperkt. De taaleis is een zware belasting voor gemeenten, zowel qua tijd als financiën. Zie over andere knelpunten ook de Evaluatie van de Taaleis in de Participatiewet. Bovendien hebben bijstandsgerechtigden te maken met aanzienlijke gevolgen en missen gemeenten de mogelijkheid om maatwerk te leveren binnen de taaleis.

Een terugblik

De taaleis werd op 1 januari 2016 als inspanningsverplichting opgenomen in de Participatiewet met als doel dat de bijstandsgerechtigde snel de Nederlandse taal beheerst. Dat is van belang voor een snelle uitstroom naar werk. Ook is het beheersen van de Nederlandse taal op 1F-niveau een voorwaarde voor het volgen van onderwijs.

Op het eerste gezicht lijkt een verplichting in de Participatiewet tot het leren van de taal een goed idee. Maar de Participatiewet geeft ook andere manieren om dit te doen zoals taaltrajecten binnen re-integratie. De verwachting is dat de extra inspanningen die gemeenten moeten doen voor de uitvoering van de taaleis niet leidt tot extra uitstroom.

In de praktijk betekent de taaleis voor gemeenten vooral extra taken en extra kosten, zoals:

  • een aanbod van lessen
  • de bewaking van de voortgang
  • het afnemen van toetsen

Als een bijstandsgerechtigde niet meewerkt of de gewenste resultaten niet behaalt, kan het college overgaan tot (langdurig) afstemmen. De trapsgewijze verlaging leverde in de uitvoering al gauw principiële bezwaren op.

Zo werd de taaleis een ondergesneeuwde regel waar bij de meeste gemeenten niets mee werd gedaan. En verdween mijn scriptie met beslisbomen en beleidsregels onder in een la.

De taaleis blijft met aangepaste voorwaarden

Tot verbazing van velen werd besloten om de taaleis toch te behouden. In de nota van wijziging schrijf de staatssecretaris het volgende:

‘’Het spreken, kunnen verstaan, lezen en schrijven van de Nederlandse taal vergroot naar het oordeel van de regering de kans om goed te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving en op de Nederlandse arbeidsmarkt.’’

Ik lees in de nota ook dat er na de rellen in Amsterdam een motie is ingediend om de taaleis te behouden. Dit zou volgens de indieners van de motie helpen bij het integratie probleem dat er in Nederland speelt.

Kort gezegd: de centrale aanpak van de taaleis blijft. Een bijstandsgerechtigde is nog steeds op grond van artikel 18b Participatiewet verplicht om het vereiste taalniveau te behalen. Het college houdt de mogelijkheid om de uitkering te verlagen als een bijstandsgerechtigde de Nederlandse taal niet of in onvoldoende mate beheerst om te participeren op de arbeidsmarkt. Daarnaast blijven het toetsingskader en de uitzonderingsgronden in stand.

Participatiewet in balans

Het wetsvoorstel Participatiewet in balans brengt veel wijzigingen met zich mee. In deze opleiding komen alle voorgestelde wijzigingen uitgebreid aan bod. En wat dit betekent in de praktijk.

Hoogte van de maatregel

Wel wijzigen de hoogte en duur van de maatregelen die bij overtreding opgelegd kunnen worden. Zo vervalt de trapsgewijze verlaging van de uitkering, inclusief de afstemming van 100% voor onbepaalde tijd wanneer een bijstandsgerechtigde niet langer werkt aan het verbeteren van zijn taalniveau. Dit is een goede verbetering ten opzichte van het oude regime.

De maatregelen worden opgenomen in het nieuwe Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten. Het voornemen is om de maatregelen met betrekking tot de taaleis in de 3e categorie te plaatsen. Deze categorie is nogal uiteenlopend. Standaard is de verlaging 25%. Maar er bestaat een mogelijkheid om af te wijken naar minimaal 15% en maximaal 100%. Ook de duur loopt daarbij uiteen van minimaal 1 maand naar maximaal 6 maanden.

Dit betekent dat de uitkering van een bijstandsgerechtigden in het gunstigste geval voor de duur van 1 maand met 15% wordt verlaagd. In het meest ongunstige geval wordt de volledige uitkering voor 6 maanden stopgezet. Is het niet wenselijk om bij de taaleis een vast percentage en vaste duur per overtreding op te nemen in het Maatregelbesluit?

Meer ruimte voor eigen invulling?

Volgens de regering biedt het opnemen van maatregelen in het Maatregelenbesluit meer beleidsvrijheid. Dit stelt gemeenten in staat om de hoogte van een maatregel naar eigen inzicht vast te stellen. Grote excessen kunnen worden voorkomen door juiste toepassing van het evenredigheidsbeginsel. Lees hierover de opinie van mijn collega mr. Maartje Smeets.

Maar verschillen kunnen ook plaatsvinden als de taaleis komt te vervallen. Dan kunnen gemeenten bij individuele gevallen nog steeds een taaltraject opleggen en geldt er op grond van artikel 55 Participatiewet een vergelijkbaar afstemmingsbeleid. Dan is het enkel het college dat bepaald wie zo’n traject opgelegd krijgt en welke maatregel passend is.

Er zijn verschillende argumenten voor en tegen een centrale aanpak van de taaleis.

Conclusie: de taaleis blijft

Er zijn verschillende argumenten voor en tegen een centrale aanpak van de taaleis. Een positieve verandering is dat de maatregel lager is als een bijstandsgerechtigde de taaleis niet of onvoldoende nakomt. Maar deze verandering wordt eigenlijk door het voorgestelde Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten teweeggebracht. Wat betreft de uitvoering van de taaleis zelf verandert er weinig voor gemeenten. Ze blijven belast met de uitvoering en krijgen niet de verwachte ruimte om zelf invulling te geven aan de manier waarop bijstandsgerechtigden werken aan hun Nederlandse taalvaardigheden.

Meer weten

Wilt u meer weten over de Participatiewet, taaleis en het wetsvoorstel Participatiewet in balans? Neem dan een abonnement op onze Kennisbank Schulinck Participatiewet.