Het gemiddelde huishouden in Nederland bezit 177.000 euro aan vermogen. Geld dat voor 63% vast zit in de eigen woning. De rest komt voort uit banktegoeden (spaargeld), beleggingen en inboedel. Dat is een probleem, want de Nederlandse overheid trekt zich terug en burgers moeten steeds meer zelf de financiële regie voeren.

Vermogen

50-plussers scoren slechts lichtelijk beter dan 30’ers en 40’ers Huishoudens die bestaan uit 30’ers en 40’ers doen het daarbij slechter dan de 50-plussers. Het gemiddelde huishouden van mensen in de leeftijdscategorie 30-49 jaar bezit 105.000 euro aan vermogen. 61% daarvan zit vast in de eigen woning. Maar liefst 86% van de ondervraagde 30’ers en 40’ers heeft moeite met het beantwoorden van de vijf basisvragen. De 50-plussers hebben gemiddeld 228.000 euro aan vermogen. Daarvan zit 64% vast in de eigen woning. Van deze groep is 85% niet financieel vaardig, dit terwijl 22% denkt wel financieel vaardig te zijn.

Basisbegrippen

Vijf financiële basisvragen De 5 vragen gaan over de rente op spaargeld, obligaties, de hypotheek en over beleggen in aandelen en beleggingsfondsen. Het zijn basisbegrippen die goed begrepen moeten om zelf goede financiële keuzes te kunnen maken.

Nooit meer slapend arm Over dit spanningsveld tussen de groeiende financiële verantwoordelijkheid en de gebrekkige financiële fitheid onder Nederlandse huishoudens schreven Dirk Brounen en Kees Koedijk het onlangs verschenen boek Nooit Meer Slapend Arm. Hierin beschrijven zij hoe Nederlandse huishoudens weer meer eigen financiële regie kunnen nemen in hun leven. Brounen en Koedijk laten zien dat het eenvoudig en vooral ook leuk is om zelf nieuwe combinaties te maken van je hypotheek, pensioen en spaargeld en om daarmee je eigen ´Begroting van Geluk´ te bouwen. Een aanrader voor iedereen die zijn administratie liever uitstelt dan oppakt, en zijn pensioenoverzicht liever opbergt dan doorleest.