Stel: een cliënt heeft een badkameraanpassing nodig. Het bad moet vervangen worden door een inloopdouche. Voor deze aanpassing zijn o.a nieuwe tegels en een thermostaatkraan nodig. Deze twee voorzieningen zouden apart van elkaar algemeen gebruikelijk kunnen zijn. Maar telt u de kosten voor de voorzieningen en de werkzaamheden bij elkaar op, dan komt u al snel op een hoger bedrag dat iemand niet kan dragen met een minimuminkomen. Mag de gemeente per onderdeel apart beoordelen of het algemeen gebruikelijk is? Of moet de gemeente steeds rekening houden met het totaal van de kosten voor een voorziening zoals een badkameraanpassing bijvoorbeeld?

Een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over een antislipvloer en douchezitje zette me hierover aan het denken. De cliënt in deze zaak vroeg een inloopbad aan, omdat ze door spasmes niet veilig over de gladde (natte) vloer in de douche kon lopen. De gemeente oordeelde dat ze op eigen kracht met een antislipbehandeling en een douchestoel of kruk veilig gebruik kon maken van de douche en wees de aanvraag af.

De rechtbank oordeelde dat de aanpassingen voor de badkamer algemeen gebruikelijk zijn. De rechtbank laat hierbij niet blijken of ze is uitgegaan van het totaal van de kosten voor de antislipvloer (plus werkzaamheden) en het douchezitje of van de kosten per voorziening. Hierover is verder geen andere richtinggevende jurisprudentie beschikbaar. Jammer, want gemeenten stellen Schulinck wel vaker de vraag hoe hiermee om te gaan. Hieronder ga ik op deze vraag in.

Eén algemeen gebruikelijke voorziening bestaat uit meerdere onderdelen

In de memorie van toelichting staat het volgende opgenomen over de definitie algemeen gebruikelijk (MvT 2018-2019, 35093, nr. 3, p. 15):

een algemeen gebruikelijke voorziening bestaat uit zaken, diensten die in de reguliere handel verkrijgbaar zijn, niet speciaal voor mensen met een beperking zijn ontworpen en niet aanzienlijk duurder zijn dan een vergelijkbaar product met hetzelfde doel (passend in een normaal aanschaffingspatroon bij een gelijke financiële positie)” 

Hieruit leid ik af dat een algemeen gebruikelijke voorziening uit meerdere zaken of diensten kan bestaan. Dit wil zeggen dat een badkameraanpassing gezien moet worden als één voorziening, welke afhankelijk van de kosten algemeen gebruikelijk kan zijn. Die badkameraanpassing kan bestaan uit meerdere onderdelen (de nieuwe tegels en thermostaatkraan), maar het geheel samen is de voorziening die u verstrekt. Dus voor de vraag of de voorziening algemeen gebruikelijk is kijkt u naar de totale kosten van de aanpassing. Dit past ook bij de maatwerkgedachte waarmee de Wmo doordrenkt is.

Eén algemeen gebruikelijke voorziening kan uit meerdere onderdelen bestaan. 

Badkameraanpassing en douchezitje

Maar wat als een cliënt een badkameraanpassing en een (los) douchezitje aanvraagt? In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland oordeelt de rechtbank dat een douchezitje algemeen gebruikelijk is. Het douchezitje is geen onderdeel van de badkameraanpassing. In dit geval mag u voor de twee voorzieningen apart beoordelen of het gaat om een algemeen gebruikelijke voorziening. Dus aan de ene kant of de badkameraanpassing algemeen gebruikelijk is en aan de andere kant of het douchezitje algemeen gebruikelijk is.

Dit is denk ik ook de gedachtegang van de rechtbank Noord-Holland geweest in de uitspraak van de antislipvloer en het douchezitje. De antislipvloer is de badkameraanpassing en het douchezitje is een hulpmiddel. Twee verschillende voorzieningen waar u apart over kunt beoordelen of ze algemeen gebruikelijk zijn. In deze uitspraak was de antislipvloer (badkameraanpassing) ook algemeen gebruikelijk. Dit zal het geval zijn geweest, omdat de kosten daarvoor gedragen kunnen worden met een minimuminkomen. Maar gaat het om een grotere badkameraanpassing waarbij meerdere onderdelen in de badkamer aangepast moeten worden? Dan is de badkameraanpassing al snel niet te dragen met een minimuminkomen en niet algemeen gebruikelijk.

Uitzondering bij hoge kosten of schulden

Heeft een cliënt meerdere voorzieningen nodig die algemeen gebruikelijk zijn? Bijvoorbeeld een antislipvloer, elektrische fiets en airco. Dan kunnen de kosten voor de voorzieningen samen hoog oplopen. Levert dit een financieel onwenselijke situatie op voor de cliënt, omdat de cliënt niet voldoende spaargeld heeft of schulden heeft? Dan kan de gemeente daar rekening mee houden. Ook dit past bij de maatwerkgedachte. Het is dan wel aan de cliënt om aan te tonen dat hij de kosten voor de noodzakelijke algemeen gebruikelijke voorzieningen niet kan dragen. Lees voor meer informatie hierover de opinie van mijn collega Loes Olivier: Algemeen gebruikelijke voorzieningen bij schulden.