De inspectie besloot tot nader onderzoek op locatie. Zowel bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam, dat inmiddels Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heet (JBRR), als bij de Raad voor de Kinderbescherming dezelfde regio (RvdK). Het onderzoek richtte zich op de periode december 2009 tot en met mei 2014.

Oordeel

De inspectie heeft kunnen vaststellen dat JBRR en de RvdK het kind centraal hebben gesteld in onderzoek, hulpverlening en rapportage. Maar de inspectie constateert ook dat er sprake is geweest van eenzijdige beeldvorming. Het onderzoek was niet altijd volledig en de omstandigheden zijn niet altijd zorgvuldig en feitelijk weergegeven. Deze beeldvorming kreeg op papier een feitelijk karakter. De cliënt klaagde daarover, maar de afhandeling van de klacht is ’te weinig gericht geweest op het oplossen van haar ontevredenheid over de naar haar mening onjuiste weergave van feiten’.

Verbeteringen

De inspectie ziet bij beide organisaties wel een kwaliteitsontwikkeling op de onderzochte thema’s. De RvdK heeft de benadering van cliënten tijdens de klachtenprocedure aangepast. Ook de tekortkomingen in met name de verslaglegging door de instanties zijn inmiddels opgepakt. Verdere kwaliteitsverbetering binnen de organisaties is nog gaande.