Kern van het probleem is onder meer de financiering van het tweede jaar taalonderwijs. ,,Als we niet nú investeren in goed onderwijs aan vluchtelingenkinderen, creëren we bij deze kinderen onnodige achterstanden”, benadrukt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. Dat scholen zelf flink veel geld toeleggen op onderwijs aan nieuwkomers, betekent bovendien dat dit ten koste gaat van de andere leerlingen.

Bijna alle scholen geven aan dat twee jaar extra geld nodig is om goed onderwijs voor vluchtelingenkinderen te organiseren. Hoewel de Tweede Kamer eerder nog een motie aannam om scholen twee jaar te bekostigen, vindt staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) één jaar extra geld voldoende.

,,Onverantwoord”, vindt de PO-Raad. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de achterstanden niet in één jaar zijn ingelopen. ,,Een eenmaal opgelopen achterstand op jonge leeftijd, loopt een kind niet of nauwelijks in. Die ondervindt daar zijn hele verdere leven de nadelen van’’, aldus Den Besten.

Vorig jaar gingen er 5800 asielkinderen voor het eerst naar de basisschool, dit jaar zijn dat er nog eens tussen de 10.000 en 14.000. Ze spreken geen Nederlands, zijn soms nooit naar school geweest en hebben mogelijk trauma’s waardoor er voor hen extra aandacht nodig is. Schoolbesturen zien die kinderen het liefst eerst in aparte taalklassen voordat ze doorschuiven naar gewone klassen.

Een kind plaatsen in een speciale taalklas kost 9.000 euro. Dat is vergelijkbaar met de kosten van een kind in het speciaal onderwijs dat daar minimale zorg nodig heeft, aldus de PO-Raad. Het Rijk stelt geld beschikbaar voor extra taallessen als een school meer dan vier asielkinderen opvangt. Maar uit de enquête blijkt dat dat niet voldoende is. Gemiddeld dragen scholen 850 euro per leerling zelf bij, gemeenten hoesten nog eens 1750 euro per leerling op.