De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseert het kabinet om meer grenzen te stellen aan het delen van persoonsgegevens in de voorgestelde Wet hergebruik van overheidsinformatie. Volgens de privacywaakhond zijn er in het huidige wetsvoorstel nog te veel risico’s dat persoonsgegevens worden gedeeld zonder toestemming of medeweten van de personen om wie het gaat.

Het wetsvoorstel moet ertoe leiden dat er zo veel mogelijk overheidsdata openbaar zijn, bijvoorbeeld voor onderzoek. Onder de overheidsdata zouden ook persoonsgegevens vallen en overheidsinstellingen moeten dan zelf inschatten of deze gedeeld kunnen worden. AP ziet zeker wel de waarde in van zogenoemde ‘open overheidsdata’ voor onderzoek. “Als het gaat om de hoeveelheid geplante bomen in een bepaalde wijk of de luchtkwaliteit in een gebied, is er natuurlijk geen bezwaar”, aldus AP-voorzitter Monique Verdier. “Maar waar het gaat om ménsen, en hun adres, hun telefoonnummer, hun eigendommen, is dat iets heel anders.”

“Het zou niet aan overheidsinstellingen overgelaten moeten worden om af te wegen of persoonsgegevens gedeeld kunnen worden. Uiteindelijk behoor jij zelf te beslissen over jouw data. Tenzij de wetgever – en dus niet een overheidsorganisatie zelf – bepaalt dat dat niet zo is”, zegt Verdier.

De privacyorganisatie was eerder al kritisch over het publiceren van persoonsgegevens in openbare registers, zoals het Handelsregister en het Kadaster. AP adviseert het kabinet om in het wetsvoorstel op te nemen dat hergebruik van persoonsgegevens in openbare registers in principe verboden is. Vervolgens moet in regels worden vastgelegd in welke uitzonderlijke gevallen persoonsgegevens wel openbaar gedeeld mogen worden. “Zo kun je echt beschikken over je eigen persoonsgegevens”, aldus AP.