De Afdeling advisering van de Raad van State is van oordeel ‘dat het thans indienen van het voorstel niet passend is in het licht van de interbestuurlijke verhoudingen zoals die sinds de decentralisatie van de maatschappelijke ondersteuning in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2105) in acht dienen te worden genomen. En het voorstel is, gelet op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), niet nodig, ook niet indien volgende uitspraken nog tot een nadere uitleg en precisering zullen leiden.’

Regeling dienstverlening aan huis

Gemeenten bieden soms ondersteuning aan Wmo-cliënten bij het aangaan van een overeenkomst (dienstbetrekking) voor het verlenen van huishoudelijke werkzaamheden op grond van de Regeling dienstverlening aan huis. Deze regeling is bedoeld om de markt voor persoonlijke dienstverlening te stimuleren.

Dit wordt bereikt door de werkgeverslasten te verminderen doordat particuliere opdrachtgevers zich geen zorgen hoeven te maken over de administratieve en financiële lasten die volgen vanuit de rol als werkgever, door de overheid kunnen worden opgelegd. Deze huishoudelijke werkzaamheden worden verricht door particuliere dienstverleners, ook wel alfahulpen genoemd.

Uitspraken CRvB

De VNG wijst, mede namens de minister van VWS en de minister van SZW, gemeenten op enkele uitspraken van de CRvB van 18 mei 2016 (met name ECLI:NL:CRVB:2016:1404). Daaruit wordt duidelijk dat een gemeente geen algemene voorziening of maatwerkvoorziening levert, als een overeenkomst (dienstbetrekking) wordt overeengekomen tussen de huishoudelijke hulp (alfahulp) en de cliënt. Dit volgt uit de tekst en toelichting van artikel 1.1.1 van de Wmo 2015. (Zie ook de indertijd verzonden VNG-ledenbrief over de uitspraken, onderaan dit bericht.)

De bepalingen van de Wmo 2015 leiden er toe dat gemeenten Wmo-voorzieningen niet aan kunnen bieden op basis van de Regeling dienstverlening aan huis. Daar waar blijkt dat gemeenten zich niet aan de hierboven genoemde uitspraken van de CRvB houden, zal de minister van VWS vanuit zijn rol als interbestuurlijk toezichthouder optreden.

Pgb

Ook als het college een tegemoetkoming of een vergoeding betaalt, anders dan een pgb, of verwijst naar de private markt (bemiddeling) levert het geen voorziening in de zin van de Wmo 2015. Cliënten die bewust de keuze maken voor een pgb kunnen wel gebruik maken van de Regeling dienstverlening aan huis (onder de daaraan gestelde voorwaarden). Zij betrekken immers als particulieren op de markt hun eigen ondersteuning. Dit is de enige mogelijkheid die de Wmo 2015 toestaat.