Het betreft volgens de Minister ook oud-studenten die een of slechts enkele maanden achterlopen, onder andere door nonchalant gedrag. Dit maakt bijvoorbeeld dat de achterstand in 27 procent van de gevallen minder dan € 200 is. In 56 procent van de gevallen is de achterstand minder dan € 1.000, in 30 procent tussen € 1.000 en € 5.000 en in 14 procent van de gevallen groter dan € 5.000. De redenen dat oud-studenten een betalingsachterstand hebben, zijn divers. Het kan gaan om niet-kunnen, niet-willen of niet-weten, aldus de Minister.

Bron: Aanhangsel Handelingen II 2015/16, 215