Goed onderwijs aan vluchtelingen is essentieel. Zonder kennis van de Nederlandse taal en zonder startkwalificatie kan een vluchteling niet volwaardig participeren in de maatschappij. Het onderwijs heeft niet alleen een kwalificerende functie, maar socialiseert ook en draagt bij aan de persoonsvorming. Het onderwijs is een plaats waar kennis gemaakt wordt met democratische waarden. Het onderwijs aan vluchtelingen verloopt op dit moment echter niet efficiënt: Onderwijsloopbanen worden herhaaldelijk onderbroken – of zelfs stilgezet – door de vele verhuizingen tijdens de asielprocedure, er is te weinig sprake van kennisdeling binnen het eersteopvangonderwijs en ad hoc beleid brengt allerlei extra kosten met zich mee.

Breng het aantal verhuizingen terug

Op dit moment staat de asielopvang vooral ten dienste van de asielprocedure – en in veel mindere mate ten dienste van een passende plek in het onderwijs en de toekomstige participatie in de samenleving. De vele verhuizingen die hier een gevolg van zijn, vergroten de leerachterstand van vluchtelingen. Vanuit het perspectief van integratie is het verstandig te koersen op een zo snel mogelijke start van de onderwijsloopbaan. De raad pleit ervoor meer aandacht te hebben voor onderwijs in het vluchtelingenbeleid en het aantal verhuizingen in de asielprocedure terug te brengen.

Kennis en materiaal op orde

Veel vluchtelingenkinderen die in Nederland aankomen, zijn vanwege de situatie in het herkomstland en de vluchtperiode lange tijd niet naar school geweest. Deze situatie vraagt om adequate instrumenten voor de intake en goede lesmaterialen voor deze leerlingen. Het aanbod hierin is echter uiterst beperkt. De raad vindt het belangrijk dat de overheid het voortouw neemt bij de ontwikkeling of herziening van goede les- en toetsmaterialen. De raad pleit er ook voor dat de overheid zorgt dat actuele kennis over het onderwijs aan vluchtelingen voor alle scholen toegankelijk is.

Flexibele regionale netwerken inrichten

De organisatie van het eersteopvangonderwijs is gefragmenteerd. Ook wordt er te veel geïmproviseerd. Dat gaat gepaard met frustraties over tijd- en kwaliteitsverlies. De onderwijsraad meent dat alle betrokken organisaties dienen te zijn voorbereid op een plotselinge toename in de instroom van vluchtelingen, zodat in zo’n situatie de voorzieningen snel opgeschaald kunnen worden, zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Het onderwijsbestel moet in dit opzicht veerkrachtig zijn. De raad adviseert hiertoe om flexibele regionale netwerken in te richten bestaande uit gemeenten, onderwijsinstellingen en andere betrokkenen. De gemeenten hebben hierin een regiefunctie. Zo’n netwerk maakt een plan voor opschaling van regionale onderwijsvoorzieningen bij een piek in de instroom én deelt kennis met andere netwerken. Om de regionale netwerken goed te kunnen laten functioneren is het van belang dat de centrale overheid landelijke kaders vaststelt voor het onderwijs aan vluchtelingen en zorgt voor adequate financiering.

Henriëtte Maassen van den Brink, voorzitter van de Onderwijsraad: “Onderwijs aan vluchtelingen mag niet ten koste gaan van andere kwetsbare groepen. De extra investeringen van de overheid in onderwijs aan vluchtelingenkinderen juicht de raad dan ook toe. Investeringen in onderwijs verdienen zich zelf op termijn terug, door lagere uitgaven aan sociale zekerheid, gezondheidszorg, criminaliteitsbestrijding en participatiebemiddeling”.