Het ‘sociaal minimum’, wat iemand volgens de overheid minstens nodig heeft om van rond te komen, moet omhoog wat de Nationale ombudsman betreft. “De standaard moet hoger”, zegt ombudsman Reinier van Zutphen na de aanbieding van zijn jaarverslag in de Tweede Kamer. Hij wil dat de overheid stopt met “pleisters plakken”, met allerlei kleine regelingen. “Als je pleisters moet plakken, zitten er wonden onder.”

De ombudsman zag in 2022 een groeiend aantal burgers dat moeite heeft om de rekeningen te betalen. Onder meer vanwege de inflatie en de nasleep van de coronacrisis was armoede in Nederland (zowel Europees als Caribisch) “een rode draad in het werk van de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman“.

Maar ook in 2023 blijft de ombudsman zorgen houden over mensen met te weinig geld, zegt Van Zutphen desgevraagd. Dit terwijl het kabinet juist het aantal mensen in armoede flink wilde verminderen. In maart becijferde het Centraal Planbureau (CPB) dat zo’n 815.000 mensen onder de armoedegrens leven. Zonder extra steunmaatregelen volgend jaar worden dat er bijna 1 miljoen, waarschuwde het CPB.

Vooral zelfstandige ondernemers, vluchtelingen met een verblijfsstatus, jongeren met een beperking en jongeren in de bijstand zijn financieel kwetsbaar. De situatie van mensen die onder deze groepen vallen is vaak onzeker, en ze hebben vaak weinig financiële buffers. “Bij een crisis lopen zij meer risico op het verlies van hun werk en op langdurige schulden”, schrijft de ombudsman in zijn jaarverslag.

Het beleid voor mensen met een kleine portemonnee hangt te veel aan elkaar van ingewikkelde regelingen. Mensen die afhankelijk zijn van een uitkering zijn “de helft van hun tijd bezig dingen aan te vragen of te verantwoorden”, zegt Van Zutphen. Hij zegt in zijn jaarverslag dat de overheid “tijd voor de burger” moet maken. Onder meer door te luisteren, en minder haastig beleid te maken. Ook de Algemene Rekenkamer waarschuwde al voor gevolgen van regelingen die onder grote tijdsdruk tot stand komen. Vorig jaar werd op Prinsjesdag bijvoorbeeld een prijsplafond aangekondigd. Het plafond kost miljarden, en er werd nog tot de ochtend van Prinsjesdag aan gewerkt.

Regelingen waar de overheid te weinig tijd voor heeft genomen, zijn vaak “ondoordacht”, vindt Van Zutphen. De overheid moet bij het maken van beleid bovendien veel beter luisteren naar de burger.