Digitale vormen van zorgverlening kunnen ook buiten coronatijd meerwaarde hebben, maar de overheid moet zich “niet blindstaren op beloften van techniek”, stelt de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) in een advies aan minister Tamara van Ark (Medische Zorg). Zorg op afstand via internet kan soms bijvoorbeeld de therapeutische relatie tussen cliënt en zorgverlener bemoeilijken, stelt de raad. “Het is daarom belangrijk kritisch te blijven en ongefundeerd technologie-optimisme te voorkomen.”

Tijdens de coronacrisis werd veel fysieke zorg geschrapt. Om daar toch iets voor in de plaats te stellen, begonnen veel zorgverleners te experimenteren met digitale zorg, bijvoorbeeld door consulten via een beeldscherm te houden. Het ministerie van Volksgezondheid wil graag weten hoe de opgedane ervaringen ook de komende jaren nog nuttig kunnen zijn en vroeg de RVS om advies.

In het rapport stelt de raad dat de overheid “inhoudelijk richting dient te geven aan de doorontwikkeling van digitale zorg”. Dat betekent: prioriteiten stellen. Bijvoorbeeld door in te zetten op vormen van digitalisering die helpen personeelstekorten in de sector terug te dringen. Ook hecht de RVS belang aan digitale zorg “die de positie en netwerken van zorgvragers versterkt of die toekomstige zorg voorkomt”. Daarin valt voortdurend bij te leren.
Het moet wat de raad betreft mogelijk blijven om digitale zorg op dezelfde manier te declareren als de reguliere fysieke zorg.