In 2020 bevond een groot deel van de mensen die in 2010 op meerdere fronten het minst goed mee konden komen in de maatschappij (sociaal uitgesloten) zich nog steeds in een kwetsbare situatie. Zij hadden ook dan nog vaak een laag inkomen en waren vaak afhankelijk van een uitkering. Dat geldt vooral voor sociaal uitgesloten mensen die in 2010 ouder dan 30 waren, de jongere groep stond er na tien jaar vaker beter voor. Dit blijkt uit nieuwe analyses van het CBS uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Sociaal uitgeslotenen zijn mensen die op meerdere fronten aan de kant staan. Zij hebben bijvoorbeeld betaalachterstanden, niet genoeg geld om eens in de twee dagen warm te eten, maar ook heel weinig sociaal contact, gaan niet stemmen, krijgen geen professionele hulpverlening als dat nodig is of vinden sociaal onwenselijk gedrag acceptabel.

In 2010 is onderzoek gedaan naar deze groep met een extra set vragen in de enquête European Union-Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC). Bijna 600 duizend mensen werden als sociaal uitgesloten ingedeeld. In het huidige onderzoek is met aanvullende gegevens uit registers nagegaan hoe deze groep er tien jaar later voor staat. Het rapport Uitsluiting in sociaaleconomisch perspectief gaat hier dieper op in.