Bij het definiëren van het begrip armoede gebruikt het SCP het zogeheten niet-veel-maar-toereikendbudget (nvmt). Mensen die daaronder zitten leven in armoede. Het budget bedraagt voor een alleenstaande per maand 1135 euro. Voor een stel zonder kinderen is dat 1555 euro en voor stellen met één kind 1850 euro. In dat budget zijn de basisbehoeften – voeding, kleding en wonen – aangevuld met een minimum bedrag voor ontspanning en sociale participatie.

In 2017 hadden 220.000 arme mensen wel een baan. Mensen die als zelfstandige werken blijken een grotere kans op armoede dan mensen in loondienst. Van alle zelfstandigen was toen bijna 8 procent arm, van alle mensen in loondienst 2 procent.

Kinderen tot 12 jaar lopen een bovengemiddeld groot risico op armoede, stelt het SCP. Volgens het planbureau leefden in 2017 ruim 272.000 kinderen in armoede, 8,1 procent van alle kinderen toen. Kinderen in een eenoudergezin met uitsluitend minderjarige kinderen en een moeder aan het hoofd waren relatief vaker arm. Dit komt doordat alleenstaande moeders relatief vaak afhankelijk zijn van een uitkering, aldus het SCP.

In Rotterdam woonden in 2017 relatief de meeste armen, gevolgd door Amsterdam en Den Haag.