Minister Carola Schouten (armoedebeleid en participatie) komt met meer dan twintig maatregelen die de Participatiewet ‘meer in balans moeten brengen’, zoals ze het uitdrukt. Daarmee geeft ze invulling aan de ommezwaai in het beleid die ze deze zomer al aankondigde.

In plaats van wantrouwen van de overheid richting de bijstandsgerechtigden, moet vertrouwen weer centraal komen te staan. Want weliswaar is de Participatiewet volgens de minister een goede steun voor mensen met een bijstandsuitkering, maar in de praktijk pakken de regels niet altijd uit zoals was bedoeld.

Dat moet veranderen, onder meer door de opstap naar werk gemakkelijker te maken, het mogelijk te maken dat mensen met een uitkering giften mogen ontvangen (tot 1200 euro per jaar) en door meer ruimte te geven aan mantelzorgers.

Om de opstap vanuit de uitkering naar werk gemakkelijker te maken, worden voor de toekenning van een uitkering bijverdiensten voor 15 procent voor de duur van een jaar buiten beschouwing gelaten. En voor wie door individuele omstandigheden niet meer uren kan werken, kan deze regeling worden verlengd.

Daarnaast komt er een einde aan de ‘boete op compassie’, als het aan Schouten ligt. Een bijstandsgerechtigde moet niet langer direct gekort worden op de uitkering na het in ontvangst nemen van hulp, zoals een storting van een familielid om zo toch de huur te kunnen betalen of een boodschappentas.

Ten slotte mogen bijstandsgerechtigden die (nog) niet kunnen werken, voortaan zonder toestemming mantelzorg verlenen. Ook wordt er soepeler opgetreden bij gezamenlijke rekeningen tussen verzorger en verzorgde en heeft tijdelijk bij elkaar inwonen straks geen consequenties meer voor de uitkering.