De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) moet de procedures aanscherpen en proactief toezicht houden op jeugdzorg en (volwassenen-)ggz. Dat schrijven de organisaties MIND en ExpEx in reactie op het rapport van Jason Bhugwandass over crisisafdelingen binnen de gesloten jeugdzorg. De belangenorganisaties vinden het “onbegrijpelijk” dat het maandag gepresenteerde onderzoek er op initiatief van Bhugwandass is gekomen en niet vanuit IGJ zelf.

MIND en ExpEx roepen IGJ op om “proactief toezicht te houden en niet enkel reactief”. Volgens de organisaties kan dat onder andere “door bij meldingen niet alleen het incident te bekijken, maar goed door te zoeken naar de oorzaak en de context ervan”. Ze wijzen er daarbij op dat een melding vaak een signaal is van een groter probleem. Ook vinden de organisaties dat bij incidenten onafhankelijk onderzoek in zou moeten worden gesteld in plaats van een interne onderzoekscommissie van de betreffende instelling. Tot slot dringen ze er bij instellingen op aan om ook zelf proactief te handelen bij meldingen. “Werk daarbij samen met ervaringsdeskundigen die fijngevoeliger zijn voor signalen en makkelijker in contact komen met de jongeren of volwassen cliënten”, luidt het advies.

Bhugwandass zegt in zijn rapport dat jongeren die op een speciale afdeling van de gesloten jeugdzorg belanden, daar in extreem isolement leven. Gemiddeld brengen ze meer dan twintig uur per dag alleen door op de afdeling Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie (ZIKOS). Bhugwandass spreekt verder van “een extreem repressief klimaat”, met meldingen van “psychisch, fysiek en seksueel geweld”, waarin jongeren worden “gekleineerd, vernederd, uitgescholden of gemanipuleerd door groepsleiders”.

Bhugwandass kwam zelf als kind uit een probleemgezin in de jeugdzorg terecht en zet zich nu als ervaringsdeskundige in voor andere jongeren. Hij is ook betrokken bij ExpEx, een platform “dat de jeugdzorg verbetert vanuit het perspectief van de jongeren zelf”.