De Centrale Raad van Beroep doet maandagochtend uitspraak in de zaak waarin de gemeente Wijdemeren ruim 7000 euro aan bijstand terugvorderde, omdat een inwoonster van de gemeente structureel boodschappen van haar moeder kreeg.

De rechter gaf de gemeente in 2019 gelijk, maar de inwoonster ging tegen deze uitspraak in hoger beroep.

Eind vorig jaar kreeg de kwestie veel aandacht. De Tweede Kamer steunde in februari van dit jaar een voorstel van verschillende partijen waarin werd gesteld dat mensen in de bijstand jaarlijks tot 1200 euro aan giften mogen ontvangen zonder gekort te worden op hun uitkering. Volgens de Kamer laat deze zaak zien dat de regels soms erg hard uitpakken.

De inwoonster kreeg vanaf 2015 een uitkering en had ook recht op toeslagen, aldus de gemeente. In 2018 bleek dat zij sinds 2015 geen aantoonbare uitgaven voor levensonderhoud had gedaan, maar wel in het bezit was van een auto en een motor. “Uit het duurdere segment”, volgens de gemeente. Mensen die in de bijstand zitten, zijn verplicht om veranderingen in hun vermogen (het bezit van de auto) en hun inkomen (de gratis boodschappen) te melden. Volgens de gemeente heeft de Wijdemerense dat niet gedaan. Ook zou ze niet gemeld hebben dat ze in het buitenland was geweest.

De gemeente schatte de waarde van de geschonken boodschappen op basis van het Nibud, omdat de vrouw daarover ondanks aandringen geen gegevens verstrekte. Dat bedrag komt uit op 7039,96 euro. De gemeente legde geen boete op.