Verscheidene partijen in de Tweede Kamer willen een versoepeling van de strenge regels die gelden voor de bijstand. In navolging van de ChristenUnie komen ook CDA en D66 met een voorstel om de scherpe kantjes van de huidige regelgeving af te halen.

Directe aanleiding is de zaak van een bijstandsmoeder die 7000 euro moest terugbetalen omdat zij niet had gemeld dat zij wekelijks boodschappen kreeg van haar moeder. Daar was eind december veel politieke verontwaardiging over, maar de huidige wetgeving staat gemeenten niet toe in schrijnende gevallen coulant te zijn.

Het plan van CDA en D66 is om de zogeheten Participatiewet zó aan te passen dat gemeenten wél ruimte krijgen voor maatwerk voor mensen die door een simpele vergissing in de problemen dreigen te komen. Alleen mensen die willens en wetens frauderen moeten hard worden aangepakt.

“In deze tijd waarin we niemand willen laten vallen is het belangrijk dat we voorkomen dat mensen in de problemen komen als gevolg van te streng beleid”, zegt D66-Kamerlid Marijke van Beukering. CDA’er René Peters vindt het “totaal bizar” dat mensen door kleine foutjes in een volkomen uitzichtloze situatie belanden.

De twee regeringspartijen denken dat hun voorstel sneller te realiseren is dan de vergelijkbare initiatiefwet waar ChristenUnie eerder mee kwam. Mogelijk kan het zelfs nog voor de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart worden geregeld.

GroenLinks juicht het toe dat meer partijen pleiten voor “een meer menselijke kijk” op de bijstand. De oppositiepartij kwam onlangs zelf ook met een voorstel waarbij kleine schenkingen van familie of vrienden, tot een maximum van 100 euro per maand, geen gevolgen meer zouden hebben voor de uitkering.

“De wijze waarop de overheid nu omgaat met mensen die een bijstandsuitkering krijgen, is vernederend, stigmatiserend en ingegeven vanuit wantrouwen”, zegt partijleider Jesse Klaver. “Dat is een manier van werken, die zorgt voor een harde, nare omgang met mensen en een samenleving die wij niet willen.”