Eigenlijk valt dat wel mee. En er kan en mag al best veel.
Ook is het goed dat er zorgvuldig wordt omgegaan met persoonsgegevens. Alleen als er een grondslag is zoals genoemd in artikel 6 AVG mogen persoonsgegevens worden verwerkt. Het is dus ook goed dat gemeenten nadenken over welke persoonsgegevens wanneer verwerkt mogen worden en op welke wijze. In deze opinie geef ik een kort overzicht van mogelijke knelpunten op het gebied van AVG en privacy in het sociaal domein. Door een antwoord te geven op een aantal vragen over het omgaan met persoonsgegevens, is snel duidelijk wat er wel al kan en mag. En wat niet mag, maar wel kan. Of niet kan. En waarvoor wetgeving in de maak is.

Hieronder bespreek ik verschillende situaties die in de praktijk aan de orde kunnen zijn in contact met de gemeente. En geef ik antwoord op de AVG vraagstukken die daarin spelen.

DigiD voldoende identificatie voor de Participatiewet?

Pim dient zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering digitaal in via DigiD. De gemeente neemt deze aanvraag in behandeling en kent bijstand toe zonder het identiteitsbewijs te zien. Mag dat?

Strikt juridisch gezien mag het niet, omdat DigiD geen identificatiemiddel is zoals genoemd in de Participatiewet. Maar praktisch gezien bestaan hiertegen eigenlijk geen bezwaren als de gemeente het zo wil. Formeel genomen zou er een risico kunnen zijn op een financiële onrechtmatigheid. Wanneer DigiD wordt gebruikt in combinatie met controle in de BRP of Suwinet, is van een financiële onrechtmatigheid geen sprake. Deze praktische manier van uitvoering komt namelijk overeen met het doel van artikel 17 Participatiewet.

Zoals altijd loopt de wet achter op de digitale ontwikkelingen. In de toekomst komt er een Wet Digitale Overheid die regelt dat DigiD identificatie is. Als daarnaast artikel 17 Participatiewet wordt aangepast, dan is inzage niet meer nodig.

Er is meer mogelijk dan je denkt

Integrale gegevensuitwisseling sociaal domein binnen de gemeente (on)mogelijk?

Om Pim te helpen deelt de schuldhulpverlener zijn gegevens met de medewerker Participatiewet. Dat mag toch? Want het doel is de klant te helpen. Het antwoord is nee dat mag (helaas) niet.

Alleen als de specifieke wet de bevoegdheid geeft of er om een andere reden een grondslag is zoals genoemd in artikel 6 AVG dan mogen persoonsgegeven worden verwerkt en gedeeld. Bij iedere verwerking moet ook worden beoordeeld of het noodzakelijk is om deze gegevens te delen en of alle gegevens gedeeld moeten worden.
Als met minder kan worden volstaan is het vaak niet nodig om alle gegevens te delen.

Wanneer mogen er dan wel gegevens worden gedeeld tussen afdelingen van de gemeente?

  • Wanneer de specifieke wet deze bevoegdheid geeft. Bijvoorbeeld artikel 64 Participatiewet, artikel 35 lid 5 Wet inburgering 2021 en artikel 12 van het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening.
  • In uitzonderingssituaties, voor de bescherming van een vitaal belang van Pim of een ander persoon. Bijvoorbeeld als er gevaar dreigt voor Pim’s leven als de gegevens niet worden gedeeld.
  • Als sprake is van ‘vrijwillige’ toestemming, gegeven door Pim. Dit is lastig omdat Pim in een afhankelijkheidssituatie zit ten opzichte van de gemeente. In het sociaal domein is bijna nooit – op een enkel uitzondering na – sprake van vrijwillige toestemming.

In de toekomst moeten er meer gegevens gedeeld kunnen worden binnen de gemeente als de Wet Aanpak Multiproblematiek Sociaal Domein (Wams) in werking treedt. Op dit moment is gegevensuitwisseling tussen de domeinen juridisch onvoldoende geregeld. Dit zorgt ervoor dat een afgestemde aanpak vaak niet lukt. Dit is een van de belangrijkste problemen die de Wams straks moet oplossen. De planning is dat de wet op 1 januari 2024 ingaat.

Digitale terinzagelegging in het sociaal domein verplicht?

De gemeente waar Pim woont publiceert het gemeentelijk beleid alleen in het plaatselijke krantje. Mag dat? Ja, nu nog wel.
Maar let op! Per 1 juli 2023 is digitale ter inzagelegging verplicht voor deze besluiten. Vanaf 1 juli 2023 moeten bestuursorganen hun voorgenomen gemeentelijk beleid, beleidsregels en verordeningen ook digitaal ter inzage te leggen. Deze voorgenomen besluiten en de bijbehorende stukken moeten na 1 juli dus altijd fysiek en digitaal ter inzage worden gelegd. Deze verplichting komt uit de Wet elektronische publicaties (Wep).

In de toekomst verandert er nog meer om gegevensuitwisseling beter en makkelijker mogelijk te maken. Wat, dat lees je hieronder.

Toekomstige ontwikkelingen gegevensuitwisseling in het sociaal domein.

Op dit moment zijn er drie wetsvoorstellen aanhangig waarmee gegevensuitwisseling beter wordt geregeld. Dat is de hiervoor besproken Wams, de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) en de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS). Ook ligt de Verzamelwet gegevensverwerking VWS II ter internetconsultatie tot 15-2-2023.

Kortom, de wetgever heeft er de handen aan vol om rechtmatige en efficiënte gegevensuitwisseling binnen de verschillende domeinen en samenwerkingsverbanden goed te regelen. Ondertussen is het aan de gemeenten om het doel van de wet op het netvlies gebrand te hebben. En op een zorgvuldige wijze om te gaan met persoonsgegevens bij de uitvoering van de verschillende wetten in het sociaal domein.