Er zijn diverse recente ontwikkelingen op het gebied van de Verwijsindex Risicojongeren (VIR). In dit bericht informeren we gemeenten mede op verzoek van het Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de laatste ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor gemeenten.

Onderzoeksrapport ‘De VIR in beeld’

In november is het rapport ‘De VIR in beeld’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar het doelbereik en mogelijkheden voor doorontwikkeling en alternatieven van de Verwijsindex Risicojongeren (VIR). Het onderzoek concludeert dat de doelen van de VIR – vroegtijdige signalering, informatie-uitwisseling & tijdige hulp, zorg of bijsturing – in zekere mate worden bereikt, maar niet overal. Ook zijn er grote verschillen tussen gemeenten, convenant­gebieden & professionals in:

  • het draagvlak voor de verwijsindex
  • de mate waarin meldingen worden gemaakt & de verwijsindex wordt gebruikt.

Tweede Kamer motie over schrappen wettelijke plicht VIR aangenomen

De Tweede Kamer heeft begin december een motie aangenomen, die de regering oproept om de wettelijke verplichting op het gebruik van de VIR te schrappen. Hiertoe zal VWS komende tijd:

  • Samen met de VNG onderzoeken hoe de motie zorgvuldig kan worden uitgevoerd.
  • In gesprek gaan met vertegenwoordigers van meldende partijen, ouders & jeugdigen om te bepalen waar hun behoeften & wat de verwachtte effecten van de wetswijziging zijn. Hierbij is ook aandacht voor de vraag hoe de privacy van jeugdigen & ouders bij gebruik van de Verwijsindex beter kan worden geborgd.
  • De uitkomsten van deze gesprekken bezien in relatie tot relevante ontwikkelingen, zoals het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming.

De doorlooptijd van een wetswijziging die in dit geval nodig is, is gemiddeld 2 jaar. Tot die tijd blijft de huidige wetgeving van kracht.

De gevolgen voor gemeenten

Zolang de wet nog niet is aangepast, moeten gemeenten hun wettelijke taken blijven uitvoeren. Dit betreft:

  • Zorgen dat het mogelijk is om meldingen in de VIR te doen, door het instandhouden van een regionaal meldingssysteem
  • In een meldingenconvenant afspraken maken over welke partijen meldingsbevoegd zijn en hoe de partijen met meldingen in de VIR moeten omgaan
  • Regionaal het gebruik van de VIR bevorderen.

Meldingsbevoegde professionals hebben het recht om een melding in de VIR te doen. Er is géén sprake van een meldingsplicht. Ook blijft het belangrijk dat de VIR wordt gebruikt zoals bedoeld en beschreven in de Jeugdwet. Hierover vindt u meer informatie in ons webbericht van maart.

Wij beseffen dat deze taken op gespannen voet kunnen staan met het voornemen om de wettelijke plicht op het gebruik van de VIR te schrappen. Ons voorlopige advies aan gemeenten luidt:

  • Ga met uw convenantpartijen in gesprek over het gebruik van de VIR. Bezie of – in het licht van de voorgenomen wetswijziging – aanpassing van de convenantafspraken wenselijk is.
  • Neem de afspraken met uw leverancier van de regionale verwijsindex kritisch onder de loep. Volgens het rapport ‘De VIR in beeld’ zijn er namelijk verschillen tussen de huidige leveranciers, onder meer in het aanbod van ondersteuning en gebruiksbevordering voor gemeenten, organisaties & professionals en qua functionaliteit & kosten.

Begin 2022 komen VNG en VWS met een nader advies hoe gemeenten en meldingsbevoegde partijen in de periode tot aan de wettelijke aanpassing kunnen omgaan met de Verwijsindex, meldingen en vroegsignalering.