Om de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel zo soepel mogelijk te laten verlopen én de administratieve lasten voor gemeenten en zorgaanbieders zo laag mogelijk te houden, is samen met gemeenten en betrokken partijen een convenant opgesteld. Dit convenant ligt nu bij gemeenten ter ondertekening.

Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente (financieel) verantwoordelijk wordt. Het huidige woonplaatsbeginsel is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel gaat uit van de woonplaats waar de jeugdige staat ingeschreven op het moment van de zorgvraag. Doel van de wetswijziging is het verminderen van administratieve lasten, het sneller kunnen leveren van zorg en ondersteuning aan jeugdigen en het versterken van preventie.

Duidelijke afspraken

Voor gemeenten en zorgaanbieders betekent de implementatie van het nieuwe woonplaatsbeginsel een behoorlijke (administratieve) verandering. Daarom hebben gemeenten en zorgaanbieders uitgesproken behoefte te hebben aan duidelijke afspraken over de implementatie van het woonplaatsbeginsel om onduidelijkheden en discussie te voorkomen. Om die reden zijn aanvullende afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in het convenant. Het convenant is vastgesteld door de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs.

Hoofdlijnen van het convenant

Ten aanzien van de migratiegroep worden in het convenant 2 aanvullende afspraken gemaakt:

  1. De afspraak dat de beslissing of de startdatum van (aaneengesloten) verblijf, vanwege het ontbreken van historische gegevens, niet of zeer moeilijk te achterhalen is, is een gezamenlijke beslissing van 2 gemeenten:
    • de gemeente die vóór de inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is, en
    • de gemeente die na de inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel verantwoordelijk wordt.
      En dat, wanneer de 2 gemeenten er gezamenlijk niet uitkomen, de gemeente die vóór de inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel verantwoordelijk was, verantwoordelijk blijft. Daarbij geldt nog dat bij een verschil van inzicht eerst een adviescommissie geconsulteerd kan worden. Deze adviescommissie bestaat uit de regioadviseurs van het Ketenbureau i-Sociaal Domein. Wanneer het advies van de adviescommissie het verschil van inzicht tussen 2 gemeenten niet oplost, kunnen de gemeenten zich wenden tot de Geschillencommissie Sociaal Domein.
  2. Tijdens de behandeling van de wet is een motie aangenomen, de motie van het lid Westerveld. In deze motie wordt de regering gevraagd om afspraken te maken met de VNG en gemeenten om jeugdhulp die nog niet is afgerond, die doorloopt na de wettelijke overgangstermijn van één jaar, en waarvan er geen zorginhoudelijke redenen zijn om de jeugdhulp te wijzigen of te stoppen, te continueren.

Het convenant geldt alleen voor de migratiegroep; dat wil zeggen, voor de jeugdigen die door de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel administratief gaan verhuizen.