De Eerste Kamer heeft op 11 februari 2020 - tegen de verwachtingen in - de Invoeringswet Omgevingswet met een ruime meerderheid aangenomen. Deze Invoeringswet Omgevingswet ‘knipt’ de omgevingsvergunning voor bouwen (de ‘oude’ bouwvergunning) definitief in twee delen: een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit én een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit. Deze knip heeft ook grote gevolgen voor het stelsel van kwaliteitsborging uit de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Mogelijk verdwijnt in de toekomst door de Wkb de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit geheel.

De knip

Als een vergunningaanvrager nu een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit aanvraagt en niet inziet dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan, dan moet het bevoegd gezag verplicht op grond van de conversiebepaling uit artikel 2.10 lid 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ook beoordelen of een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan kan worden verleend.

De knip komt in de Invoeringswet Omgevingswet met name tot uitdrukking in het wegvallen van de conversiebepaling en in de beoordelingsregels voor de (technische) bouwactiviteit. In de beoordelingsregels wordt een vergunningaanvraag voor een (technische) bouwactiviteit niet getoetst aan het omgevingsplan (de opvolger van het bestemmingsplan).

Het bevoegd gezag toetst de aanvraag om omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit alleen aan de bouwtechnische voorschriften uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, de opvolger van het Bouwbesluit 2012). Althans als er geen stelsel van kwaliteitsborging zou zijn… De aanvraag om omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit toetst het bevoegd gezag aan het omgevingsplan.

Het stelsel van kwaliteitsborging

Het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen uit de Wkb brengt wijzigingen aan in de wijze waarop het bevoegd gezag toetst aan bouwtechnische voorschriften. Het bevoegd gezag toetst niet langer preventief bij vergunningverlening of het bouwplan aan de bouwtechnische voorschriften voldoet. Wel behoudt het bevoegd gezag al zijn handhavingsbevoegdheden. Om tijdens de bouw en na gereedmelding de bouwtechnische voorschriften te kunnen handhaven, krijgt het bevoegd gezag bij de vergunningaanvraag een risicobeoordeling en bij gereedmelding een dossier ‘bevoegd gezag’. De risicobeoordeling is geen weigeringsgrond bij de vergunningverlening. Als het dossier incompleet is, dan kan het bevoegd gezag de ingebruikname tegenhouden.

Oorspronkelijk was de bedoeling dat de Wkb in 2015 in werking zou treden. Dus voorafgaand aan de Omgevingswet. Daarom brengt de Wkb wijzigingen aan in de Wabo en niet in de Omgevingswet. Inmiddels heeft de regering met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat het stelsel van kwaliteitsborging tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking treedt. De vraag is nu wat de knip betekent voor het stelsel van kwaliteitsborging.

Gevolgen van de knip voor de Wkb

Het is de bedoeling dat het stelsel van kwaliteitsborging in drie stappen (gevolgklassen) wordt ingevoerd. Te beginnen bij de bouwwerken waarin het risico op instorting het kleinst is: gevolgklasse 1 (o.a. grondgebonden woningen). Kleinere bouwwerk zijn direct bouwtechnisch vergunningvrij. Als bij gevolgklasse 1 de bouwkwaliteit toeneemt, dan gaat het stelsel van kwaliteitsborging gelden voor gevolgklasse 2 (o.a. scholen) en gevolgklasse 3 (o.a. voetbalstadiums).

De knip kan tot gevolg hebben dat op termijn de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit geheel verdwijnt.

Als het stelsel van kwaliteitsborging geheel is ingevoerd, toetst het bevoegd gezag dus geen bouwplannen meer preventief aan bouwtechnische voorschriften. Als er geen preventieve toetsing overblijft, is er geen reden meer voor een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit. De knip kan dus tot gevolg hebben dat op termijn de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit geheel verdwijnt. Dan blijft alleen de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit over.

Dat de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit mogelijk geheel verdwijnt, volgt ook uit de memorie van toelichting bij de consultatieversie van de Invoeringswet Omgevingswet. Daarin staat dat na invoering van de Omgevingswet voor gevolgklasse 1 alleen nog een meldingsplicht geldt. Met andere woorden, een meldingsplicht komt vermoedelijk in de plaats van de omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit.

Voor meer informatie over de knip in de omgevingsvergunning bouw en de Invoeringswet Omgevingswet, zie P.M.J. de Haan, ‘Vergunningverlening bouw onder de Omgevingswet: niet voortbouwend op bestaand recht?’, BR 2019/17.

Meer weten?

Tijdens onze opleidingen ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)’ worden alle ins en outs gegeven over het stelsel van kwaliteitsborging. De opleidingen geven handvatten om invulling te geven aan het gemeentelijke bouwtoezicht, de beoordeling van de bouwmelding en van het dossier bevoegd gezag en de handhaving onder het nieuwe stelsel. Onze opleidingen behandelen de laatste stand van zaken van de publieke bouwregelgeving. Ook bouwen onder de Omgevingswet krijgt aandacht.