Het SCP analyseerde de uitkomsten van verschillende recente onderzoeken over ouderenmishandeling, waaronder die van Steunpunten Huiselijk Geweld en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Bij de meldpunten kwamen vorig jaar 2400 meldingen van ouderenmishandeling binnen. IGZ ontving tientallen meldingen van fysiek geweld. Volgens eerder onderzoek krijgt minstens een op de twintig ouderen te maken met een vorm van mishandeling.

Topje van de ijsberg

Maar dat is vermoedelijk het topje van de ijsberg. ,,Mogelijk onthullen ouderen niet wat hun overkomt uit angst, schaamte of schuldgevoelens, of omdat ze niet weten bij wie ze moeten zijn, of omdat ze te veel afhankelijk zijn van de pleger”, aldus het planbureau. Daarnaast zijn er veel hoogbejaarden die zelf niet in staat zijn om aan een enquête mee te doen.

Niet altijd opzet

Slachtoffers krijgen het vaakst te maken met verbale agressie. Maar ook verwaarlozing en financiële uitbuiting komen vaak voor. Seksueel misbruik komt volgens de onderzoekers veruit het minst voor. Ouderenmishandeling gebeurt soms ook zonder opzet. Dat kan bijvoorbeeld doordat een overspannen mantelzorger de zorg van een cliënt niet meer aankan en het slachtoffer onbewust mishandelt. Vaak zijn de plegers familieleden van het slachtoffer of professionele hulpverleners.

Staatssecretaris Van Rijn

Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) liet maandag weten samen te gaan werken met verschillende instanties om uitbuiting van ouderen aan te pakken. ,,Ouderen kunnen zelf veel doen om uitbuiting te voorkomen, bijvoorbeeld door vast te leggen wie je financiën mag beheren als je ziek bent. Bankmedewerkers, notarissen, bewindvoerders en vrijwilligers die ouderen bezoeken kunnen hen op dat soort mogelijkheden wijzen en ouderen bijstaan om het te regelen.”

ANBO

Volgens seniorenbelangenorganisatie ANBO moeten ouderen meer praten over mishandeling. ,,Ze moeten ervoor durven uitkomen. Het taboe moet worden doorbroken”, stelt de organisatie.