De instituten komen vandaag met een rapport over best practices die ze vanuit vijf Europese landen hebben verzameld. Ook gaat de projectgroep bij gemeenten langs om  te discussiëren hoe die kennis vertaald kan worden in effectief gemeentelijk preventiebeleid. De aanpak heeft voor een deel zijn nut al bewezen vertelt onderzoeker Eliane Smits van het Verwey-Jonker Instituut. ‘In Spanje bijvoorbeeld, zijn ze al een stuk verder, daar hebben ze wetgeving en beleid gericht op de 3P’s, ‘vertelt de onderzoeker. ‘ Dat staat voor prevention, punishment and protection. Overheden zijn dat verplicht volgens het Verdrag van Istanbul. De overheid is daar actief bezig met beleid om het geweld binnen gezinnen te voorkomen. Er is veel voorlichting op school en zelfs bedrijven organiseren daar preventiecursussen over huiselijk geweld voor hun personeel.’

Een op de vier à vijf gezinnen

‘De gegevens zijn niet exact bekend, maar een op de vier à vijf gezinnen heeft te maken met huiselijk geweld’,  vertelt Reneé Römkens van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. ‘En dat zijn nog voorzichtige cijfers, er wordt ook wel vermoed dat het om één op de drie gezinnen gaat die ooit te maken hebben gehad met geweld.’

Verhoogd risico

Volgens Atria is het niet zo dat kinderen die met huiselijk geweld te maken hebben 100 procent zeker ook geweld tegen hun kinderen gaan gebruiken. ‘Maar er is wel degelijk een sterk verhoogd risico,’ vult Römkens aan. ‘ Bij jongens die zien dat hun moeder geslagen wordt gebeurt het vaak dat ze later zelf ook hun vrouw gaan slaan. Meisjes die geslagen worden door hun ouders gebruiken vaak zelf ook geweld tegen hun kinderen.’ Wat de onderzoeker betreft is er ook maar één oplossing voor dit gezins- en partnergeweld: preventie.

Rol gemeente

En die taak is weggelegd voor gemeenten, aldus Trees Pels van het Verwey-Jonker Instituut. Ze ziet de huidige transities als een perfect moment om meer te investeren in preventie. ‘De kern zit in de genderongelijkheid, het geweld in relaties hangt daar mee samen. ‘De ongelijkheid heeft verband  met verschillen in verantwoordelijkheid voor zorg en arbeid. Degene met het inkomen in het gezin is degene met de macht,’ vertelt Pels. ‘Daarom is het moeilijk voor vrouwen om uit zo’n situatie weg te gaan. Ze hebben minder zelfvertrouwen om te participeren in de maatschappij, hebben daardoor minder bagage en minder sociale steun. En ze geven dit vaak door aan hun kinderen.’

Empowerment

Het doorbreken van de geweldsrelatie en ‘empowerment’ zijn onderdeel van de oplossing. ‘Het is een gelaagd probleem. De aanpak zal zowel aan de voorkant moeten plaatsvinden; door campagnes, de wijken in gaan en in gemeenschappen doordringen,’ zegt Pels. ‘Het taboe moet eraf, erover praten moet gestimuleerd worden. Ondertussen moet ook aan de achterkant, in het gezin zelf, geholpen worden. Met de opvoeding, maar vooral ook door vrouwen sterker te maken en ze te laten deelnemen aan de maatschappij.’