Prinsjesdag 2022. De Miljoenennota en de Rijksbegroting voor het Ministerie van VWS 2023 werden bekendgemaakt. Hieronder staan de Wmo (gerelateerde) onderwerpen waar aandacht voor is in de begroting. De meeste van deze ontwikkelingen waren eerder al aangekondigd.

Passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp

Zoals al bekend, werkt het kabinet aan een passende eigen bijdrage die de aanzuigende werking van huishoudelijke hulp afremt. Dit moet de (financiële) druk op Wmo-voorzieningen in brede zin verminderen. Zo blijven zorg en ondersteuning vanuit de Wmo beschikbaar. Op dit moment wordt een wetsvoorstel voorbereid. De maatregel moet ingaan op 1 januari 2025. Tot die tijd wordt de werking van het abonnementstarief gemonitord via de monitor Abonnementstarief. In 2023 worden voorbereidingen getroffen om deze maatregel in te voeren. Onder andere door een uitvoeringstoets van het CAK.

Verbeteren Wmo-toezicht

De afgelopen jaren is geprobeerd het Wmo-toezicht op onderdelen te versterken. Dit blijkt onvoldoende te zijn gelukt. Om het Wmo-toezicht sneller te verbeteren en de Wmo-toezichthouder een duidelijkere taakomschrijving mee te geven, worden in 2023 de randvoorwaarden voor de Wmo-toezichthouder geborgd in wet- en regelgeving. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre het wenselijk is het toezicht te organiseren op regionaal niveau. Monitoring vindt in ieder geval plaats via de IGJ. Aanvullend wordt nog bekeken of meer specifieke monitoring wenselijk is.

Houdbaarheidsonderzoek

Er komt een houdbaarheidsonderzoek naar de Wmo 2015. Dit stond al in de Hoofdlijnenbrief toekomst Wmo. Het doel van dit onderzoek is dat Rijk en gemeenten gezamenlijk een analyse uitvoeren van hoe het gebruik van de Wmo zich de komende jaren (zo mogelijk 5-20 jaar) zal ontwikkelen, tegen de achtergrond van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Op basis van deze analyse kunnen de betrokken partijen keuzes maken over de inrichting van de Wmo 2015 in de toekomst.

Dakloosheid

Voor de aanpak van dakloosheid wordt extra ingezet op preventie en ‘wonen eerst’. Door hierin te investeren, is de verwachting dat het aantal dakloze mensen dat een beroep doet op maatschappelijke opvang de komende jaren fors en structureel afneemt. Voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid stelt het coalitieakkoord structureel € 65 miljoen extra beschikbaar. Van deze € 65 miljoen wordt in 2023 € 62 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds.

Huisvesting voor aandachtsgroepen

In het programma ‘Een thuis voor iedereen’ worden de knelpunten voor het vinden van passende woonruimte die enkele aandachtsgroepen ondervinden aangepakt. De ambitie is dat iedereen in 2030 een prettig en betaalbaar (t)huis heeft, met waar nodig de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding. Om aan gemeenten, provincies, woningcorporaties en andere maatschappelijke partners ondersteuning te bieden bij het realiseren van de doelen, wordt een brede ondersteuningsstructuur opgezet. Ook vanuit VWS worden middelen beschikbaar gesteld hiervoor. In 2023 t/m 2025 gaat het in ieder geval jaarlijks om € 2 miljoen voor een expertteam dat gemeenten en woningcorporaties gaat ondersteunen.

Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

Het ministerie zet in 2023 bij de aanpak van huiselijk geweld en ook kindermishandeling in op het doorbreken van de cirkel van geweld. De plegeraanpak en het plegeraanbod van gemeenten, deskundigheidsbevordering in traumabehandeling en maatregelen tegen ouderenmishandeling staan centraal. Verder faciliteert het ministerie het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, de VNG en Valente om met gemeenten en aanbieders en ervaringsdeskundigen de dienstverlening van de vrouwenopvanginstellingen en Veilig Thuis door te ontwikkelen.

Integraal Zorgakkoord – sociaal domein

Er is vanaf 2023 € 150 miljoen gereserveerd voor de inzet vanuit het sociaal domein voor het Integraal Zorgakkoord (IZA). Deze inzet is nodig om de gewenste beweging naar de voorkant en preventie te realiseren. Hierover worden nog verdere afspraken gemaakt.