Het advies ‘Geen tweederangsburgers’ van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten van eind vorig laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Gemeenten hebben goede kaarten in handen om geconstateerde misstanden – zoals onveilige huisvesting en arbeidsuitbuiting – in de toekomst te voorkomen.

Al in 2011 gaf de Commissie Koopmans adviezen om de arbeidsmigratie in goede banen te leiden. Er is uiteindelijk (te) weinig gedaan met deze adviezen. Met dit rapport in zijn achterhoofd is Carlo Vankan, bestuurlijk trekker arbeidsmigranten bij de VNG, vastbesloten om het rapport van het Aanjaagteam van Emile Roemer  níét in een la te laten verdwijnen. ‘Laat ik daarom beginnen met een schets van de wereld zoals die er straks wat mij betreft uitziet.’

Preventie in beeld

‘De gemeente weet hoeveel arbeidsmigranten er waar zijn gehuisvest. Dat geldt ook voor mensen die hier korter dan 4 maanden verblijven, de zogeheten niet-ingezetenen. Alle arbeidsmigranten zijn goed geïnformeerd over hun rechten en plichten. Veel van hen wonen op een keurige wooncampus op een steenworp afstand van de bedrijvigheid. De gemeente faciliteerde de bouw van deze flexibele voorziening om de onveilige én erbarmelijke situaties in de stad een halt toe te roepen. Ze nam de omwonenden mee in haar plannen.

Verder heeft elke verhuurder die nu arbeidsmigranten wil huisvesten een vergunning nodig, waarbij de woonruimte aan bepaalde eisen moet voldoen. Daarnaast breidde de gemeente haar beleid voor de vestiging van bedrijven uit. Nieuwe bedrijven – zoals een distributiecentrum dat hier binnenkort start – moeten vooraf plannen maken voor de huisvesting van de benodigde arbeidsmigranten. Omdat veel arbeidsmigranten in deze gemeente wonen en elders werken – en vice versa – zijn toezicht en handhaving vooral regionaal en met ketenpartners, zoals de inspectie SZW en de Belastingdienst, georganiseerd. Dit leidt tot minder excessen, die door deze gezamenlijke aanpak en het uitwisselen van informatie ook eerder aan het licht komen.’

Stappen in registratie

Vankan is blij met ‘de beweging’ die hij ziet ontstaan, met name op het gebied van registratie. ‘Goede registratie moet overal bovenaan de agenda staan. Weet je niet om hoeveel en welke mensen het gaat, dan kun je nauwelijks beleid maken en maatregelen treffen. De gevolgen hiervan zie je regelmatig terug in de media. Recent weer de Roemenen in Linne en de heftige branden in de Haagse Schilderswijk en Werkendam.’

Het experimenteerbesluit BRP van het ministerie van BZK noemt Vankan een stap in de goede richting. Op dit moment wordt bij de aanvraag van een BSN door ‘niet-ingezetenen’ alleen het woonadres in het buitenland geregistreerd. Het experimenteerbesluit leidt stapsgewijs tot een verplichte registratie van het verblijfsadres in Nederland. ‘Maar gemeenten hoeven daar niet op te wachten’, vindt Vankan. ‘Je kunt morgen al aan de slag om jouw arbeidsmigranten in kaart te brengen. Maak bijvoorbeeld gebruik van de kennis van buurtwerkers en boa’s of neem eens een kijkje in panden die als leegstaand te boek staan. Zo kun je al veel misstanden voorkomen, weet je in geval van calamiteiten wie erbij betrokken zijn én kunnen deze mensen terecht bij onze voorzieningen. Heb je de registratie niet op orde, dan sta je echt met 1-0 achter.’

Huisvesting, beeldvorming en samenhangend beleid

Gemeenten zijn niet verantwoordelijk voor de huisvesting van arbeidsmigranten, maar natuurlijk wel om die in goede banen te leiden. Nu zijn er in het land voldoende voorbeelden van goede initiatieven. Niet alleen op grotere, maar ook op kleinere schaal. Vankan: ‘Ik zie hier fruittelers keurig een vergunning aanvragen voor huisvesting van mensen die appels komen plukken. Die verblijven dan in een netjes ingerichte loods.’ Problemen zie je volgens Vankan vooral ontstaan als bijvoorbeeld een uitzender te veel arbeidsmigranten onderbrengt in een eengezinswoning, leegstaand pand of gedateerd pension in een wijk. ‘Dan wordt het rommelig en ontstaat er snel overlast.’

Vankan benoemt ook het not in my backyard-principe als uitdagend fenomeen. ‘Zo’n beetje iedereen vindt dat we mensen die hier een bijdrage leveren aan de economie netjes moeten behandelen. Maar vindt huisvesting bij jou om de hoek of bij jou op het vakantiepark plaats, dan ontstaat er toch angst. Dat komt ook omdat je in de media vooral negatieve berichten leest. Het gaat zelden over het gros van de ruim een half miljoen arbeidsmigranten dat hard werkt en een normaal bestaan leidt. Wat ook opvalt is dat veel huisvesting in de wijken ‘gewoon ontstaat’ en dat vooral grotere huisvestingslocaties veel weerstand oproepen. Terwijl juist die grotere locaties met nette voorzieningen vaak nauwelijks tot overlast leiden. Zowel bij de gemeenteraad als bij omwonenden moeten we aandacht besteden aan de juiste beeldvorming om draagvlak te creëren en behouden.’

De regie op de situatie rond arbeidsmigranten is vaak verdeeld over meerdere beleidsvelden. Het sociaal domein, openbare orde en veiligheid, ruimtelijke ordening, economie. Voor gemeenten is het van belang om samenhangend beleid te maken om zo ook heldere keuzes te kunnen maken. Als voorbeeld haalt Vankan huisvesting aan. ‘Voor gemeenten is dat in eerste instantie een economische opgave. Arbeidsmigranten helpen om de economie draaiende te houden. Maar het raakt ook aan de andere beleidsvelden. En aan andere partijen. Samenwerking is een randvoorwaarde om de problemen het hoofd te bieden: intern, met het rijk, de regio en ketenpartners, maar ook met de markt.’

Mentaliteitsverandering

Op lokale en regionale schaal ziet Vankan een aantal goede voorbeelden van samenwerking tussen markt en overheid. Vankan: ‘Maar op landelijke schaal moet de markt daar echt nog een tandje bij zetten. ‘Ik zie het rijk en gemeenten bewegen om de juiste randvoorwaarden te scheppen. Daarnaast zijn overheden vaak bezig met het bestrijden van de symptomen van de arbeidsmarkt met arbeidsmigranten die op onderdelen flink disfunctioneert. Ook de (sociale) partners moeten daarin hun verantwoordelijkheid pakken. Vanuit een moreel plichtsbesef zorgen dat de zaken netjes geregeld worden. Ik wil wel benadrukken dat heel veel goed is geregeld, maar nog te veel niet. Daar gaan we nu samen mee aan de slag.’

Ondersteuningsprogramma VNG

Naar verwachting komt er binnenkort een ondersteuningsprogramma voor gemeenten beschikbaar vanuit de VNG. ‘VNG is echt een trusted advisor op dit dossier’, vindt Vankan. ‘De VNG verzorgt de lobby richting het rijk, adviseert gemeenten en deelt nu al kennis en voorbeelden. In het nieuwe programma willen we ook inspelen op de behoefte van gemeenten aan ambtelijke werkgroepen, waarin het creëren van samenhangend beleid centraal staat.’

‘Kijk’, besluit Vankan, ‘Boegbeeld Emile Roemer heeft met zijn team een rapport opgeleverd dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Ik zie het als onze taak om in zijn slipstream mee te gaan en echt boter bij de vis te regelen.